Galaxy 2 Series Installatie- en programmeerhandleiding Honeywell Security
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Inhoudsopgave Inhoud HOOFDSTUK 1: INLEIDING ........................................................................ 1 Optionele randapparaten...................................................................................... 2 Kenmerken ............................................................................................................. 3 RF ...............................................................................................
Inhoudsopgave Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Galaxy 2 Series aansluiten op de PSTN kiezer ................................................ 11 Goedkeuring voor telefooncentrales .............................................................................. 11 Aansluitfaktor ..................................................................................................................... 12 HOOFDSTUK 5: HARDWARE.................................................................
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Inhoudsopgave Randapparaten: installatie, aansluiting en adressering ................................ 26 Configuratie ........................................................................................................................ 26 Algemeen ............................................................................................................................ 26 Mk7 LCD-bediendeel/keyprox .............................................
Inhoudsopgave Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Deurbewakingsmodule - MAX3 ........................................................................................ 42 Standalone ................................................................................................................................................ 42 Online ........................................................................................................................................................
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Inhoudsopgave HOOFDSTUK 7: MENUOPTIES ................................................................ 61 Menu 10 - Inschakelmenu ................................................................................................. 61 Optie 11 - Overbrug Zone .......................................................................................................................... 61 Optie 12 - Inschakelen ..............................................
Inhoudsopgave Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 9: HET SYSTEEM IN WERKING STELLEN ..................... 126 Laatste systeemtest ........................................................................................................ 126 Gebruikersgegevens ....................................................................................................... 126 HOOFDSTUK 10: REMOTE SERVICE .................................................... 127 Telefoonlijn ...........
Inleiding Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 1: INLEIDING De Galaxy 2 Series is een inbraakalarmcentrale met 12 zones. Er bestaan 2 varianten. De 2-44+ is de volledige versie die tot 44 zones kan worden uitgebreid. De 2-20 is de instapversie die tot 20 zones kan worden uitgebreid. In deze handleiding komen beide versies aan de orde. Sommige functies zijn echter niet beschikbaar op de 2-20. In de volgende tabel staan de algemene specificaties van beide varianten.
Inleiding (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Optionele randapparaten • Zone-expander: voor acht extra bedrade zones en vier programmeerbare uitgangen. Of vier extra bedrade zones en geen uitgangen. • Ethernet-module: dit optionele randapparaat kan worden aangesloten op de RS485-lijn van de centrale. U beschikt dan over alarmsignalering, remote service en geïntegreerde faciliteiten via een Ethernet-LAN (Local Area Network) of -WAN (Wide Area Network).
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Inleiding (vervolg) Kenmerken RF Het systeem werkt met de 5800-ontvangers op ECP en/of de RF-portal op RS485. Er kunnen maximaal twee RF-ontvangers in het systeem worden aangesloten (twee op de ECP-bus, twee op de RS485-bus of één op elke bus) om maximaal 44 zones te ondersteunen. De RF-ontvangers vormen een aanvulling op de prox-bediendelen op de RS485 maar komen in de plaats van de ECP-prox-bediendelen.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 4
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Snelstart HOOFDSTUK 2: SNELSTART Opstarten Sluit de bediendelen aan, stel de adressen in (zie Randapparaten - Installatie, aansluiting en adressering) en schakel vervolgens het systeem in. De bediendelen worden geconfigureerd en de standaardbannerweergave wordt getoond. Galaxy 44 V1.
Snelstart (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Alarm wissen Alarm, fouten en sabotage kunnen worden gewist, op voorwaarde dat: 1. De oorzaak is opgelost. 2. Een geautoriseerde gebruikerscode of Technistore-dagcode is ingevoerd. 3. Alle meldingen zijn bekeken op het display van het bediendeel na de stappen 1 en 2 hierboven.
Architectuur Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 3: SYSTEEMARCHITECTUUR 12-weg flatcable Externe communicator Triggerheader Telefoonlijn Galaxy 2-44 Printplaat Seriële poort naar pc 12 onboard zones ECP-bus (2, alleen 44+) 6160-bediendeel (4) (optioneel met ingebouwde ontvanger/keyprox) Opmerking:maximaal 2 ontvangers/keyproxes 4 uitgangen RS485-bus Afgeschermde twisted-pairkabel Belden 8723 of equivalent. Alleen configuratie met serieschakeling.
Systeem aansluiten Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 4: SYSTEEM AANSLUITEN Algemene informatie Het is van essentieel belang dat u dit product correct installeert, met name in verband met de veiligheid van anderen en de aansluiting op de netspanning. Dit product is niet geschikt voor installatie, onderhoud of aansluiting door de gebruiker.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Systeem aansluiten (vervolg) Type zone- en datakabels De zonekabels en alle kabels tussen de centrale, de bediendelen en de uitbreidingsmodules moeten van het volgende type zijn: RS485-bus: afgeschermde twisted-pair Belden 8723 of equivalent. Voor systemen met een kabellengte van 100 m of minder mag een standaard 4-aderige alarmkabel worden gebruikt in de meeste normale omgevingen. ECP-bus en zonekabels: standaard 4-aderige alarmkabel.
Systeem aansluiten (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Elektrisch vermogen apparatuur De centrale werkt op een voeding van 230 volt wisselstroom (230 V +10% -15%) bij een frequentie van 50 Hz. De apparatuur is niet geschikt voor andere soorten voedingen. Het maximale stroomverbruik bij normaal gebruik bedraagt 200 mA. Accu’s De accu die gebruikt wordt in de centrale moet een oplaadbare loodzure accu van 12 V met een capaciteit van max.
Systeem aansluiten (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Galaxy 2 Series aansluiten op de PSTN kiezer De telefoonlijningang (terminals A en B op TB1) moet permanent zijn aangesloten (vaste bedrading) op het telefoonnet via een telefoonaansluiting. Zie afbeelding 3. Printplaat Galaxy 2 Series Telefoonaansluiting (NTE5/CTE5) A B PHONE Telefoonaansluiting (NTE5/CTE5) TB5 Inkomende 2 5 2 5 PSTN-lijn Afbeelding 3.
Systeem aansluiten (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Aansluitfaktor Het is mogelijk om tegelijkertijd een aantal items op één lijn van het PSTN aan te sluiten. Deze limiet wordt bepaald door de aansluitfaktoren op te tellen die op elk apparaat worden weergegeven. De som van alle aansluitfaktoren mag niet groter zijn dan drie. De aansluitfaktor van de Galaxy 2 Series is één (1).
13 F1 (T1.6A) Wisselstroomvoeding ACCUZEKERING SABOTAGE Batterijterminals BATT BATT + - LED2 Afbeelding 4. Printplaatindeling van de Galaxy 2–44+ Sabotageveer en schakelaar SW1 (alleen plastic behuizing) KOELPLAAT 1 Triggerheader 2 3 RIO 0 0v 4 5 6 7 0v 8 9 RIO 1 Zoneterminals 0v Telecoms Opmerking: schakelaar SW1 en de sabotageveer zijn alleen voor de plastic behuizing. De metalen box heeft een 2-weg terminal voor aansluiting op de microschakelaar voor de dekselsabotage.
Printplaatindeling (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Printplaatindeling (2–20) AC-voedingsingang Accuterminals BATT + PROGRAMMEERHEADER B BATT - - Aux-uitgang (12 V) A VoedingsLED AUX + F1 (1 A) BATT + RS 485-lijnen { Luidspreker minpool A B B LINE IN A Trigger Header AUX X1 TRIG (N/C) F3 (0,5 A) Triggeruitgang BELL COM N/O BELL 0 V T +12 V Ingang voor telefoonlijn Alternatieve telefoonaansluiting Jumper RS485 eindelusweerstand F2 (0,5 A)
Zones Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Zones De Galaxy 2–20 heeft 12 onboard zones die uitbreidbaar zijn tot 20 (RS485-bus). De Galaxy 2–44+ heeft 12 onboard zones die uitbreidbaar zijn tot 44 (RS485-bus) of 36 (ECP-bus). De zones op de Galaxy 2 Series kunnen in een van de volgende drie modes werken: Normaal gesloten, Double balanced en End-of-line. De zoneaansluiting voor de drie modes wordt op de volgende drie afbeeldingen getoond: Afbeelding 6.
