Installation Instructions

Galaxy Flex - Installatiehandleiding Aanvullende programmering
29
Weerstand (09 ent) – Hiermee kunt u de vooraf gedefinieerde weerstand van
de geselecteerde zone wijzigen.
Antimask Test (08 ent) – Hiermee kunt u de activiteit van zones controleren.
RF Opties (11 ent) – Hiermee krijgt u toegang tot de volgende opties:
Serienummer (1 ent) – Hiermee kunt u serienummers van draadloze apparaten
handmatig invoeren of automatisch inleren.
Loop Nummer (2 ent) – Hiermee kunt u het lusnummer van draadloze apparaten
met meerdere ingangen instellen.
Supervisie (3 ent) – Hiermee kunt u periodieke apparaatsupervisie instellen.
Auto Reset (4 ent) – Hiermee kunt u instellen dat een zone na vijf seconden
geforceerd wordt gesloten.
Signaal Niveau (5 ent) Hiermee kunt u het signaalniveau van het apparaat weergeven.
Programmeer Uitgangen (53 ent + Uitgangsadres)
Uitgang Functie (1 ent) – Hiermee kunt u het type uitgang instellen.
Omschrijving (5 ent) – Hiermee kunt u uitgangen een naam geven (max. 12 tekens).
Uitgang Status (2 ent) – Hiermee krijgt u toegang tot de volgende opties:
Vasthoudend (1 ent) – Hiermee kunt u instellen dat een uitgang actief is totdat
er een geldige code wordt ingevoerd.
Meegaand (2 ent) – Hiermee kunt u instellen dat de uitgang de activiteit van een
triggergebeurtenis volgt.
Puls (3 ent) – Hiermee kunt u instellen dat de uitgang actief blijft gedurende
de geprogrammeerde pulstijd.
Uitgang Blokken (7 ent) – Hiermee kunt u blokken toewijzen aan de uitgang.
Bediening via TouchCenter (6 ent 1 ent) – Hiermee kunt u instellen welke uitgangen
kunnen worden bediend via het TouchCenter.
Uitgang Polariteit (3 ent) – Hiermee kunt u de polariteit omkeren (standaard is positief,
schakelt van +12 V naar 0 V bij activeren).
Communicatie (56 ent)
Voor elk moduletype kunt u, indien van toepassing (1 tot 8 ent):
Format selecteren
Triggergebeurtenissen of kanalen inschakelen
Klantnummer instellen
Telefoonnummer/IP-adressen instellen
Frequentie autotest instellen
Installateurtest uitvoeren