Galaxy 3-144, 3-144C, 3-520, 3-520C Gebruikershandleiding Honeywell Security
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ................................................................................. iii Inleiding ............................................................................................. vii Naleving en goedkeuring ................................................................ vii INFORMATIE OVER BEDIENDEEL ................................................... 1 Algemeen ...........................................................................................................
WAARSCHUWINGSSTATUS .............................................................. 7 MENUOPTIES ..................................................................................... 8 Volledig menu ..................................................................................................... 8 Verkort menu ....................................................................................................... 8 Menu openen ...............................................................................
Looptest (Gebruikerstype 2.5 en hoger) .......................................................... 15 Doel .............................................................................................................................. 15 Looptest selecteren ..................................................................................................... 15 Alle zns ......................................................................................................................... 15 Selecteer Zones .
vi
INLEIDING Het Galaxy 3-serie alarmsysteem is een systeem met microprocessorsturing dat is ontworpen met behulp van de meest recente software- en hardwaretechnologie. De Galaxy 3-serie beantwoordt aan al uw behoeften op het gebied van beveiliging. De technicus programmeert en configureert het systeem volgens uw specifieke wensen. Waarschuwing: In het apparaat bevinden zich geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen. Laat het onderhoud uitvoeren door een ervaren installateur.
INFORMATIE OVER BEDIENDEEL Algemeen Het Galaxy-alarmsysteem wordt bediend via Galaxy Mk7 LCD-bediendelen (Liquid Crystal Display). U kunt maximaal 16 bediendelen aansluiten op de Galaxy 3-144 centrales. U kunt maximaal 32 bediendelen aansluiten op de Galaxy 3-520 centrales. GALAXY 520 V5.
Enter-toets (ent) Als u op de ent-toets drukt, worden de ingevoerde gegevens geaccepteerd en verwerkt. De geldige acties worden uitgevoerd en de volgende optie wordt geopend. Escape-toets (esc) Druk op de esc-toets om de huidige optie te sluiten en terug te keren naar het vorige menuniveau. Eventuele wijzigingen die u in de optie-instellingen hebt aangebracht, worden geannuleerd. Als u meerdere malen op de esc-toets drukt, keert u terug naar het beginscherm (wordt ook BANNER genoemd).
SYSTEEM INSCHAKELEN Voor het inschakelen Code + ent Code + A INSCHAKELEN 120 Voordat het systeem ingeschakeld wordt, moet u zorgen dat alle deuren en ramen goed zijn gesloten, en dat de zones die door bewegingsdetectoren worden beveiligd, niet worden geblokkeerd. Volledig inschakelen Bij elk cijfer dat u invoert, hoort u een geluidssignaal en verschijnt een * op het bediendeel. Nadat alle cijfers zijn ingevoerd, drukt u op ent of A > om de inschakelprocedure te starten.
Geluidssignaal Tijdens de inschakelperiode wordt een continu geluidssignaal gegenereerd als alle zones zijn gesloten. Als een zone wordt geopend tijdens de inschakelperiode, hoort u een onderbroken geluidssignaal. U hoort het onderbroken geluidssignaal ook tijdens de laatste 25% van de insteltijd om aan te geven dat de resterende tijd bijna op is. Geopende zones De periode voor het verlaten van het gebouw wordt opnieuw gestart als een of meer zones geopend worden tijdens de inschakelperiode.
MAX-INSCHAKELOPTIES Inschakelen met gebruikerskaarten/-tags U kunt MAX-gebruikerskaarten/-tags gebruiken om het systeem in te schakelen. Hiervoor wijst u een van de inschakelopties toe aan een MAX-gebruikerskaart/-tag. Wanneer u de MAX-kaart vijf seconden tegen een MAX-lezer houdt, wordt de geprogrammeerde MAX-functie geactiveerd. Als bijvoorbeeld de MAX-functie 13 = Deelbv. insch is toegewezen, wordt het systeem deelbeveiligd ingeschakeld wanneer u de MAX-kaartfunctie “Kaart vastgehouden” activeert.
SYSTEEM UITSCHAKELEN Normale opening PIN + ent Galaxy 520 V5.00 15.49 MA 18 Nov Het uitschakelen wordt onmiddellijk gestart wanneer de laatste deur wordt geopend of een openingszone wordt geactiveerd. U hoort een langzaam pulserend geluidssignaal, en moet direct naar het bediendeel gaan en een geldige PIN invoeren, gevolgd door A>,
WAARSCHUWINGSSTATUS Wanneer een probleemsituatie optreedt terwijl het systeem is uitgeschakeld, wordt de waarschuwingsstatus geactiveerd. Dit betekent dat een pulserend geluidssignaal en/of een visuele waarschuwing op het bediendeel worden gegenereerd. Voer uw code in via het bediendeel en druk op ent. De problemen worden weergegeven. Gebruik de toetsen A> en
MENUOPTIES De Galaxy 3-serie biedt verschillende menuopties voor het wijzigen van de functionele prestaties van het systeem. Er zijn twee menustructuren: Volledig menu Deze opties kunnen alleen worden geopend door de installateur en door geautoriseerde gebruikers, zoals gebruikers met de hoofdmanagercode. Verkort menu Een selectie van opties uit het volledige menu. Het verkorte menu is standaard toegankelijk voor alle gebruikerscodes (type 2.3 en hoger), behalve de hoofdmanager en de installateur. Gebr.