Zones aansluiten Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Zones aansluiten De zones op de Galaxy 2 Series-centrales zijn standaard ingesteld als Double balanced. Elke zone is met 1 kΩ gesloten en met 2 kΩ geopend. De overgang van 1 naar 2 kΩ genereert een alarmconditie. Raadpleeg tabel 2 voor details over de zoneweerstand en de daaruit voortvloeiende condities.
Zoneadressen Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Zoneadressen Elke zone op de Galaxy 2 Series heeft een adres dat uit 4 cijfers bestaat. Bijvoorbeeld: 1004 of 1058. Het adres is opgebouwd uit drie referentienummers, zoals op de volgende afbeelding wordt getoond: Voorbeeld: 1004 1 00 Is paneellijn nr. 4 Is het RIO-adres Is zone nr. 1-8 op de RIO/uitbreiding Paneel van GALAXY 2 Series 1 RIO-adres 00 ZONE 4 Afbeelding 10.
Uitgangsadressen Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Uitgangen De Galaxy 2 Series heeft vier onboard uitgangen op RIO 0: Ingeschakeld, Speaker, Sirene en Flitser. De notatie van de adressen van de uitgangen lijkt op die van de zones. De adressen van deze uitgangen zijn als volgt: UitgangsStandaardStroom (mA) Normale staat Ingeschakeld 30 Uit 0V 1002* Paniek 30 Uit 0V 1003 Sirene 500 Uit 0V 1004 Flitser 500 Uit 0V adres functie 1001 Actieve staat Tabel 3.
Triggerheader Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Ingangen Lijn Fout: deze ingang informeert de centrale dat de kiezer een telefoonlijnfout heeft (actief 0V). Reset: deze ingang van de kiezer reset de centrale van een laag naar een hoog signaal (negatief wordt verwijderd). Voeding Er is tevens een uitgang van 100 mA, 12 V aanwezig. De uitgang is van een zekering voorzien door middel van de onboard AUX FUSE (F2).
Aansluiting van de RS485 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Als twee lijnen worden aangesloten, moeten beide uiteinden worden afgesloten met 680 Ω-weerstanden en moet de relevante eindweerstand (EOL) op de hoofdprint worden losgekoppeld door verbinding LK1 te openen. Bediendeel OF uitbreiding GALAXY 2-44 V1.0 09:51 01/08/04 A Bediendeel OF uitbreiding GALAXY 2-44 V1.
ECP-bus Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie ECP-bus (alleen 2–44+) De ECP-bus kan tegelijk met de RS485-bus werken. De kabel kan een 4-aderige standaardkabel zijn, en mag in ster of afgetakt aangesloten worden. De maximale lengte van de kabel is 100 meter. Centrale Galaxy 2-44 ECP-bus Bediendeel OF uitbreiding Afbeelding 14.
Monteren van de centrale Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Monteren van de centrale (plastic behuizing) Installatiekit Bij de plastic behuizing van de Galaxy 2 Series wordt een installatiekit geleverd. Deze bevat 13 zoneverbindingen, een kabelklem met twee zelftappende schroeven, twee dekselschroeven M4 x 20 mm, een sabotageveer, accuconnectorkabels en 24 weerstanden van 1 kOhm.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Monteren van de centrale (vervolg) De printplaat verwijderen 1. Trek voorzichtig de bevestigingsklemmen van de printplaat terug om deze los te maken. 2. Til de printplaat omhoog uit de bevestigingskolommen. De printplaat plaatsen 1. Steek de printplaat in de bevestigingssleuven. 2. Zorg ervoor dat kabels vrij lopen van de ondersteuningskolommen van de printplaat. 3.
Monteren van de centrale (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Monteren van de centrale (metalen behuizing) Installatiekit Bij de metalen behuizing van de Galaxy 2 Series wordt een installatiekit geleverd. Deze bevat twee zelftappende dekselschroeven nr. 8 x 12 mm, sjabloon voor tekstprogrammering 6160, twee accukabels (een rode en een zwarte), 10 mm kabelkrammen en 24 weerstanden van 1 kOhm.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Monteren van de centrale (vervolg) De printplaat van de Galaxy 2 Series verwijderen en plaatsen OPMERKING: de printplaat is al in de metalen behuizing geïnstalleerd. De printplaat hoeft niet te worden verwijderd om toegang te kunnen krijgen tot de bevestigingssleuf van het sleutelgat (zie afbeelding 17).
Randapparaten Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Randapparaten: installatie, aansluiting en adressering Configuratie Nieuwe randapparaten worden in het systeem geconfigureerd bij het op spanning brengen of bij het verlaten van de installateurmode. Wijzigingen in adressen van randapparaten worden pas doorgevoerd wanneer het randapparaat opnieuw op spanning wordt gebracht.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Randapparaten (vervolg) Mk7 LCD-bediendeel/keyprox Het Mk7-bediendeel is een alfanumeriek bediendeel met 16 tekens dat gebruikt wordt om de Galaxy 2 Series te programmeren en in te schakelen. Het display is over twee regels verdeeld. De Mk7-keyprox is een standaardbediendeel met een proximity-kaartlezer, die beide in één behuizing zijn ondergebracht.
Randapparaten (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 4. Als u voor het bediendeel een kabel (A, B, +, -) gebruikt die door de muur loopt, plaatst u de kabel achter de achterplaat in de daarvoor aanwezige kabelbuizen. De kabel kan worden ingevoerd vanaf de bovenkant of de onderkant van de achterplaat. Gebruik een scherp gereedschap om het plastic van de boven- of onderkant van de kabelgeleiders op de plint van de achterplaat te verwijderen.
RIO Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie RIO (Remote Input Output) U kunt Galaxy RIO’s toevoegen aan de RS485-bus op de centrale van de Galaxy 2 Series. Met elke extra RIO wordt het systeem met acht zones en vier uitgangen uitgebreid. Uitgangen 1 2 3 4 Pull-up weerstanden van 3k3Ω R5 R3 LK4 LK3 LK2 R7 IC2 R1 S RS 485 Voeding B A - + - + SLAVE E/E SW1 LED IC1 SW4 LK1 SW2 1 IC3 IC4 Sabotageschakelaar Adresschakelaar 2 3 5 6 4 Zones 7 8 Rev 0.3 Afbeelding 19.
RIO (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie RIO configureren De toegevoegde RIO wordt in het systeem geconfigureerd wanneer u de installateurmode afsluit. Als het bericht XX mod Toegev. - [<],[>] is KIJK wordt weergegeven, heeft het systeem de aanwezigheid van een nieuwe module erkend. Druk op de toets A of B om te bevestigen dat de RIO is toegevoegd.
Voeding (PSU) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Voeding De PSU (voeding) van de Galaxy 2 Series is in 2 varianten verkrijgbaar. De Galaxy Power RIO bestaat uit een voedingsprint en een hoofdprint met een onboard RIO. De Galaxy Power Unit bestaat uit een voedingsprint en een hoofdprint zonder onboard RIO. WAARSCHUWING: op de voedingsprint staan levensgevaarlijke spanningen. Verwijder de netspanning van de voedingsprint voordat u ermee aan het werk gaat.
PSU (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Installatie-instructies De installatie en aansluiting moeten door een vakkundige installateur worden uitgevoerd. De voeding van de Galaxy moet worden aangesloten op de netspanning (230/240 VAC, 50 Hz). De voeding van de Galaxy PSU is in een metalen behuizing met grondplaat geïnstalleerd. De installatieprocedure van de grondplaat van de centrale is als volgt: 1.
PSU (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Accu De minimale capaciteit van de accu voor de PSU is 1x 7 Ah. De maximale capaciteit van de accu voor de PSU is 2 x 17 Ah. Accutest Een accutest wordt automatisch eenmaal per uur met volledige belasting uitgevoerd, en tijdens de afsluitprocedure van de installateurmode. Als de accuspanning lager dan 10 V is wanneer de PSU op de accu werkt, wordt de PSU automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu volledig wordt ontladen.
