Installation Instructions

Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
6-75
52 - Programmeren Zones (vervolg)
Tabel 6-15. Centralealarmen
Selecteer het vereiste blok met A of B (A1–D8). Wanneer het eind van een blok is bereikt, wordt het volgende
blok van acht blokken weergegeven. Druk op 1–8 om het betreffende blok toe te wijzen en druk op ent om de
selectie te bevestigen.
Blokfunctie (
)
Sommige zonefuncties hebben een extra blokkenmerkfunctie waarmee overige blokken ook de werking ervan
ondervinden. Deze functie wijst u toe door op te drukken bij het toewijzen van het blok aan de zone.
Door op te drukken, wordt het momenteel aan de zone toegewezen blok weergegeven en gevraagd
of u andere blokken wilt toevoegen, bijvoorbeeld 1 1 – – – – – – –. Druk op 4 en 7 wordt toegewezen
aan 1 1 – – 4 – – 7 –.
Laatste, Sec/Ltste, Dl/Ltste, sleutel- en Puls aan-zones
Als de blokfunctie wordt toegewezen aan een zone met de functie Laatste, Sec/Ltste, Dl/Ltste of Puls aan,
beëindigt u door het sluiten van de zone terwijl u meerdere blokken inschakelt, de inschakelprocedure voor
alle blokken die aan de zone zijn toegewezen.
Zie de zonefuncties voor meer informatie over de werking van deze zonefuncties.
Laatste zones
De blokfunctie kunt u aan een zone toewijzen met de functie Laatste. Hierdoor kunt u een laatste zone
activeren in een blok dat momenteel niet wordt uitgeschakeld, zonder daarbij een inbraakalarm te genereren.
Zie de zonefuncties voor meer informatie over de werking van deze zonefunctie.
Systeemzones
De Galaxy-centrales hebben sabotage- en alarmcircuits die niet programmeerbaar zijn. Dankzij deze circuits
blijft de integriteit van het systeem behouden. Deze circuits horen bij Blok A1.
Zone Alarm Beschrijving
0001 ACCU CENT Systeem Accu
0002 230V CENT 230vac uitval
0003 SABOTAGE Dekselsabotage
0004 SAB AUX Aux Sabotage