Installation Instructions

Programmeer Zones [52] Galaxy Flex - Installatiehandleiding
112
Laatste, Sec/Ltste, Dl/Ltste, Sleutel- en Puls aan-zones
Als de ster
blokfunctie wordt toegewezen aan een zone die is ingesteld als Laatste,
Security laatste, Deel laatste of Puls-aan, beëindigt u door het sluiten van de zone terwijl
u meerdere blokken inschakelt, de inschakelprocedure voor alle blokken die aan de zone
zijn toegewezen.
Zie de zonefuncties voor meer informatie over de werking van deze functie.
Volgzones
De ster
blokfunctie kunt u aan een zone toewijzen die is ingesteld als Volgzone. Hierdoor
kunt u een volgzone activeren in een blok dat momenteel niet wordt uitgeschakeld, zonder
daarbij een inbraakalarm te genereren.
Zie de zonefuncties voor meer informatie over de werking van deze functie.
Systeemalarmsignalen
Flex-centrales zijn voorzien van sabotage- en alarmcircuits die niet programmeerbaar zijn.
Dankzij deze circuits blijft de integriteit van het systeem behouden. Deze circuits horen
bij Blok A1.
Zone Alarm Beschrijving
0001 ACCU CENT Systeem Accu bijna leeg
0002 230VAC CENT 230VAC-uitval
0003 SABOTAGE Dekselsabotage
0004 SAB AUX Aux Sabotage
Tabel 5 Centralealarmen
11=RF-opties
De volgende subopties zijn beschikbaar:
1=Serienummer Het serienummer van de draadloze detector voor deze zone wordt
weergegeven (indien ingesteld). Druk op # om het serienummer
in hexadecimaal formaat weer te geven. Om een nieuwe detector
in te leren, moet het serienummer handmatig worden ingesteld of moet
de inleermodus worden gebruikt.
Als u het serienummer handmatig opgeeft, selecteer dan apparaattype:
1=Alpha of 2=V2. Een serienummer programmeren via de inleermodus:
1. Druk op
in plaats van een serienummer te typen.
2. Plaats de batterij in de detector en activeer de sabotageschakelaar.
Het serienummer van de detector wordt opgeslagen en gedurende
2 seconden weergegeven. Als menuoptie 51.60.8 is ingeschakeld,
hoort u een dubbele toon.