ECP-zone-expander Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie ECP-zone-expander (alleen 2–44+) Dit is een uitbreiding voor gebruik op centrales die de ECP-communicatiebus gebruiken. Op de centrale van de Galaxy 2–44+ kunnen maximaal drie zone-expanders worden gemonteerd. Elke uitbreiding geeft 8 extra bedrade zones en vier programmeerbare uitgangen. Een alternatieve uitbreiding geeft vier extra bedrade zones en geen uitgangen.
ECP-zone-expander (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie De ECP-zone-expander adresseren Selecteer jumperadressen voordat u de zone-expander inschakelt. De beschikbare adressen zijn 2, 3 en 4. Raadpleeg tabel 11 voor jumperinstellingen.
Ethernet-module Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Ethernet-module De Ethernet-module is een optionele aanvulling op de Galaxy 2 Series-centrales vanaf V1.4. Het is een intelligente en compacte module waarin alarmsignalering, remote service en geïntegreerde faciliteiten via een Ethernet-LAN en/of -WAN zijn gecombineerd. De Ethernet-module wordt aangesloten op 10 Base T Ethernet-netwerken die UDP/IP- en TCP/IP-protocollen ondersteunen.
RF-portal Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie G2 RF-portal Het G2 RF-portal is een draadloze ontvanger voor V2- en Alpha Domonial-zenders van Honeywell. De centrale kan met het G2 RF-portal signalen ontvangen van draadloze detectoren en radio-keyfobs. De centrale kan met één RF-portal draadloze detectoren toewijzen aan één of aan alle detectiezones. Er kunnen echter twee RF-portals worden gebruikt om de dekking te verbeteren.
RF-portal (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie OPMERKINGEN: • De plastic grondplaat moet zo worden gemonteerd dat wanneer de printplaat is geïnstalleerd, de antenne verticaal staat (zie afbeelding 27, Plastic grondplaat met geïnstalleerde printplaat) • De plastic grondplaat wordt met drie schroeven bevestigd. Deze worden niet bij de installatiekit geleverd.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie RF-portal (vervolg) De RF-portal aansluiten De RS485 (AB)-lijn van de RF-portal moet parallel worden aangesloten (configuratie met serieschakeling) op de RS485 (AB)-lijn van bediendelen die op het systeem zijn aangesloten. Voor de RF-portal is 12 V gelijkspanning (9,0 V tot 14,0 V) en 55 mA nodig.
6160-bediendeel Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 6160-bediendeel/keyprox/RFH (alleen 2–44+) Het 6160-bediendeel is een adresseerbaar alfanumeriek bediendeel dat kan worden gebruikt om de Galaxy 2–44+ centrale op afstand in of uit te schakelen. Het is tevens verkrijgbaar als een gecombineerde bediendeel/keyprox-eenheid (bediendeel met ingebouwde proximity-kaartlezer). U kunt met de keyprox-versie het systeem in- en uitschakelen met keytags en kaarten.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 6160-bediendeel (vervolg) 6160-bediendeel adresseren Bediendeel-adres moet 0 - 3 zijn. Stel het adres als volgt in: 1. Breng het bediendeel opnieuw op spanning of activeer de sabotageschakelaar van het bediendeel. 2. Houd binnen 60 seconden nadat u stap 1 hebt uitgevoerd, knop 1 en 3 vijf seconden ingedrukt.
MAX3 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Deurbewakingsmodule - MAX3 De MAX3 is een proximity-kaartlezer voor toegangsbewaking van één deur, die ook gebruikt kan worden voor het inschakelen en uitschakelen van uw centrale (vanaf V1.4). De MAX3 kan op een van de twee volgende manieren worden geconfigureerd: Standalone In deze configuratie kan de MAX3 worden gebruikt voor deurbewaking of het inschakelen/uitschakelen van het alarmsysteem.
MAX3 (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Bedrading van de MAX3 U kunt de MAX3-eenheid op twee manieren aansluiten op de centrale, afhankelijk of de eenheid wordt gebruik in een online of standalone configuratie. In het onderstaande diagram vindt u de details voor beide configuraties. Het MAX3-relais is geconfigureerd als NC of NO, afhankelijk van de aangeschafte variant (MX03 - Normally Closed; MX03-NO - Normally Open).
MAX3 (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Een MAX3-lezer in het systeem configureren OPMERKING: er kan maar één MAX-lezer worden gebruikt. De MAX3-lezer kan alleen in het Galaxy-systeem worden geconfigureerd in de installateurmode. Het zal ongeveer 10 seconden duren voordat het systeem de MAX ziet en kan adresseren. Start de installateurmode. Sluit de MAX3 aan volgens de instructies in afbeelding 30 of 31.
MAX3 (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Als standalone MAX3 configureren 1. Controleer of de MAX3 is aangesloten op de Galaxy (RS485 AB-lijn) en de MAX-mode is ingeschakeld (optie 63.2.1 = OPTIE BLK/MAX MAX.MAX Mode). 2. Selecteer optie 63.2.2 = OPTIE BLK/MAX MAX.MAX Adres en druk op de toets ent. De Galaxy zoekt naar de MAX3 met het hoogste adres (de nieuwe MAX3-lezer).
MAX3 (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Gebruikershandleiding Voor toegang moet een geldige gebruikerskaart worden gepresenteerd aan de MAX3. Wanneer de deur wordt geopend zonder dat een geldige kaart wordt gepresenteerd, gaat een alarm af op de centrale wegens een geforceerde deur. De buzzer gaat af en LED 2 knippert totdat de deur wordt gesloten.
2-weg audio Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 2-weg audio (alleen 2–44+) Het systeem kan maximaal drie TP800-luidsprekermicofoons ondersteunen via de audioheader. Als u een verbinding via de audioheader mogelijk wilt maken, moet u een Audio Terminal Board monteren (artikelnr. A233—2-way Audio Terminal Board). U kunt in plaats daarvan ook rechtstreeks een 14-weg socket aansluiten op de audioheader op de hoofdprintplaat.
2-weg audio (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Bediening van 2-weg audio Er zijn twee soorten audiocommunicatie mogelijk; Inluisteren In deze mode blijft de centrale 30 seconden online nadat een alarmsignaal naar de PAC is gestuurd, zodat de operator onsite naar de audio kan luisteren. De bediening vindt plaats via de externe DTMF-telefoon en is als volgt: 1. Gebruik de toetsen 0 en 1 om tussen de luister- en spreekmode te schakelen (0 of 3 = luisteren, 1 = spreken). 2.
GSM-module Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie GSM-module (alleen 2–44+) U kunt een speciale GSM-telecommunicatie-interface aansluiten op de centrale van de Galaxy 2 Series, zodat een alternatief communicatiepad voor de PSTN-telefoonlijn beschikbaar is. De GSM-module wordt als volgt geïnstalleerd. LET OP: Installeer de centrale met de GSM-module op ten minste 1,5 afstand van draadloze randapparaten. Zo voorkomt u dat er storingen door de GSM worden veroorzaakt.
GSM-module (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Opmerking over SIM-kaarten: u kunt alle geldige GSM SIM-kaarten gebruiken. Zowel abonnementen als prepaid werkt, hoewel SIM-abonnementen beter zijn voor systemen met alarmsignalering aangezien er geen kans is dat het tegoed opraakt wanneer een alarmactivering moet worden gesignaleerd. Als de GSM-module wordt gebruikt voor remote service, moet een SIM-kaart met data worden gebruikt.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Gebruikers van de Galaxy 2 Series HOOFDSTUK 6: ALGEMENE BEDIENING Gebruikers van de Galaxy 2 Series Gebruikers worden verdeeld over twee hoofdtoegangsniveaus conform EN50131. Niveau 2: normale gebruikers die het systeem bedienen. Niveau 3: installateurs en mastergebruikers die codes en systeeminstellingen kunnen wijzigen. OPMERKING: installateurs kunnen alleen hun eigen code wijzigen.