Menu openen Als u het menu wilt openen, moet u een geldige code invoeren en op ent drukken. Als er nietgeresette systeemalarmen zijn, worden deze weergegeven. Als er meer dan één alarm is, wordt het teken > weergegeven en kunt u de A- en B-toets gebruiken om alle problemen te bekijken. Wanneer u nogmaals op ent drukt, wordt het menu geopend. Het menu dat wordt geopend (volledig of verkort), is afhankelijk van het gebruikerstype. OPMERKING: 1.
Overbrug Zone (Gebruikerstype 2.3 en hoger) Doel Met deze optie kunt u zones overbruggen voordat u het systeem instelt. Alleen zones die kunnen worden overbrugd, worden weergegeven. PIN + ent 0 = OVERBRUG ZONE [ent] = Selecteer ent 1003 A1 INBRAAK #=OVERB ENT=INSCH >A 1004 SECURITY #=OVERB ENT=INSCH # 1004 SECURITY OVB. ENT= NSCH ent 1 OVERBRUGD 120 esc ZONES OVERBRUGD 14:35 DI 17 DEC OPMERKING: Zones worden slechts één inschakelperiode overbrugd. Overbrug Zone selecteren Open het verkorte menu.
ATM PIN + ent [ent] = Selecteer 1=ATM-1 >A [ent] = Selecteer 2=ATM-2 ent TOEG. VERTR. ATM-2 12 mins TOEG. TIME-OUT ATM-2 10 mins ATM PIN + ent 1=TOEG. RESET 2=TOEG. STOPPEN ATM 1/2/3/4 zones Als u ATM-zones wilt overbruggen, voert u een van de tien ATM-codes (laatste tien gebruikers) in. U selecteert deze optie door een ATM-code in te voeren en op ent te drukken. Gebruik de toets A> om door de vier ATM-zoneopties (ATM1 tot ATM4) te bladeren, en selecteer een optie door op ent te drukken.
Bel functie (Gebruikerstype 2.3 en hoger) PIN + ent 0=OVERBRUG ZONE [ent] = Selecteer 2 2=BEL FUNCTIE [ent] = Selecteer ent BEL MODE 0=UIT >A BEL MODE 1=AAN ent Doel Met deze optie schakelt u de modus Bel functie aan of uit. Wanneer de modus Bel functie is ingeschakeld, worden zones waarvoor de installateur Bel functie heeft geprogrammeerd, even geactiveerd bij opening. OPMERKING: Mogelijk worden in uw systeem geen zones van dit type gebruikt. Bel functie selecteren Open het verkorte menu.
1001 INBRAAK COMPUTER ROOM 2+1 1021 SECURITY CASHIER DOOR esc Status De huidige status van de zone wordt weergegeven in de vorm van informatie over het circuit, bijvoorbeeld Open of Gesloten. De weergave schakelt tussen deze informatie en functie-informatie. Beschrijving Als een zonebeschrijving is geprogrammeerd, verschijnt deze op de onderste regel van het scherm. De beschrijving bestaat uit alfanumerieke tekst en biedt een gedetailleerde beschrijving van de zone, bijvoorbeeld Deur linkervleugel.
versie
Looptest (Gebruikerstype 2.5 en hoger) PIN + ent 0=OVERBRUG ZONE [ent] = Selecteer 6 6 = LOOPTEST [ent] = Selecteer ent 1=TEST ALLE ZNS 2=SELECTEER ZNS 1 LOOPTEST ACTIEF ESC = STOPPEN GEEN TOEGANG 2 1001 LAATSTE #=TEST ENT=START >A 1002 VOLGZONE #=TEST ENT=START # 1002 VOLGZONE TEST ENT=START ent Doel Met de optie Looptest kunt u de zones testen. Er zijn twee opties beschikbaar: 1. Alle zones kunnen worden getest 2.
Tijd en datum (Gebruikerstype 3.6) PIN + ent 0 = OVERBRUG ZONE [ent] = Selecteer 7 7 = TIJD EN DATUM [ent] = Selecteer ent 15:25 01/03/05 A=TIJD B=DATUM A>
Codes (Gebruikerstype 3.6) PIN + ent 0 = OVERBRUG ZONE [ent] = Selecteer 8 8 = WIJZIG CODES [ent] = Selecteer ent CODES 1 = Gebr. Codes Doel Met de menuoptie Codes kunnen managers (gebruikerstype 3.6) de codes toewijzen, wijzigen en verwijderen waarmee gebruikers het systeem kunnen bedienen en opties kunnen wijzigen. De optie Codes bevat twee submenu’s: 1. Gebr.
