Manual

44
NL
Het groene controlelampje VOEDING knippert.
Het apparaat functioneert niet goed. Roep er de Installateur bij.
De koelkast en de diepvrieskast zijn niet koud genoeg.
De deuren sluiten niet goed of de afdichtingen zijn versleten.
De deuren worden vaak geopend.
De knoppen WERKING staan niet op de goede stand (
zie
Beschrijving
).
De koelkast of de diepvrieskast zijn overmatig gevuld.
In de koelkast bevriezen de etenswaren.
De knop WERKING KOELKAST staat niet op de goede stand
(
zie Beschrijving
).
De levensmiddelen staan in contact met de achterwand.
De motor blijft doorlopend draaien
U heeft per ongeluk op de toets SUPER FREEZE gedrukt (snel
invriezen): het gele controlelampje SUPER FREEZE staat aan
of knippert (
zie Beschrijving
).
De deur is niet goed dicht of wordt constant geopend.
De buitentemperatuur is erg hoog.
Het apparaat maakt veel lawaai.
Het apparaat staat niet waterpas (
zie Installatie
)
.
Het apparaat staat tussen meubels of objecten die trillen of
geluid maken.
Het verkoelingsgas maakt een licht geluid ook wanneer de
compressor stil staat: dit is normaal, het is geen storing.
Enkele delen aan de buitenkant van de koelkast zijn zeer
warm.
De hoge temperaturen zijn noodzakelijk om het vormen van
condens te voorkomen in bepaalde gedeeltes van het
product.