Inschakelmenu Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie De volgende toetsen worden gebruikt om in het menu te navigeren en gegevens in te voeren: 0-9: numerieke gegevensinvoer. ent: hiermee accepteert de u huidige weergave of opent u de geselecteerde optie. esc: hiermee verlaat u de geselecteerde optie. A> B<: hiermee bladert u voor- en achterwaarts in een menu of de geselecteerde optie. Vele menuopties die hierboven worden getoond, hebben één of meer submenu’s.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Inschakelmenu (vervolg) Nachtstand inschakelen Voer in: gebruikerscode en druk op B. Nachtstand In 30 Druk op 2 = Nachtstand Inschakelen Dit is gelijk aan de Deelbeveiligd Inschakelen, behalve dat op het bediendeel Nachtstand In wordt weergegeven. Alleen de zones waarvoor het kenmerk Nachtstand is ingeschakeld (raadpleeg optie 52.1.3 = PROGRAMMEER ZONES.Functie.Nachtstand), zijn inbegrepen. De uitgangstijd signalering wordt onderdrukt.
Alarm wissen Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Alarm herstellen Alarmen, fouten en sabotage kunnen worden hersteld, op voorwaarde dat: 1. De oorzaak is opgelost. 2. Een geautoriseerde gebruikerscode of Technistore-dagcode is ingevoerd. 3. De voorwaarden zijn weergegeven op het display van het bediendeel na stap 1 en 2 hierboven.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Inschakelen met keyfobs Wanneer u op enter drukt, wordt de conditie voor slechts één vaste periode overbrugd. Wanneer u op escape drukt, keert het bediendeel terug naar de vorige banner. Wanneer u het systeem inschakelt met een overbrugde fout- of sabotageconditie, wordt op het display de overbrugde functie weergegeven in plaats van de ingeschakelde mode.
Inschakelen met keyfobs (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie TCB800m-keyfob Deze keyfob kan worden geconfigureerd in twee modes: Volledig inschakelen Alphaprotocol (standaard) LED 1 Uitschakelen/annuleren Als de keyfob is ingesteld op de Alpha-mode, is er compatibiliteit met RF-portal artikelnummer C079 en V1.4-centralesoftware.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Inschakelen met keyfobs (vervolg) De TCB800m-keyfob geeft ook LED-indicaties van de basissysteemstatus en signaalbevestiging (zie tabel 17 hieronder). Status Galaxycentrale (blokken uitgeschakeld) Status Galaxycentrale (blokken ingeschakeld) Volledig ingeschakeld Alle blokken volledig ingeschakeld Uitgeschakeld Alle blokken uitgeschakeld Deelbeveiligd of nachtstand ingeschakeld Alle blokken deelbeveiligd of op nachtstand ingeschakeld N.v.
Inschakelen met keytags/kaarten Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie In- en uitschakelen met keytags of kaarten De volgende informatie is van toepassing op systemen die van een keyprox zijn voorzien. Alleen 6160-keyprox: Alleen Mk7-keyprox: U kunt het systeem niet inschakelen met een keytag of kaart als er een foutconditie is. Met keytags en kaarten is het in- en uitschakelen met blokselectie toegestaan.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Tekst programmeren Tekst programmeren Bepaalde functies op de Galaxy 2 Series kunnen worden ingesteld met tekstbeschrijvingen of namen. Wanneer een van deze wordt bewerkt, wordt op het bediendeel aanvankelijk de nu geprogrammeerde naam weergegeven. U kunt de toetsen A en B gebruiken om de bewerkingscursor naar rechts en naar links in de naam te verplaatsen.
Extra functies Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Extra functies Codesabotage Wanneer u achter elkaar 10 verkeerde codes invoert, wordt het bediendeel geblokkeerd indien deze optie is ingeschakeld (zie Optie 51.14=Parameters.Lockouts). De blokkering duurt twee minuten. Als u vervolgens nogmaals 10 keer een verkeerde code invoert, wordt een sabotage geregistreerd en een signaal gegeven. Het bediendeel wordt nogmaals gedurende twee minuten geblokkeerd.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Inschakelmenu HOOFDSTUK 7: MENUOPTIES Menu 10 - Inschakelmenu Optie 11 - Overbrug Zone Met deze optie kunt u zones tijdelijk overbruggen uit het systeem. Nadat een zone is overbrugd, wordt geen alarm voor deze zone gegenereerd. De overbrugging van de zone kan worden in- en uitgeschakeld met de toets #. De overbrugde zones worden automatisch hersteld wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
Weergaveopties Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Menu 20 - Display Menu Optie 21 - Display Zones Met deze optie wordt de status van elke zone (één tegelijk) in het systeem weergegeven. Gebruik de scrolltoetsen om door de zonelijst te bladeren. Voor elke zone worden het zonetype en de status open/ gesloten/sabotage weergegeven.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Weergaveopties (vervolg) Optie 23 - Systeem Versie Met deze optie geeft u het type centrale en de softwareversie weer. Optie 24 - Print Opties OPMERKING: er moet een seriële printer zijn aangesloten op de programmeerheader van de printplaat van de Galaxy 2 Series. Met deze optie kan de gebruiker het gebeurtenislogboek afdrukken. OPMERKING: de systeemprogrammering kan alleen worden afgedrukt door een installateur via menuoptie 57.
Testopties Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Menu 30 - Test Optie 31 - Looptest Met menuoptie 31 kan voor de looptest een keus worden gemaakt uit een selectie van zones of één zone. OPMERKING: zones die geprogrammeerd zijn met de volgende functies, blijven tijdens de looptest actief: 24 uur, Paniek, PA Stil, Brand, Sabotage, Batterij Fout, 230VAC Fout, Assistentie, Sirene Fout, PSU Fout.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Gebruiker Codes Menu 40 - Wijzig Menu Optie 41 - Tijd en Datum Deze optie heeft twee subopties: A = Tijd Wanneer u deze suboptie selecteert, kunt u een nieuwe tijd invoeren. De tijd moet een geldig getal van vier cijfers in de 24-uurs notatie (uu:mm) zijn. Wanneer u de tijd instelt, wordt het aantal seconden ingesteld op 00 wanneer u op het laatste cijfer drukt. B = Datum Wanneer u deze suboptie selecteert, kunt u een nieuwe datum invoeren.
Gebruiker Codes (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 1 = Wijzig Code Met de code wordt elke gebruiker bij de centrale van de Galaxy 2 Series geïdentificeerd en kan de gebruiker het systeem bedienen. Met deze optie kan een code worden toegewezen aan een gebruiker of kan een bestaande code worden gewijzigd. De code moet een getal zijn dat uit vier, vijf of zes cijfers bestaat en dat uniek voor het systeem is.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Gebruiker Codes (vervolg) 3 = Blokken Met dit kenmerk worden de systeemblokken bepaald waartoe de gebruiker toegang heeft en die hij kan bedienen. Dit kenmerk is alleen beschikbaar wanneer de blokkenmode is ingeschakeld, zie optie 63.1. Toegang tot het gemeenschappelijk blok is niet vereist aangezien dit automatisch wordt in- en uitgeschakeld. Aan de blokken kan een extra optie worden toegewezen.
Gebruiker Codes (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Keyfobs toevoegen (ECP) 1. Open menu 42.1 = Wijzig Codes.Gebruikerscodes. 2. Selecteer een gebruiker. 3. Selecteer optie 5 = RF Keyfob. 4. Druk op * (AUTO) om de keyfob op het systeem in te leren. 5. Op het display wordt Leer Keyfob weergegeven. 6. Druk tegelijkertijd op de vier knoppen op de keyfob (u hoort nu mogelijk drie pieptonen van de ontvanger). 7.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Gebruiker Codes (vervolg) Keytags of kaarten toevoegen - alleen Mk7 keyprox 1. Open menu 42.1 = Wijzig Codes.Gebruikerscodes. 2. Selecteer een gebruiker. 3. Selecteer optie 6 = Max Kaart. 4. Druk tegelijk A en 1 in om de keytag/kaart op het systeem in te leren. OPMERKING: 5. 6. 7. 8. Wanneer u op A en 1 drukt, moet u ervoor zorgen dat u de keytag of de kaart niet bij het prox-symbool houdt. Het nummer wordt anders verkeerd gelezen.
