Operation Manual

3
Uitleesvenster / Bedieningsorganen
1
Ruimtetemperatuur, ingestelde temperatuur (knipperend bij
eerste verdraaiing van de instelring) of storingscode van uw
cv-toestel (raadpleeg hiervoor uw installateur).
2
Tapkraansymbool (doorgekruist), symbool wordt niet
gebruikt.
3
RF-symbool, zichtbaar als er geen RF-communicatie is.
4
Batterijsymbool, zichtbaar als de batterijen bijna leeg zijn.
5
F-symbool, zichtbaar als het cv-toestel een storing meldt.
6
Vlamsymbool geeft aan dat de brander in uw cv-toestel is
ingeschakeld (uitsluitend bij cv-bedrijf).
7
Het Hometronic®-symbool wordt zichtbaar als uw
Hometronic® domoticasysteem op afstand de ingestelde
temperatuur heeft gewijzigd (werkt uitsluitend als de
thermostaat is aangesloten op een Honeywell Hometronic®-
woningautomatiseringssysteem).
A
Draai-/instelring voor het wijzigen of controleren van de
ingestelde temperatuur (bij eerste verdraaiing van de ring).
Rechtsom draaien voor WARMER en linksom voor KOUDER.
B
Druktoets voor het RF- toewijzen.