Operation Manual
Galaxy Flex - Installatiehandleiding Bijlage G: Randapparatuur
225
RIO-bedrade zone/uitgangsuitbreiding
Een RIO-bedrade zone/uitgangsuitbreiding levert 8 programmeerbare zones en 4 uitgangen.
Opmerking: In plaats van een RIO kunt u een Power RIO monteren.
De RIO vereist 12 VDC (bereik tussen 10.5 V en 16.0 V) en 40 mA. Deze kunnen geleverd
worden door de centralevoeding of door een externe voeding als door de afstand een grote
afname van de spanning in de kabel wordt veroorzaakt.
Bedrading
1. Start op een bediendeel de Installateurmode.
2. Sluit de RIO-terminals als volgt aan:
RIO-
terminals
Terminals
+12 V centrale, bediendeel of externe voeding
–0 V centrale, bediendeel of externe voeding
A A-terminal van de vorige module op de lijn of centrale als RIO de eerste op de
lijn is
B B-terminal van de vorige module of centrale als de RIO de eerste op de lijn is.
Opmerking: Als de RIO de laatste module op de lijn is, sluit u een eindweerstand
van 680Ω aan op de A en B terminals.
Configuratie
Om de RIO te kunnen configureren in het systeem dient u de Installateurmode te verlaten.
Als het bericht XX Modules toegevoegd [<],[>] bekijken wordt weergegeven, heeft
het systeem de nieuwe module herkend. Druk op A of B om te bevestigen dat de RIO
is toegevoegd. Als het bericht niet wordt weergegeven of als de RIO niet in de lijst
met toegevoegde modules staat, communiceert de RIO niet met de centrale of is deze
ingeschakeld op hetzelfde adres als een RIO die al op het systeem is aangesloten.
De knippersnelheid van de rode LED (LED 1) geeft de status van de communicatie tussen
module en centrale aan.
Knippersnelheid (sec.) Betekenis
0,1 aan / 0,9 uit Normale communicatie
Uit Geen gelijkstroom
1,5 aan / 1,5 uit RIO is niet in het systeem geconfigureerd
0,2 aan / 0,2 uit RIO heeft verbinding met systeem verloren
0,9 aan / 0,1 uit Zeer slechte verbinding
Zones
De RIO heeft acht programmeerbare zones met als standaardwaarde INBRAAK. Elke zone
wordt Double balanced gecontroleerd met een weerstand van 1 kΩ in serie geschakeld met de
zonedetector en een weerstand van 1 kΩ parallel geschakeld over de detectorschakelaar.
De wijziging in een weerstand van 2 kΩ (1%) registreert de zone als open/alarm.