PIN + ent 0 = OVERBRUG ZONE [ent] = Selecteer 8 8 = WIJZIG CODES [ent] = Selecteer ent WIJZIG CODES 1 = Gebr. Codes ent 001 GEBR. L3 ent [ent] = Selecteer 1 = Wijzig Code ent 001 PIN > 5678 ent 001 PIN > #5678 Geeft DUBBELE CODE aan 001 GEBR. L3 Codes selecteren Open het verkorte menu. Druk eerst op 8 en vervolgens op ent. Gebr. Codes Nadat u de optie Codes hebt geselecteerd, drukt u op de toets 1 om Gebr. Codes te openen. Geef een gebruikersnummer weer met de toets A>.
PIN + ent 0=OVERBRUG ZONE [ent] = Selecteer 8 8 = CODES [ent] = Selecteer Nivo Wijzigen Aan elke gebruiker wordt een toegangsnivo toegewezen, dat bepaalt welke menuopties beschikbaar zijn voor de gebruiker (zie tabel 1 ‘Menuopties’ op pagina 7). Bij het selecteren van deze optie voert u het type in dat u aan de gebruiker wilt toewijzen en drukt u op ent om het programmeren te beëindigen en terug te keren naar het vorige menuniveau. Zie tabel 2 ‘Toegangsniveaus voor gebruikers’ voor de toegangsniveaus.
PIN + ent 0 = OVERBRUG ZONE [ent] = Selecteer 8 8 = WIJZIG CODES [ent] = Selecteer ent OPMERKING: De hoofdmanagercode biedt standaard toegang tot het volledige menu. WIJZIG CODES 1 = Gebr. Codes ent 001 GEBR. L3 A1_______ ent [ent] = Selecteer 3 = Wijzig Code 3 [ent] = Selecteer 3 = Wijzig Naam >A • Verkort menu Alle gebruikerscodes bieden standaard toegang tot het verkorte menu. Dit menu bestaat uit een selectie van tien opties (0 - 9) uit de menuopties 11 - 49.
PIN + ent 0=OVERBRUG ZONE [ent] = Selecteer 8 8 = WIJZIG CODES [ent] = Selecteer ent Tijdelijke codes Via de optie Tijdelijk Code kunt u een tijdelijke PIN toewijzen aan een gebruiker. Wanneer u deze optie selecteert, voert u het aantal dagen (0 – 99) in dat de code actief blijft. De standaardinstelling is 0. Dit betekent dat de code permanent is. Een tijdelijke code verloopt en wordt uit de lijst van codes verwijderd om middernacht na het toegewezen aantal dagen.
PIN + ent 0 = OVERBRUG ZONE [ent] to Select 8 8 = WIJZIG CODES [ent] to Select ent WIJZIG CODES 1 = Gebr. Codes ent 001 GEBR. L3 A ________ ent [ent] to Select 1 = Wijzig Code 6 [ent] to Select 6 = Wijzig Blokkn ent Blokkn A 1_______ >A 1_______ Wijzig Blokken Met deze optie bepaalt u tot welke systeemblokken de gebruiker toegang heeft en welke controle de gebruiker heeft over de desbetreffende blokken. De optie Wijzig Blokken is alleen beschikbaar als Blokmode is geactiveerd door de installateur.
* Blokkn B1_______ >B Ú23_____ ent • Blokken selecteren Gebruikers kunnen aan meer dan één blok worden toegewezen maar kunnen mogelijk ook bepalen welke van de toegewezen blokken ze willen weergeven, of willen in- of uitschakelen. Door op de toets * te drukken bij het toewijzen van blokken aan de gebruiker, activeert u de mogelijkheid om blokken te selecteren. OPMERKINGEN: 1. De manager heeft altijd toegang tot alle systeemblokken. Dit kan niet worden gewijzigd. 2.
PIN + ent 0 = OVERBRUG ZONE [ent] = Selecteer 8 8 = WIJZIG CODES [ent] = Selecteer ent WIJZIG CODES 1 = User Codes ent 001 GEBR. L3 A ________ ent [ent] = Selecteer 1 = Wijzig Code 9 8 [ent] = Selecteer 8 = MAX Functie ent MAX Functie = NOT USED ** 1+2 (A>) MAX Function 12 = INSCHAKELEN ent [ent] = Selecteer 9 = MAX Bediendeel ent - BEDIENDEEL ** # = Enable # 01 - BEDIENDEEL # = Disable A> 02 - BEDIENDEEL # = Disable ent MAX Functie De MAX-kaart kan worden toegewezen aan één menuoptie.
