Installation Instructions

Galaxy Flex - Installatiehandleiding Standaardcodes
37
Standaardcodes
Het systeem heeft drie standaardcodes: Manager, Installateur en Remote Code.
Flex-model Totaal aantal
codes
Manager Installateur Remote Code
Standaard-
PIN
Gebr.nr. Standaard-
PIN
Gebr.nr. Standaard-
PIN
Gebr.nr.
FX100 100 1234 98 112233 99 543210 100
FX50 50 1234 48 112233 49 543210 50
FX20 25 1234 23 112233 24 543210 25
Time-out bediendeel
Als u gedurende 5 minuten geen gebruik maakt van het bediendeel, zal de bannertekst
worden weergegeven. Dit is niet het geval als u bent aangemeld als Installateur (type 7).
Opmerking: Bij de optie Looptest is de time-out 20 minuten als er geen zones worden
getest of geen toetsen worden ingedrukt. Bij 66=ZONECONTROLE
is de time-out 20 minuten nadat de laatste zone werd geactiveerd.
Installateurmodus
Om de centrale te programmeren moet het systeem in installateurmodus staan, zodat de
opties van de systeemmenu’s 50=SYSTEEM 1, 60=SYSTEEM 2 en 70=SYSTEEM 3
toegankelijk zijn.
Als u voorafgaand aan de overdracht een centrale instelt en programmeert, gebruik dan
de volgende procedures voor toegang tot de installateurmodus.
Installateurmodus activeren:
1. Voer de standaard managercode in en druk op ent.
2. Druk op 48 ent 1 ent 1 ent 1 ent om de installateurmodus te activeren. U hebt 5
minuten om de volgende stap uit te voeren.
3. Druk meerdere keren op esc om terug te keren naar de Honeywell-banner.
4. Voer de standaard installateurcode in en druk op ent.
Na overdracht moeten de codes zijn gewijzigd en kunt u de stappen 1 en 2 alleen uitvoeren
via een manager of een andere type 6-gebruiker. Raadpleeg Installateur Toegang [48] voor
meer informatie.
Daarnaast kan elke gebruiker en prox-tag bij een Keyprox-bediendeel houden en vervolgens
tegelijkertijd op
en 3 drukken.