Operating Instructions and Installation Instructions
TR10A124 RE / 06.2014
89
2.5 Veiligheidsrichtlijnen bij de montage
De deskundige dient erop te letten dat bij uitvoering van de
montagewerkzaamheden de geldende voorschriften inzake
veiligheid op het werk alsook de voorschriften voor bediening
van elektrische toestellen worden toegepast. Hierbij moeten
de nationale richtlijnen opgevolgd worden. Eventueel gevaar
inde zin van DINEN13241-1 wordt door de constructie en
montage volgens onze aanwijzingen vermeden.
Het plafond van de garage moet zo gemaakt zijn dat een
veilige montage van de aandrijving gegarandeerd is. Bij een te
hoog of te licht plafond moet de aandrijving aan bijkomende
steunbalken worden bevestigd.
WAARSCHUWING
Ongeschikte bevestigingsmaterialen
▶
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk3.3
Levensgevaar door de handkoord
▶
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk3.3
Gevaar voor lichamelijke letsels door ongewilde
deurbeweging
▶
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk3.3
2.6 Veiligheidsrichtlijnen voor inbedrijfstelling
enbediening
GEVAAR
Netspanning
Bij contact met de netspanning bestaat er gevaar voor
elektrocutie.
Neem in ieder geval de volgende richtlijnen in acht:
▶
Elektrische aansluitingen mogen enkel door een
elektricien worden uitgevoerd.
▶
De elektrische installatie van de klant moet in
overeenstemming zijn met de betreffende
veiligheidsvoorschriften (230 / 240VAC, 50 / 60Hz).
▶
Bij beschadiging van de netaansluitkabel moet
dezedoor een professionele elektricien worden
vervangen om gevaar te voorkomen.
▶
Trek de netstekker uit voor alle werkzaamheden aan
deaandrijving.
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijke letsels bij deurbeweging
▶
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk10
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsels door verkeerd gekozen deurtype
▶
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk7
VOORZICHTIG
Knelgevaar in de geleidingsrail
▶
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk10
Gevaar voor lichamelijke letsels door de handgreep
mettrekkabel
▶
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk10
Gevaar voor lichamelijke letsels door ongecontroleerde
deurbeweging in richting deur-dicht bij breuk van een
voorhanden gewichtscompensatieveer en ontgrendeling
van de geleidingsslede.
▶
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk10
OPGELET
Vreemde spanning aan de aansluitklemmen
Vreemde spanning aan de aansluitklemmen van de
besturing leidt tot vernietiging van de elektronica.
▶
Leg geen netspanning (230 / 240VAC) aan de
aansluitklemmen van de besturing.
2.7 Veiligheidsrichtlijnen betreffende hetgebruik
van het draadloze systeem
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijke letsels bij deurbeweging
▶
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk8
VOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijke letsels door ongewilde
deurbeweging
▶
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk8
2.8 Geteste veiligheidsvoorzieningen
De volgende functies resp. componenten, indien aanwezig,
voldoen aan cat.2, PL ‚c‘ conform ENISO13849-1:2008 en
werden dienovereenkomstig geconstrueerd en getest:
ō Interne krachtbegrenzing
ō Geteste veiligheidsvoorzieningen
Wanneer dergelijke eigenschappen voor andere functies resp.
componenten nodig zijn, moet dit in een afzonderlijk geval
worden gecontroleerd.
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijke letsels door niet
functionerende veiligheidsvoorzieningen
▶
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk7
NEDERLANDS