Installation Instructions
Detectors aansluiten op zones Galaxy Flex - Installatiehandleiding
16
Detectors aansluiten op zones
Opmerking: Het inleren van draadloze detectors wordt behandeld op pagina 27.
Zones zijn individuele invoercircuits die volledig kunnen worden geprogrammeerd in
het menu Programmeer Zones (52 ent). In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de
standaardinstellingen voor zones kunt wijzigen, ongebruikte zones kunt verwijderen
en detectors kunt aansluiten.
Zoneadressering
Het zoneadres is als volgt ingedeeld:
Het RIO-adresbereik is 00 tot 12 en elke RIO ondersteunt maximaal 8 zones. Camerazones
gebruiken deze adressen in volgorde van aansluiting: 8001, 8011, 8021, 8031 en 8041.
Opmerking: RIO 100 en 101 zijn de vaste, ingebouwde RIO-adressen.
De adressering van zones in de centrale is als volgt:
Zone Adres Zone Adres
1 1001 (Laatste) 7 1013 (Inbraak)
2 1002 (Volgzone) 8 1014 (Inbraak)
3 1003 (Inbraak) 9 1015 (Inbraak)
4 1004 (Inbraak) 10 1016 (Inbraak)
5 1011 (Inbraak) 11 1017 (Inbraak)
6 1012 (Inbraak) 12 1018 (Inbraak)
Gebruik desgewenst het menu Zone Omschrijving (52 ent 2 ent) om uw zones
te benoemen.
Zoneconfiguratie
Opmerking: De responstijd van het circuit (de periode dat de zone een status moet
behouden om een wijziging in de omstandigheid vast te leggen) is 300 ms.
De standaard zoneconfiguratie is 1 kΩ double balanced met foutcontrole via een 3kΩ-
weerstand (preset 11). In de volgende configuratie wordt er een antimaskvoorwaarde
gegenereerd als gelijktijdig een alarm en fout worden gesignaleerd.