44 - Mobiele Nummers Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Optie 44 - Mobiele nummers De Galaxy 2 Series kan SMS-berichten verzenden naar gebruikers op drie verschillende telefoonnummers om systeemgebeurtenissen te melden. Met deze optie kunnen gebruikers mobiele telefoonnummers en het type berichten inschakelen of wijzigen.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 28 - Installateur Toegang 4 = Auto Service (alleen toegankelijk voor installateur) U kunt met deze optie een automatisch gestarte oproep voor remote service naar het remote servicecentrum maken. 1 = Mode Hiermee selecteert u de mode van de automatische verbindingen voor remote service. 0 = Uit In deze mode wordt door de centrale geen automatische oproep voor remote service gestart. Dit is de standaard-instelling.
51 - Parameters Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Menu 50 - Systeem Menu 1 Optie 51 - Parameters De installateur kan met deze optie de instellingen voor de systeemfuncties wijzigen. De opties kunnen met de toetsen A of B worden geselecteerd of door de tweecijferige parameter in te voeren en op de toets ent te drukken. De geselecteerde opties kunnen vervolgens worden geprogrammeerd door de nieuwe waarde te typen.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 51 - Parameters (vervolg) Parameter 01=Sirenetijd Waarden 01-30 minuten Standaard 3 minuten 02=Sirenevertraging 0=Uit 1=Aan - 10 min. 0=Uit 04=Uitgangstijd 05=Ingangstijd 00 - 99 seconden 00=Oneindig/laatste deur 00 - 99 seconden 30 30 06=Deel in sign. 0=Stil 1= Bediendeel 2=Bediendeel en luidspreker 1=Bediendeel 07=Alarm reset 08=Puls aan optie 0=Code 1=Remote 0=Uit 1=Volledig in 2=Voll & deel in 3=Alle inschak.
51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 01 = Sirene Tijd Dit is de tijdsduur waarvoor de sirenes geactiveerd blijven nadat een alarmsituatie is opgetreden. De duur van de uitgang is programmeerbaar binnen het bereik 01-30 minuten. De standaardduur is 3 minuten. 02 = Sirene Vertraging Wanneer deze parameter op Aan is gezet, wordt de werking van de sirene met 10 minuten na een inbraakalarm vertraagd.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 51 - Parameters (vervolg) 07 = Alarm Reset Deze parameter geeft aan welk type reset nodig is voor een gesignaleerd inbraakalarm. Er zijn twee instellingen: 0. Code (standaard) Deze instelling geeft toestemming om een volledig inbraakalarm te resetten aan de gebruikers die als het volgende gebruikersnivo zijn geprogrammeerd: gebruiker, manager, master. 1.
51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 11 = Hoorbare 230VAC Fout Deze parameter heeft twee instellingen: 0. Uit 1. Aan (230VAC, Accu laag). Wanneer de parameter is ingesteld op 1 (Aan), wordt alarm op het bediendeel gegeven (zie parameter 23). OPMERKING: Accu laag/gemist wordt niet direct weergegeven; het kan maximaal vier minuten duren voordat dit wordt weergegeven op het bediendeel. Er wordt op de bediendelen altijd een visuele indicatie gegeven.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 51 - Parameters (vervolg) Assistentie: Op het bediendeel wordt een alarmmelding weergegeven en u hoort een snelle pieptoon. De assistentie-uitgangen/communicatietriggers worden geactiveerd. Brand: Op het bediendeel wordt een brandmelding weergegeven met een langzame pieptoon, en de brand-uitgang/communicatietriggers worden geactiveerd.
51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 17 = Configureer Deze parameter heeft twee subopties: 1. Configureer Met de optie Configureer configureert u modules die aan het systeem zijn toegevoegd. Er wordt een alarm gegeven als er actieve sabotage is of als modules als ontbrekend zijn gerapporteerd. Het bericht WAARSCHUWING!!! ENT = RESET SYST. wordt weergegeven. Druk op de toets ent om het systeem opnieuw te starten. 2.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 51 - Parameters (vervolg) 20 = Nacht Alarm Met deze optie bepaalt u of de Sirene en Flitser uitgangen tijdens een alarm worden geactiveerd wanneer het systeem Nachtstand ingeschakeld is. 0. Uit 1. Aan (standaard) OPMERKING: de buzzers en luidsprekers blijven wel geactiveerd. 21 = Reset Manager Deze parameter mag alleen worden gebruiker als de Master Manager-code is verloren of vervangen moet worden.
51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 2. Afwijken Inlooproute Deze optie heeft twee instellingen: 0 = Uit 1 = Aan (standaard) Indien ingesteld op 0 (Afwijken Inlooproute niet toegestaan), leiden afwijking van de inlooproute bij binnenkomst of het verlengen van de inlooptijd tot een volledig alarm. Een inlooproute is gedefinieerd als zones geprogrammeerd als 01 (laatste) en 02 (volgzone).
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 51 - Parameters (vervolg) 28 = Niet Ingeschakeld Info Als deze optie is ingeschakeld, stelt deze parameter de SIA-niveaus 0 en 1 in staat na een Niet Inggebeurtenis het gebruikersnummer of het blok naar de meldkamer te sturen. 46 = Zone Weerstand Deze parameter heeft drie opties: 1. Zone Configuratie De zones op de Galaxy 2 Series werken als Normally Closed, Double Balanced, End of Line.
51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 3. Hoorbare Jam Met deze parameter onderdrukt u alarmindicaties voor hoorbare storingsfouten. De parameter heeft twee instellingen: 0 = Uit (altijd stil). Dit is de standaardinstelling. 1 = Aan (volgt de waarschuwingsprogrammering in parameter 23) 4. Hoorbare Supervisie Met deze parameter wijst u de indicatie toe voor supervisiefouten. De parameter heeft twee opties: 0 = Uit (altijd stil). Dit is de standaardinstelling.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 51 - Parameters (vervolg) 3 = Altijd Bevestiging (Geen DD243) Deze optie betekent dat bevestigd alarm kan worden gegenereerd door een alarm dat op een willekeurig moment tijdens de ingeschakelde staat is geactiveerd. 3. Bediendeel Restrictie Deze optie kan worden gebruikt om te voorkomen dat bediendelen onder normale condities het systeem uitschakelen.
51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 0 = Bij Bevestigd Overbrugde zones sturen een overbrugmelding aan het einde van het bevestigingstijdvenster (optie 51.55.1). 1 = Bij Sirene Timeout (standaard) Overbrugde zones sturen een overbrugmelding aan het einde van de sirenetijd (optie 51.01). 7. Inloop Timeout Met deze optie geeft u aan of een Inloop Timeout-alarm bijdraagt aan een bevestigd alarm.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 52 - Programmeer Zones Optie 52 - Programmeer Zones Zones worden in menu 52 geprogrammeerd. Elke zone heeft een reeks kenmerken, die in de volgende tabel staan: Kenmerken Beschrijving 1 Functie Wijst zonetype toe 2 Zone Omschr. SMS tekst - max 16 tekens, alfanumerieke omschrijving Zone wordt max. 14 dagen gecontroleerd 3 Zone Test 4 Overbr.
52 - Programmeer Zones (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 1 = Functie U kunt met deze optie de functie van de zone selecteren. De zone kan worden toegewezen aan een andere functie voor elke ingeschakelde mode (volledig, deelbeveiligd en nachtstand) voor maximale flexibiliteit. De zone kan bijvoorbeeld worden geprogrammeerd met de functie ‘Inbraak’ bij Volledig en Deelbeveiligd Inschakelen, maar als ‘Niet Gebruikt’ in de Nachtstand worden geprogrammeerd.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 52 - Programmeer Zones (vervolg) 2 = Zone Omschrijving U kunt aan elke zone een alfanumerieke beschrijving van maximaal 16 tekens toewijzen (zie Tabel 16, Zoneteksttekens). De beschrijving wordt gemaakt met de tekenset in deze tabel. Wanneer u het kenmerk Omschrijving selecteert, wordt de huidig toegewezen omschrijving (die standaard blanco is) op de bovenste regel weergegeven.
