Installation Instructions

Galaxy Flex - Installatiehandleiding Communicatie [56]
147
3=Ontvanger Volgorde Voer de volgorde in waarin het paneel alarmen probeert
te melden aan ontvangersVoer het nummer van elke ontvanger
in de gewenste volgorde in. Elke ontvanger kan meerdere keren
worden ingevoerd.
Voorbeeld:
1123
Wanneer een alarm optreedt, probeert het paneel de gebeurtenis
te melden aan de ontvanger die in volgorde is ingesteld. Als die
poging mislukt, probeert het paneel de volgende ingestelde
ontvanger enzovoorts, totdat het lukt om het alarm te melden of
alle ontvangers in de volgorde zijn geprobeerd. In het gegeven
voorbeeld zal de centrale ontvanger 1 twee keer proberen en
daarna ontvanger 2 en dan ontvanger 3. Als geen van de
pogingen slaagt, wordt een communicatiefout weergegeven.
4=Audio Ontvanger Gebruik deze ontvanger als het alarmbericht moet worden
gevolgd door audio-overdracht voor alarmverificatie. Dit
voorkomt dat normale ontvangers worden geblokkeerd door
langere telefoonoproepen van het meeluisterproces.
Triggers [56.1.2.1.2]
Wanneer u de optie selecteert, wordt de eerste triggergebeurtenis weergegeven (zie Tabel 10
voor een lijst van beschikbare triggers). Dit zijn de gebeurtenissen en alarmmeldingen die
naar de alarmcentrale of de computer worden verzonden. Als de triggerstatus is ingesteld op
1=Ingeschakeld, zorgt de activering van een gebeurtenis ervoor dat de gebeurtenisgegevens
worden verzonden naar de ontvanger. De triggers zijn beschikbaar voor de PSTN-module,
de USB-module en de ethernetmodule.
Triggergebeurtenis Triggergebeurtenis
01=Paniek 11=Modules/communicatie
02=Inbraak 12=230VAC fouten
03=Security 13=Menu toegang
04=Custom zones 14=Storing
05=Brand 15=Geheugenzone
06=Inschakel Fout 16=Toegang Geheugen
07= Overbrugd 17=Zoneherstel
08=Sabotage 18=RF supervisie
09=Inschakeling 19=Fout
10=Reset
Tabel 10 Triggergebeurtenissen
U kunt triggergebeurtenissen als volgt in- of uitschakelen:
1. Blader naar de trigger die u wilt in- of uitschakelen en druk vervolgens op ent.