Operation Manual
Galaxy Flex - Installatiehandleiding Parameters [51]
83
Aantal Alarm [51.48]
Met deze parameter kan per blok worden ingesteld hoeveel alarmen per ingeschakelde
periode maximaal naar de meldkamer mogen worden verstuurd. Er zijn drie opties:
1=Aantal alarmen Het totaal aantal zoneactiveringen dat wordt geregistreerd in één
ingeschakelde periode. De te selecteren waarden zijn 0-10
waarbij 0 onbeperkt is.
2=Uitschakel limiet Het aantal activeringen per zone die worden geregistreerd in één
uitgeschakelde periode. De te selecteren waarden zijn 0-10
waarbij 0 onbeperkt is. De standaardwaarde is 3. Brandalarm
worden niet beperkt door deze parameter.
3=Inschakel limiet Het aantal activeringen per zone die worden geregistreerd in één
ingeschakelde periode. De te selecteren waarden zijn 0-10
waarbij 0 onbeperkt is. De standaardwaarde is 3. Brandalarm
worden niet beperkt door deze parameter.
Opmerking: Deze functie heeft alleen effect als Contact ID, SIA of Microtech als
protocol is ingesteld.
Bevestigtijd [51.49]
Met deze optie stelt u de maximale tijd in voor het genereren van een bevestigd alarm tussen
twee afzonderlijke zones met een maximum van 99 minuten, hetgeen gelijk is aan de
volledige ingeschakelde periode, met een standaardwaarde van 50 minuten.
Bediendeel Toegang [51.54]
Met deze optie kunt u aangeven hoe het bediendeel het systeem uitschakelt. Er zijn twee opties:
1=Altijd Het systeem kan altijd door het bediendeel worden uitgeschakeld.
2=Behalve Inloop Behalve tijdens de ingangstijd. Dit zorgt ervoor dat gebruikers het
systeem uitschakelen via een keyfob of tag (draagbaar apparaat).
Bevestigingswerking [51.55.1]
Met deze optie stelt u in wanneer bevestigde alarmen kunnen worden getriggerd.. De te
kiezen waarden zijn:
1=Voor Inloop Bevestigde alarmen kunnen alleen voor het starten van de
ingangstijd worden geactiveerd.
2=Behalve inloop Bevestigde alarmen kunnen op elk moment worden getriggerd,
behalve gedurende de ingangsvertragingstijd. (PD6662: 2004)
3=Altijd Bevestigde alarmen kunnen op elk moment worden getriggerd.
(PD6662: 2010)
Bevestiging Inloop Timeout [51.55.2]
Met deze optie geeft u aan of uitgangszones een bevestigd alarm kan veroorzaken na
een ingangstime-out.
0= Uitschakelen Uitgangszones kunnen alleen onbevestigde inbraakalarmen
veroorzaken. Zij maken geen deel uit van de twee
activeringen die nodig zijn voor een bevestigd alarm.
1=Inschakelen Na het verstrijken van de ingangstijd, zal de activering van
een uitgangszone hetzelfde effect hebben als een inbraakzone.