52 - Programmeer Zones (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 7. Bevestig Module Deze optie bepaalt hoe de centrale de primaire verantwoordelijkheid voor het bevestigen van RF-berichten toewijst aan RF-modules (in het algemeen gaat het hierbij om RF-apparaten met een vaste locatie). 0 = Automatisch Dit is de standaardinstelling. De centrale wijst de primaire verantwoordelijkheid voor het bevestigen van het RF-apparaat toe aan de RF-portal met de beste RSSI (signaalsterkte).
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 52 - Programmeer Zones (vervolg) 08 Puls Aan Deze zonefunctie wordt gebruikt om de inschakelingsroutine te beëindigen. Het systeem wordt ingeschakeld wanneer de Puls-aan-zone, meestal een drukknop, wordt geactiveerd. De E/E Signalering stopt onmiddellijk wanneer de knop wordt ingedrukt. Het systeem wordt na vijf seconden ingeschakeld zodat de deuren zich kunnen sluiten. De Puls-aan-zone blijft tot de volgende inschakelroutine inactief.
52 - Programmeer Zones (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 19 Brand De functie Brand werkt constant. Wanneer deze functie is geactiveerd, krijgt een Brand-zone voorrang op de parameter Sirene Vertraging en wordt onmiddellijk een alarm geactiveerd (Sirene, Flitser en Brand).
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 53 - Programmeer Uitgangen Optie 53 - Programmeer Uitgangen Met deze optie kan de werking van alle systeemuitgangen worden geprogrammeerd. De uitgangen genummerd 0001 tot en met 0008 zijn de uitgangen van de triggerheader. De uitgangen genummerd 1001 tot en met 1004 zijn de standaarduitgangen op de hoofdprintplaat. De uitgangen op de uitbreidingsmodules worden getoond indien aanwezig.
53 - Programmeer Uitgangen (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 04=Inbraak (Vasthoudend) De uitgang Inbraak wordt geactiveerd bij een volledig alarm wanneer het systeem is ingeschakeld. 05=Sabotage (Vasthoudend) De uitgang Sabotage wordt geactiveerd wanneer een circuitsabotage of dekselsabotage optreedt.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 53 - Programmeer Uitgangen (vervolg) 20=Bevestigd (Vasthoudend) De uitgang Bevestigd wordt geactiveerd wanneer er activeringen in twee aparte zones zijn: de tweede activering moet plaatsvinden binnen het bevestigingstijdvenster. De zones hoeven niet in hetzelfde blok te zijn. Bevestigd-uitgangen worden uitgeschakeld wanneer alle blokken met een alarm worden uitgeschakeld.
53 - Programmeer Uitgangen (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 73=Niet Ingeschakeld De Niet Ingeschakeld-uitgang wordt geactiveerd als het systeem (of de toegewezen blokken) niet worden ingeschakeld binnen de tijd die is toegewezen in parameter 27=Niet Ingeschakeld Tijd Zie optie 51=PARAMETERS. 76=Fout (Meegaand) Deze uitgang wordt geactiveerd wanneer er een foutsituatie aanwezig is op de centrale. De uitgang wordt gewist wanneer alle foutsituaties zijn gewist.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 56 - Communicatie Optie 56 - Communicatie De optie Communicatie wordt gebruikt om de systeemdoormelding van de Galaxy 2 Series te regelen en heeft vijf submenu’s, die als volgt zijn opgedeeld: 1 = Modem/Kiezer 4 = Ethernet 5 = GSM 6 = HW Prioriteit 7 = Parameters 8 = 2-Weg Communicatie OPMERKING: voor Modem/Kiezer/GSM en Ethernet worden dezelfde accountnummers, format/ triggers, autotest, toegangsniveau en toegangsmode gebruikt.
56 - Communicatie (vervolg) 1 = Telecom, 5 = GSM 01 = Format 1 = DTMF Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 1 = Functie 2 = Niet gebruikt 3 = Niet gebruikt 4 = Blokken 1 = Kanalen 1-8 2 = Vaste meldingen 1 = Lage batterij kanaal 9 0 = Uit 1 = Aan (standaard) 2 = Inverteer In/Uitschakelen 0 = Uit (Standaard) 1 = Aan 3 = Zend Herstel 0 = Bij uitschakelen (Standaard) 1 = Systeemherstel 1 = Triggers (zie tabel met triggergebeurtenissen) 2 = SIA (standaard) SIA-niveau 3 (0-3)
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 56 - Communicatie (vervolg) 01 Format De kiezer heeft drie doormeldprotocollen: • DTMF • SIA • Contact ID Nadat het protocol is geselecteerd, kunnen de alarm- en gebeurtenistriggers die de centrale naar de PAC’s stuurt worden geprogrammeerd. 1 = DTMF (Dual tone Multiple Frequency) DTMF is het snelste protocol. Wanneer het DTMF-protocol is geselecteerd, is de werking van de kiezer gelijk aan de werking van een bedrade 8-kanaalskiezer.
56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 4 = Blokken OPMERKING: Het kenmerk Blokken is alleen beschikbaar als blokken in het systeem zijn ingeschakeld (raadpleeg Optie 63.1 =BLOKKEN) en is tevens afhankelijk van de geprogrammeerde uitgangsfunctie voor het kanaal. Met het kenmerk Blokken kan het kanaal worden toegewezen aan de blokken in het systeem. Een kanaal kan aan meer dan één blok worden toegewezen.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 56 - Communicatie (vervolg) Deze optie is standaard ingesteld op 0 en wordt vereist door DD243. 2 = SIA (Security Industry Association) Het SIA-protocol biedt een uitermate gedetailleerd protocol dat gedetailleerde informatie, zoals zonebeschrijvingen, stuurt naar een pc waarop geschikte software is geïnstalleerd of naar een met SIA compatibele ontvanger.
56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 02 Telefoon Nummer 1 Telefoonnummer 1 moet worden ingevoerd. Dit is het hoofdtelefoonnummer waarnaar alarmen worden gesignaleerd. U kunt tot 20 cijfers invoeren, waaronder kiesvertraging/wacht op kiestoon. Deze laatste worden ingevoerd via de toetsen 7 en #: 7 Kiesvertraging (twee seconden voordat het volgende nummer wordt gekozen). U kunt deze code meerdere keren invoeren.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 56 - Communicatie (vervolg) 06 Kiestype OPMERKING: dit is alleen een PSTN-optie. U kunt een van de volgende twee transmissietypen selecteren: 1. Toon (tevens bekend als “DTMF”); dit is veel sneller inbellen dan met de optie Puls. 2. Puls is universeel. Een toenemend aantal telefooncentrales heeft nu echter de optie Toon (DTMF).
56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 10 = Lijn Fout Deze optie heeft twee instellingen: 0 = Uit Indien ingesteld op Uit is er geen intern alarm of indicatie in geval van een telefoonlijnfout. 1 = Aan Indien deze optie is ingesteld op Aan, wordt in geval van een lijnfout een foutmelding veroorzaakt. In de uitgeschakelde staat wordt een waarschuwingsindicatie gegeven. Een lijnfout ontstaat pas 30 seconden na verlies van de lijnspanning.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 56 - Communicatie (vervolg) 2 = Toegang Mode Met deze optie bepaalt u welke autorisatie is vereist voor een remote service verbinding. Er zijn twee opties: 1 = Direct Toegang Hiermee is toegang altijd toegestaan. Het remote centrum kan rechtstreeks inbellen bij de centrale en toegang krijgen. Als in optie 3 een terugbelnummer is geprogrammeerd, moet de verbinding via de terugbelprocedure worden gemaakt.
