Operation Manual
10
Weergave van de ruimtenaam
Wanneer het centrale bedieningstoestel in staat is
de ruimtenaam (zonenaam) door te geven, zoals
bv. de evotouch, wordt de ruimtenaam op de
radiatorthermostaat weergegeven (max. 9 tekens).
fDruk op de toets .
De ruimtenaam (zonenaam) wordt kort op het display
weergegeven.
Automatische bewakingsfuncties
Vensterfunctie
Wanneer u een venster opent en daardoor de
temperatuur daalt, sluit de radiatorthermostaat de
radiatorkraan om energie te besparen.
Op het display verschijnt
raam
.
Wanneer de temperatuur weer stijgt, maar uiterlijk na de
ingestelde tijd (standaardinstelling: 30 minuten), wordt
de radiatorkraan weer door de radiatorthermostaat
geopend.
U kunt de radiatorkraan ook eerder openen door aan de
instelknop te draaien.
De gevoeligheid van de radiatorthermostaat voor een
temperatuurdaling en temperatuurstijging kan worden
ingesteld, zie paragraaf 5, parameter 3 t/m 5.
Wanneer een raamcontact is aangesloten, reageert de
vensterfunctie direct op het openen en sluiten van het
raam, zie parameter 11.
Kraanbescherming
Wanneer de radiatorkraan binnen 2 weken niet
ten minste een keer volledig is geopend, wordt
een zelftest (gedwongen cyclus) uitgevoerd. De
radiatorthermostaat opent op de eerstvolgende maandag
(standaardinstelling) kort de radiatorkraan om vastraken
te voorkomen.
Op het display verschijnt
cycl
.
Vorstbescherming
Wanneer de temperatuur onder de 5 °C daalt, opent de
radiatorthermostaat de radiatorkraan tot de temperatuur
weer boven de 6 °C stijgt. Daarmee wordt voorkomen
dat de verwarming bevriest.
Op het display verschijnt
vorst
.
i
De verwarming mag niet zijn uitgeschakeld, anders
kan de radiatorthermostaat de vorstbeveiligingsfunc-
tie niet uitvoeren.
7. Storingen oplossen
Storingentabel
Storing/
weergave
Oorzaak Oplossing
knippert
Batterijen leeg Vervang de batterijen.
symbolen
knipperen
Geen draadloze
communicatie
Controleer de
draadloze verbinding
tussen de HR92
en het centrale
bedieningstoestel
(signaaltest).
Herhaal het toewijzen
Controleer de voe-
dingsspanning op het
centrale bedienings-
toestel en de HR92.
geen sync
Draadloze
verbinding
onderbroken
Parameter op
het bedienings-
toestel CM927/
DT92 niet
ingesteld
Controleer de
draadloze verbinding
Bedieningstoestel
CM927: Stel parameter
8:SU op 1 of 2 in.
Bedieningstoestel
DT92: Stel parameter
SU in op 1 of 2 in
(zie betreffende
gebruiksaanwijzing).
e1
voeler
Apparaat defect Vervang het apparaat.
e2
klep
De motor
kan niet in
beweging
worden
gebracht
Controleer de montage,
verwijder evt. vuil.
De radiator
wordt niet koud
De
radiatorkraan
sluit niet
volledig
Controleer de montage,
stel evt. de volledige
slag in (parameter 6).
De motor
beweegt niet
Het
kraanopzetstuk
is niet
vergrendeld
Zet de schuif in de
stand .