Operation Manual

Detectors aansluiten op zones Galaxy Flex - Installatiehandleiding
16
2. Sluit de centrale en de randapparatuur aan de hand van de informatie in de onderstaande
tabellen in serie aan met een RS485-databus tussen elk apparaat.
Opmerking: Gebruik geen lus- of sterconfiguraties.
U wordt ten zeerste aangeraden om afgeschermde twisted pair-kabel te gebruiken
(vergelijkbaar met Belden 8723 cat. 5/5E). Als de kabel korter is dan 100 meter,
kan ook standaard 4-aderige kabel worden gebruikt.
Paneel
Bediendeel/
Keyprox
TouchCenter
RIO/DCM
PSU
Audio
Interface
Telecom
Ethernet
RF
Portal
+12 V + + Vin X* +12 V +12 V + +
GND 0 V GND - - -
A A G A A A A A A
B B Y B B B B B B
* Sluit voedingen niet in parallelle configuratie aan. Sluit geen +12 V-terminals aan
tussen de centrale en externe voedingen. U moet de 0V-pool (neutraal) van alle
voedingen echter wel aansluiten op een aardingsreferentiepunt.
Detectors aansluiten op zones
Opmerking: Het inleren van draadloze detectors wordt behandeld op pagina 20.
Zones zijn individuele inputs die volledig kunnen worden geprogrammeerd in het menu
Zones (52 ent). In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de standaardinstellingen voor zones
kunt wijzigen, ongebruikte zones kunt verwijderen en detectors kunt aansluiten.
Zoneadressering
Het zoneadres is als volgt ingedeeld:
Het RIO-adresbereik is 00 tot 12 en elke RIO kan maximaal 8 zones verwerken.
Opmerking: 00 en 01 zijn de vaste, onboard RIO-adressen.
De onboard zone adressen zijn als volgt:
Zone Adres Zone Adres
1 1001 7 1013
2 1002 8 1014
3 1003 9 1015
4 1004 10 1016
5 1011 11 1017
6 1012 12 1018
Gebruik desgewenst het menu Omschrijving (52 ent 2 ent) om uw zones te benoemen.