Operating Instructions and Installation Instructions
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie
85
52 - Programmeer Zones
Optie 52 - Programmeer Zones
Zones worden in menu 52 geprogrammeerd. Elke zone heeft een reeks kenmerken, die in de volgende tabel
staan:
Zones selecteren
Wanneer de optie wordt geopend, wordt de eerste zone in het systeem weergegeven. Het toegewezen
zoneadres, de functie en het blok worden weergegeven op de bovenste regel, de omschrijving wordt
weergegeven op de onderste regel.
Nadat de eerste zone is weergegeven, kan elke willekeurige zone van het systeem worden weergegeven door
op de toets A of B te drukken, of door het adres van een specifieke zone in te voeren.
U kunt deze zone voor programmering selecteren door op de toets ent te drukken. Het
programmeerkenmerk 1=Functie van de eerste zone wordt weergegeven.
Kenmerken
U kunt de kenmerken doorlopen door op de toetsen A of B te drukken, of door rechtstreeks het
kenmerknummer te selecteren (1-6). Nadat het gewenste kenmerk wordt weergegeven, drukt u nogmaals
op de toets ent om het kenmerk te wijzigen.
Nadat het kenmerk is toegewezen, drukt u op de toets ent om de programmering op te slaan en terug te
keren naar de kenmerkselectie.
Kenmerken Beschrijving
1 Functie Wijst zonetype toe
2 Zone Omschr. SMS tekst - max 16 tekens, alfanumerieke omschrijving
3 Zone Test Zone wordt max. 14 dagen gecontroleerd
4 Overbr. Baar Zone kan door geautoriseerde gebruiker worden overbrugd
5 RF Opties Draadloze zones
6 Blokken Wist een zone toe in aan één groep in het systeem
Opmerking : blokken verschijnen alleen als de optie blokken is ingeschakeld.
(raadpleeg optie 63.1)
Tabel 27. Zonefuncties en -beschrijvingen
Tabel 26. Zonekenmerken
Zonefunctie Beschrijving
0 Niet Gebr Zone is niet actief in alarm maar sabotage wordt gecontroleerd.
1 Laatste
Activering start de getimede ingangsprocedure,activering tijdens inschakelen beëdigd de
inschakelprocedure.
2 Volgzone Als inbraakzone maar niet actief tijdens in en uitschakelprocedure.
3 Inbraak Geeft bij ingeschakeld systeem inbraakalarm.
4 24 uur Als inbraakzone maar dan 24 uur actief.
8 Puls Aan Beëindigt de inschakelprocedure.
9 Sleutel Overgang naar gesloten veroorzaakt uitschakeling, overgang naar open veroorzaakt inschakeling.
13 Paniek Activeert PA alarm.
14 Pa Stil Activeert PA stil alarm.
17 Link Heeft geen alarmfunctie maar wordt gebruikt om linken te activeren.
18 Reserve Maakt alle functies van een specifieke zone inactief, inclusief sabotage, RF-supervisie en RF lage batterij.
19 Brand Activeert een brandalarm.
20 Sabotage
Activeert een sabotagestatus (zowel de fysieke alarmstatus als de fysieke sabotagestatus van de zone
resulteren in dezelfde sabotage-activering).
23 Accu fout De functie veroorzaakt een aux voedingsfout.
25 230VAC Deze functie wordt gebruikt om een externe voeding te controleren
41 Inbr. laag Inbraakzone met lage prioriteit.
42 Inbr. hoog Inbraakzone met hoge prioriteit.
43 230vac ft Door de voeding veroorzaakte zonefout.
53 Sec/ltste Als volgzone, maar verandert in ingang wanneer een Laatste zone geforceerd wordt overbrugd.
54 Assist Activeert een alarm voor assistentie.
55 Sir. fout Veroorzaakt een sirene fout.