Operation Manual

NL
39
Onderhoud en verzorging
1
2
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee
beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de
wasdroogmachine alsmede lekkagegevaar.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de was-
droogmachine schoonmaakt en gedurende
onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasdroogmachine
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen
met een spons en een lauw sopje worden schoonge-
maakt. Gebruik nooit oplosmiddelen of schuur-
middelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het laatje door op
het hendeltje (1) te druk-
ken en het naar voren te
trekken (2) (zie afbeelding).
Was het onder stromend
water: dit moet u regelma-
tig doen.
Verzorging van de trommel
Laat de deur van de wasdroogmachine altijd op
een kier staan om te voorkomen dat er nare
luchtjes worden gevormd.
Reinigen van de pomp
De wasdroogmachine is voorzien van een zelf-
reinigende pomp en hoeft dus niet te worden onder-
houden. Het kan echter gebeuren dat kleine voor-
werpen (muntjes, knopen) in het voorvakje, dat de
pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan
bevindt, terechtkomen.
Verzekert u zich ervan dat de wascyclus klaar is en
haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het afdek-
paneel aan de voorkant
van de wasdroogmachine
met behulp van een
schroevendraaier (zie
afbeelding);
2. plaats een bakje om het
water op te vangen dat
eruit zal lopen (circa 1,5 l)
(zie afbeelding);
3. Draai het deksel eraf,
tegen de klok in (zie
afbeelding);
4. maak de binnenkant goed schoon;
5. schroef het deksel er weer op;
6. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
Controleren van de watertoevoerbuis
Controleer minstens een keer per jaar de water-
toevoerbuis. Als er barstjes of scheuren in zitten moet
hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de
hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.