Operation Manual

Communicatie [56] Galaxy Flex - Installatiehandleiding
152
De volgende opties zijn beschikbaar om bepaalde paden of alle paden te selecteren.
1=Primair Bewaakt alleen het primaire transmissiepad.
2=Secundair Bewaakt alleen het secundaire transmissiepad.
3=Alarm Monitor Bewaakt alleen het Alarm Monitor-transmissiepad.
4=Iedere Bewaakt alle transmissiepaden. Als er een toezichtfout wordt
aangetroffen op een van de paden, wordt er een lijnfout geactiveerd.
5=Alle Bewaakt alle transmissiepaden. Als op alle paden een toezichtfout
wordt aangetroffen, wordt er een lijnfout geactiveerd.
SIA-controle [56.4.08]
Wanneer de SIA-controle commando’s worden gebruikt voor integratiedoeleinden, moet het
IP-adres van de computer die de SIA-commando’s verzendt in dit veld worden ingevoerd,
zodat alleen opdrachten van een computer met het geprogrammeerde IP-adres door de
Ethernet-module worden herkend.
Het IP-adres moet de notatie XXX.XXX.XXX.XXX hebben. De punt wordt automatisch na elke
reeks van drie cijfers toegevoegd. Als u het scheidingsteken handmatig wilt toevoegen, drukt u op
.
Encryptie [56.4.09]
De Ethernet-module ondersteunt een 128-bits encryptiealgoritme voor alle communicatieopties.
Gebruik deze optie om de codering voor elke communicatieoptie in of uit te schakelen.
De standaardinstelling voor elke optie is UIT.
1=Alarmrapport Met deze optie wordt de codering geregeld voor de primaire en
secundaire alarmtransmissiepaden.
2=RS toegang Met deze optie wordt de codering geregeld voor de
Remote Servicing-sessies.
3=SIA-Controle Met deze optie wordt via het SIA-controleprotocol de codering
geregeld voor de communicatie tussen de Ethernet-module en de
remote computer.
4=Alarm Monitor Met deze optie wordt de codering geregeld voor de
alarmtransmissiepaden van Alarm Monitoring.
GPRS-netwerk [56.4.10]
Als u GPRS wilt gebruiken, moet u de opties Format [56.4.02.1], Primaire IP [56.4.02.2]
en Klantnummer [56.4.02.4] instellen. Daarnaast moet u de volgende opties instellen:
1=APN De naam van het toegangspunt voor de GPRS-provider; maximaal
30 tekens.
2=Login De login (gebruikersnaam) voor de GPRS-provider; maximaal
20 tekens.
3=Paswoord Het paswoord voor de GPRS-provider; maximaal 20 tekens.
GSM [56.5]
De GSM-module heeft dezelfde menustructuur en functies als Interne
modem/kiezer[56.1], met de volgende uitzonderingen:
11=FTC
Wordt bepaald door het aantal pogingen en niet door de tijdsduur.