Operation Manual
Galaxy Flex - Installatiehandleiding Bijlage G: Randapparatuur
249
Een Wiegand-apparaat aansluiten
U kunt een standaard Wiegand-kaartlezer of bediendeel aansluiten op de DCM.
Het bediendeel kan in een 4-bits en 8-bits burstmode werken.
Adressering met DIP-schakelaars
U moet met de DIP-schakelaars het DCM-adres een uniek adres geven voordat u de module
aansluit op een stroomvoorziening. In de volgende tabel ziet u de adresnummers voor
de DIP-schakelaars. Plaats de schakelaars 4 - 8 in de Uit-positie.
Schakelaar
Adres
1 2 3 4 tot 8
0 UIT UIT UIT UIT
1 AAN UIT UIT UIT
2 UIT AAN UIT UIT
3 AAN AAN UIT UIT
De DCM aansluiten op het systeem
Verbind de DCM met de RS485-datalijn. De DCM vereist 12 V dc dat kan worden geleverd
via de stroomvoorziening van de centrale of via de Power RIO als deze is geplaatst in de
Power RIO-behuizing (zie Afbeelding 17).
Opmerking: Als de DCM de laatste module op de lijn is, sluit u een eindweerstand van
680 Ω aan op de A en B-terminals.
DCM configureren
De DCM wordt in het systeem geconfigureerd wanneer de centrale wordt ingeschakeld of
wanneer de installateurmode wordt afgesloten. De knippersnelheid van de groene
communicatie-LED (LED 1) op de DCM geeft de status van de communicatie met
de centrale aan. Als de LED één keer per seconde kort oplicht, is de communicatie goed.
Als LED 2 brandt, krijgt de DCM stroom.