PIN + ent 0 = OVERBRUG ZONE [ent] = Selecteer 8 8 = WIJZIG CODES [ent] = Selecteer ent WIJZIG CODES 1 = GEBR. CODES PIN Waarschuwing Met deze optie activeert u het weergeven van het resterende aantal dagen vóór de vervaldatum van gebruikerscodes waarvoor de optie PIN Change is ingeschakeld. Tijdens de waarschuwingsperiode wordt de gebruiker gevraagd een nieuwe code in te voeren wanneer de bijna verlopen code wordt ingevoerd.
Inbraakspoor (Gebruikerstype 3.6) PIN + ent 44 = INBRAAKSPOOR [ent] = Selecteer 01:04 1064 ZO 01 JAN INBRAAK 09:30 ZO 01 JAN UITGESCH. MANAGR Met deze optie kunt u een overzicht weergeven van de meest recente alarmactiveringen. De optie Inbraakspoor registreert de details van het in- en uitschakelen van het systeem onmiddellijk vóór en na de activering van het alarm, evenals de eerste vijf gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens de activering van het alarm.
PIN + ent 45 = KLOK AAN/UIT [ent] = Selecteer [ent] = Selecteer 2=Vakantie Dagen [ent] = Selecteer 2=Toewijzen Blok STATUS A12345678 Blokken YNYYYYYN PIN + ent 45 = KLOK AAN/UIT [ent] = Selecteer [ent] = Selecteer 3=Vroeg Open [ent] = Selecteer 1=Vroegtijdig Vroeg Open UU:MM De blokken waarop de geprogrammeerde vakantieperiode van toepassing is, worden toegewezen via de functie 2=Toewijzen Blok.
5=Laat Werk Met de optie Laat Werk autoriseert u een Autoset Verlenging vóór de waarschuwingsperiode begint. PIN + ent 45 = KLOK AAN/UIT [ent] = Selecteer [ent] = Selecteer 6=Weekend werk 6=Weekend werk Met de optie Weekend werk schakelt u het systeem gedurende het weekend uit. Als voor Weekend Dag een andere waarde dan 0 = UIT (de standaardinstelling) is geprogrammeerd, nemen de timers op de volgende geprogrammeerde weekenddag de toegewezen patroondag over.
Overbrug Blok (Gebruikerstype 3.6) Met deze optie kan een code van het type 3.6 alle zones die kunnen worden overbrugd en open zijn op het einde van de bevestigingstijd in een of meer blokken, als één blok overbruggen. Alle zones in de desbetreffende blokken met de parameter Overbruggen geactiveerd, worden overbrugd als u deze optie selecteert. Blokken kunnen worden overbrugd en weer opgenomen zonder dat het systeem hoeft te worden in- en uitgeschakeld.
RS toegang (Gebruikerstype 3.6) Met deze menuoptie regelt u verbindingen voor remote service. Remote service is een procedure waarmee de installateur het alarmsysteem op afstand kan bedienen via een telefoonlijn of een soortgelijke verbinding.
LOOS ALARM VOORKOMEN Loos alarm is lastig en kan duur zijn. En mogelijk reageert de politie niet meer op volgende alarmen. Hier zijn negen tips om u te helpen loos alarm te voorkomen. 1. Zorg dat u goed vertrouwd bent met de bediening van het alarmsysteem. Als u afwezig bent, moet een persoon met duidelijke instructies bereikbaar zijn om het systeem te bedienen. 2. Voordat u het gebouw verlaat, controleert u of alle deuren en ramen goed zijn gesloten. 3.
TABELLEN MET ZONEREFERENTIES Zone Functie B eschrijving B el Overbr. Gedeelt. 1001 1002 1003 1004 1005 1006 1007 1008 1011 1012 1013 1014 1015 1016 1017 1018 RIO ZONE Functie Beschrijving OVERB Deelbv. Bel functie Functie Beschrijving OVERB Deelbv.
ALARM- EN HELP-BERICHTEN ALARM ACTIEF Alarm Situatie Het systeem bevindt zich in alarmmodus. Het alarm moet worden gereset met behulp van een geldige PIN of kaart. Paniek. Reset gevraagd PANIEK RESET GEVRAAGD Wanneer een PA-zone (overval) is geactiveerd, moet het systeem opnieuw worden ingeschakeld met behulp van een code van hoog nivo (zoals een manager of installateur, afhankelijk van de nivo-instelling voor het opnieuw inschakelen). RESET CENTRALE RESET GEVRAAGD Reset Centrale.
GEGEVENS INSTALLATEUR Naam: -----------------------------------------------------------------------------------Adres: ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Telefoon: -------------------------------
35
© Copyright Honeywell Security IU6-0033 Rev 1 36