56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 1 = Mobiele Nummers 1 = Telefoon Nummer 1 Hiermee selecteert u de eerste mobiele gebruiker 1 = Mobiele Nummer Dit is het 20-cijferige mobiele telefoonnummer van de ontvanger van het bericht. 2 = Melding Type Raadpleeg Tabel 27. Gebeurtenistypen. 3 = Blok Met deze optie selecteert u het blok van waaruit berichten worden verzonden. 2 = Telefoon Nummer 2 Als mobiel 1. 3 = Telefoon Nummer 3 Als mobiel 1.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 56 - Communicatie (vervolg) 5 = UCP Opties Met deze optie specificeert u de codering van de UCP SMS-bediening van de centrale en de antwoorden van het SMS-berichtencentrum. 1 = Bel Ingang Met deze optie stelt u een deel van het SMS-bedieningsbericht van de centrale naar het SMSberichtencentrum in op 01 (standaard).
56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 4 = Ethernet (vanaf V1.4) 4 = ethernet 1 = IP-adres 2 = site naam 3 = gateway-IP 4 = subnet mask 01= moduleconfiguratie 02 = alarmrapportage 1 = format 1 = SIA (0-3) 1 = triggers 2 = Microtech 1 = triggers 2 = primair IP 1 = IP-adres 2 = poortnr. 3 = secundair IP 1 = IP-adres 2 = poortnr.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 56 - Communicatie (vervolg) De Galaxy-centrale kan met de Ethernet-module communiceren via Ethernet LAN- en WAN-netwerken met gebruikmaking van UDP- en TCP-Ethernet-protocollen. De Ethernet-module ondersteunt alarmsignalering en remote service. Extra communicatiefuncties in de Ethernet-module zijn encryptie en supervisie tussen de Ethernet-module en de toepassingen die de alarmen ontvangen.
56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Wanner u het SIA-protocol selecteert, vraagt het bediendeel u het vereiste SIA-niveau in te voeren. Er zijn 4 SIA-niveaus beschikbaar: • 0 - basisgebeurtenisgegevens met een 4-cijferig accountnummer. • 1 - als niveau 0 plus 6-cijferige accounts. • 2 - als niveau 1 maar met uitgebreide gebeurtenisinformatie. • 3 (standaard) - als niveau 2 maar met tekstbeschrijvingen.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 56 - Communicatie (vervolg) 1 = IP Adres Geef het IP-adres van de secundaire ontvanger op. Het adres heeft de notatie XXX.XXX.XXX.XXX. De punt wordt automatisch toegevoegd na iedere reeks van drie cijfers. U kunt handmatig een punt toevoegen door op de toets * te drukken. Druk op ent om het adres op te slaan en terug te keren naar het vorige menuniveau.
56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 3 = IP Adres Als u een nieuw IP-adres voor Alarm Monitoring wilt programmeren of het huidige IP-adres wilt wijzigen, drukt u op B om de bestaande programmering te wissen en het nieuwe IP-adres in te voeren. Druk op ent om de programmering op te slaan en terug te keren naar het vorige menuniveau.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 56 - Communicatie (vervolg) 2 = Toegang Mode Met deze optie bepaalt u welke autorisatie is vereist voor een verbinding voor remote service. Er zijn twee opties: 1 = Direct Toegang Hiermee is toegang altijd toegestaan. Het remote centrum kan rechtstreeks inbellen bij de centrale en toegang krijgen. Als een terugbelnummer is geprogrammeerd, moet de verbinding via de terugbelprocedure worden gemaakt.
56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 07 = Lijn Fout Met de lijnfout optie kan worden ingesteld welke Ethernet verbindingen moeten worden gecontroleerd. Zowel de beschikbaarheid van het netwerk als het geprogrammeerde transmissiepad tussen de Ethernet module en de ontvanger applicatie kunnen worden gecontroleerd. 1 = Netwerk Deze optie controleert de verbinding tussen de Ethernet module en het lokale netwerk.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 56 - Communicatie (vervolg) 09 = Encryptie De Ethernet-module ondersteunt een geavanceerd 128-bits coderingsniveau voor alle communicatieopties. Met deze optie kan de encryptie worden in- of uitgeschakeld voor elk van de communicatieopties. 1 = Alarm rapportage In deze optie wordt bepaald of encryptie wordt toegepast op de primaire en secundaire signaalpaden. Standaard is dit uitgeschakeld.
56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 6 = HW Prioriteit Deze optie heeft drie subopties: 1 = Modem/Kiezer (standaard = 1) 4 = Ethernet (standaard = 0) 5 = GSM (standaard = 0) Wanneer u een van deze subopties selecteert, kan de installateur een prioriteitsniveau van 0 t/m 2 selecteren voor dat specifieke apparaat. De prioriteitsinstellingen hebben de volgende betekenis: 0 = Deze module verzendt geen alarmgegevens.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 56 - Communicatie (vervolg) 05 = Communicatie Voorwaarde Met deze parameter bepaalt u onder welke ingeschakelde omstandigheden de centrale communiceert na Alarm, Herstel, Bevestigd Alarm, Sabotage en In/Uitschakeling. Er zijn vier opties: 0. Volledig 1. Volledig & Deel 2. Volledig & Nacht 3. Altijd (Volledig, Deel en Nacht) (standaard) Deze parameter heeft geen invloed op andere signalen.
56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 11 = Remote Datum Met deze parameter kan de centrale worden geprogrammeerd om automatisch een remote serviceoproep te starten op een tevoren bepaalde datum en tijd. Er wordt gebeld op de relevante communicatiemodule volgens de prioriteit van 56.6 Communicatie.HardWare Prioriteit.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 57 - Systeem Print 2 = PAC Telefoon Nummers Met deze optie selecteert u welke ontvangernummers met de inluisterfunctie kunnen werken. 1 = Telefoon Nummer 1 2 = Telefoon Nummer 2 3 = Inbellen Met deze optie kan een gebruiker inbellen en een code invoeren om de 2-weg communicatie te bedienen. Raadpleeg menu 42.1 (gebruiker 99). 1 = Mode Wanneer deze optie is ingesteld op Aan, is deze functie ingeschakeld.
58 - Bediendeel Blok (vanaf V1.4) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Optie 58 - Bediendeel Blok Via bediendeelblokken kunt u bediendelen toewijzen/programmeren aan een blok. Bediendelen kunnen zo reageren op gebeurtenissen bij de toegewezen blokken. De blokprogrammering is van invloed op het bediendeeldisplay, de buzzer en de gebruikerstoegang. Voor de gebruikersbeperking geldt dat toegang wordt verstrekt aan de blokken die zijn toegewezen aan zowel het bediendeel als de gebruiker.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 61 - Diagnose Test Menu 60 - Systeem Menu 2 Optie 61 - Diagnose Test De Galaxy onderzoekt elk randapparaat en rapporteert succesvolle communicatie tijdens deze periode als een percentage. Er zijn acht subopties. Wanneer u een van de subopties selecteert, wordt op het display het eerste type randapparaat weergegeven dat in het systeem is geconfigureerd.
62 - Volledige Test Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Voor elk randapparaat wordt, indien beschikbaar, de volgende informatie weergegeven: Metriek Module Moduletype Adres % Communicatie Bediendelen 3 3 3 RIO's 3 3 3 RF Ontvangers 3 3 3 Prox lezers 3 3 3 Smart PSU's 3 3 3 GSM module 3 3 3 Ethernet 3 3 3 Ruisniveau Max. ruisniveau 3 3 Tabel 31.
63 - Opties Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Optie 63 - Opties Met deze menuoptie kan de Galaxy 2 Series worden opgesplitst in blokken. Ook kunnen hiermee de MAX proximity-kaartlezers worden geïntegreerd in het systeem.
63 - Opties (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 2 = Gemeenschappelijk Blok Blok 4 is bedoeld als een blok dat een gemeenschappelijke toegangsruimte (zoals een foyer) dekt. Dit blok wordt automatisch in- en uitgeschakeld, afhankelijk van de status van de andere, aparte ruimten. Wanneer alle aparte ruimten zijn ingeschakeld, wordt het gemeenschappelijke blok tegelijk met het laatste blok ingeschakeld.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 63 - Opties (vervolg) 2 = MAX (vanaf V1.4) Deze optie wordt gebruikt om de Galaxy MAX3-kaartlezers te programmeren. De MAX3 kan volledig in het systeem worden geïntegreerd, waarbij de communicatie plaatsvindt via de AB-lijnen en optimaal gebruikgemaakt wordt van de Galaxy-centrale. Als de MAX3 is geprogrammeerd als standalone module, staat deze geheel los van de Galaxy.
63 - Opties (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 1 = Omschrijving Deze optie wordt gebruikt om een naam van maximaal 12 tekens toe te wijzen aan de MAX-module (zie Tabel 16, Teksttekens). De beschrijving wordt gemaakt met de tekenset in deze tabel. Wanneer u het kenmerk Omschrijving selecteert, wordt de huidig toegewezen omschrijving (die standaard blanco is) op de bovenste regel weergegeven.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Tips en trucs voor RF HOOFDSTUK 8: RF HINTS EN TIPS RF installeren Het systeem werkt met de 5800-ontvangers op ECP en/of de RF-portal op RS485. Er kunnen maximaal twee RF-ontvangers in het systeem worden aangesloten (twee op de ECP-bus, twee op de RS485-bus of één op elke bus) om maximaal 44 zones te ondersteunen. De twee RF-ontvangers vormen een aanvulling op de prox-bediendelen. Alle programmering in de centrale is lokaal.
Het systeem in werking stellen Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 9: HET SYSTEEM IN WERKING STELLEN Laatste systeemtest Voordat het systeem aan de gebruiker wordt overgelaten, of na onderhoud, moet u de volgende controles uitvoeren. 1. Looptest op alle zones met menu 31. 2. Communicatietest via menu 32 of ‘volledige test’ via menu 62. 3. De installateurmode verlaten en controleren of alle modules in het systeem zijn geconfigureerd.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Remote service HOOFDSTUK 10: REMOTE SERVICE De service aan de centrale van de Galaxy 2 Series kan remote en/of lokaal worden uitgevoerd via een pc (personal computer). Dit is mogelijk wanneer de Access Lite Downloader-software op de pc is geïnstalleerd. Remote service wordt geprogrammeerd in menuopties 56.01 en 56.12. Telefoonlijn De centrale heeft een ingebouwd modem.
Flash-upgrade Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 11: FLASH-UPGRADE De software die wordt uitgevoerd voor de Galaxy 2 Series, is opgeslagen in een ‘flashgeheugen’, niet in traditionele prom-chips. Indien nodig kan een upgrade naar een nieuwere versie van de software worden uitgevoerd met de Flash Programming Kit, artikelnummer A221.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Printer aansluiten HOOFDSTUK 12: PRINTER AANSLUITEN De systeemgegevens van de Galaxy 2 Series kunnen rechtstreeks naar een seriële printer worden afgedrukt. U hebt hiervoor een printerkabel nodig (artikelnummer A225), die u moet aansluiten tussen de programmeerheader op de printplaat van de Galaxy 2 Series en de printer.
Sirene/flitsercombinatie Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 13: SIRENE/FLITSERCOMBINATIE AANSLUITEN De connectors van de verschillende sirene/flitsercombinaties worden hieronder weergegeven: Lyntech Ltd. - 120 LED/120 lexon 2 Series-connector BELL + 12V Sirene/flitser connector HOLD + TRG 0V T HOLD - TAMP.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Lijst van het gebeurtenislogboek HOOFDSTUK 14: LIJST VAN HET GEBEURTENISLOGBOEK GEBEURTENIS BESCHRIJVING + AC - AC + AC> - AC> +AFWIJK + ASSIST - ASSIST AUTO RST AUTO TST + AUX ZKR - AUX ZKR + BAT GEM - BAT GEM + BATT - BATT BEVESTIG + BRAND - BRAND + BRAND> - BRAND> + CDE SAB - CDE SAB CODE GEW + COM FT - COM FT COM TEST CONFIG + CU AC - CU AC + CU AC> - CU AC> + CU BATT - CU BATT DEEL IN DIRECT DR OPEN FBAT ACK + FOB BAT - FOB BAT + GEMIST - G
Lijst van het gebeurtenislogboek (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie GEBEURTENIS BESCHRIJVING + INBR> - INBR> + INBRAAK - INBRAAK INGESCH + INSTALL - INSTALL + INSTCDE + LIJN FT - LIJN FT + LINK - LINK LOCKOUT +LOOPTST -LOOPTST +MAX ALM NACHT IN NIET IN + ONDERDRK - ONDERDRK OORZAAK OPSTART OUDE S/W + OVERBRG - OVERBRG + OVERVAL - OVERVAL PA RESET + PA STIL - PA STIL + PANIEK - PANIEK + PANIEK> - PANIEK> + PASTIL> - PASTIL> + PSU AC - PSU AC + PSU AC> - PSU AC> + PSU BAT -
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Lijst van het gebeurtenislogboek (vervolg) GEBEURTENIS BESCHRIJVING RESET + RF BATT - RF BATT + RF BAT> + RF CHOD - RF CHOD + RF JAM - RF JAM + RF JAM> + RF OD - RF OD + SABOTAG - SABOTAG + SIR FT - SIR FT + SIR ZKR - SIR ZKR STANDRD + STU FT - STU FT + SUPERV - SUPERV + SV OD - SV OD + T/O IN> - T/O IN> + T/O INB - T/O INB TIJD/DAT TST EIND UITGES.
Specificaties Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 15: SPECIFICATIES Specificaties van het paneel 2-44+ 2-20 Fysiek Plastic behuizing, 3 mm polycarbonaat (met netvoedingstransformator en printplaat geïnstalleerd) Breedte: 300 mm Hoogte: 250 mm Diepte: 100 mm Gewicht: 1,7 kg Breedte: 300 mm Hoogte: 250 mm Diepte: 100 mm Gewicht: 1,7 kg Metalen behuizing, 1,2 mm staal (met netvoedingstransformator en printplaat geïnstalleerd) Breedte: 370 mm Hoogte: 320 mm Diepte: 85 m
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie RANDAPPARAAT Specificaties (vervolg) RUSTSTROOM (mA) MAXIMUM ALARMSTROOM (mA) Mk 7-bediendeel 70 90 Mk 7 Keyprox 90 130 RIO 30 Power RIO/voedingseenheid 70 RF Portal 50 6160-bediendeel 52 6160-keyprox 72 6160 RF Keypad 73 5800 RF-ontvanger 60 ECP-uitbreiding 25 GSM-module 10 Ethernet 155 MAX-lezer 30 Tabel 33.
Goedkeuringen Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 16: CONFORMITEIT EN GOEDKEURINGEN De Galaxy 2 Series is compatibel met belangrijke delen van de volgende normen: • • 99/05/EC EN50130-5:1998 Richtlijn R&TTE Alarmsystemen.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Garantie BEPERKTE GARANTIE VAN HONEYWELL SECURITY Honeywell Security, en haar divisies, dochterondernemingen en afdelingen (“verkoper”), met adres 165 Eileen Way, Syosset, New York, 11791, Verenigde Staten, garandeert dat haar producten conform de eigen plannen en specificaties zijn, en vrij zijn van defecten voor wat betreft materiaal en constructie onder normaal gebruik en service gedurende 24 maanden van het datumstempel op het product.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 138
Communicatietriggers Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Bijlage A: Contact ID meldingen Menu 01 Trigger naam Paniek 02 Inbraak 03 24 uur 06 Brand 08 Overbrug 09 Sabotage 10 Inschakeling 11 Reset 13 230Vac fouten 14 Systeem status 15 Systeem fouten 19 RF Fouten 20 Assistentie Altijd aan * Noot: **Noot: Uitleg Paniek stil - sneltoets Paniek luid - sneltoets Overval code Inbraakzone Inbraakzone met hoge prioriteit Inbraakzone met lage prioriteit Uitloopzone
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Honeywell Security Nederland Netwerk 121 1446 WV Purmerend Nederland TEL: +31 (0) 299 410 200 FAX: +31 (0)299 410 201 Web: http://www.security.honeywell.com/nl/ II6-0032 Rev 2.