WT-D30/WT-D40 INSTRUCTIEBOEKJE
INLEIDING Dank u voor het aanschaffen van deze Honda-vuilwaterpomp met dieselmotor. Dit instructieboekje beschrijft de bediening en het onderhoud van de WT-D30en de WT-D40-vuilwaterpomp met dieselmotor. Alle in deze uitgave opgenomen informatie is gebaseerd op de meest recente beschikbare informatie bij het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd behoudt zich het recht voor om wijzigingen op ieder moment zonder voorafgaande kennisgeving door te voeren.
INHOUD 1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 2. PLAATS VAN VEILIGHEIDSLABELS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Plaats CE-merk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 3. IDENTIFICATIE VAN DE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 4. BEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 5.
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN WAARSCHUWING Voor een veilig gebruik- • • • • • • • • • De Honda-waterpomp is zodanig ontworpen dat hij veilig en betrouwbaar is, mits op de juiste manier bediend. Bestudeer het instructieboekje alvorens de waterpomp te gebruiken. Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of beschadiging van het materiaal. • De uitlaat kan erg heet worden en ook na het uitzetten van de motor nog enige tijd heet blijven. Raak de uitlaat niet aan als deze heet is.
WAARSCHUWING Voor een veilig gebruik• • • • • • 4 Houd kinderen en dieren uit de buurt als de pomp in werking is. Gebruik geen benzine of andere brandstoffen. Plaats de pomp voor gebruik op een vlakke en stabiele ondergrond. (De hellingshoek van de ondergrond mag maximaal 20 graden bedragen.) Verwijder de verzegelde onderdelen van de motor niet. Zonder deze onderdelen werkt de motor niet. Pomp om veiligheidsredenen geen brandbare of agressieve vloeistoffen, zoals benzine of zuren op.
2. PLAATS VAN VEILIGHEIDSLABELS [Alleen type DE] Deze labels waarschuwen voor mogelijke gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Lees de labels, veiligheidsaanwijzingen en voorzorgsmaatregelen zorgvuldig door. Als een label loslaat of slecht leesbaar is, vraag uw Honda-dealer dan om een nieuw exemplaar.
Plaats CE-merk [Alleen type DE] Naam fabrikant en adres Gewicht (standaard) [Voorbeeld: CE-merk WT-D40] 6
3.
VULDOP VOORVULWATER UITLAAT AANZUIGOPENING BRANDSTOFTANKDOP PERSOPENING HANDGREEP STARTKOORD LUCHTFILTER GASHENDEL AFTAPPLUG STOPHENDEL WT-D40 (D) 8
4. BEDIENING Stophendel Zet deze hendel in de stand START om de motor te starten. Zet de hendel terug in de stand STOP om de motor te stoppen. STOPHENDEL START START STOP (motor stoppen) Gashendel Stel met deze hendel het gewenste motortoerental af.
Handgreep startkoord Pak de handgreep beet en trek het startkoord uit om de motor te starten. HANDGREEP STARTKOORD Vuldop voorvulwater Deze vuldop wordt gebruikt om de pomp voor te vullen.
5. VOOR HET STARTEN 1. Sluit de aanzuigslang aan Gebruik een aanzuigslang met verstevigde wand om te voorkomen dat de slang inklapt. Omdat de aanzuigtijd van de pomp evenredig toeneemt met de lengte van de slang, wordt het gebruik van een korte slang aanbevolen. Maak de slang vast met de slangklem. VOORZICHTIG: Gebruik de aanzuigslang nooit zonder de zeef. ONDERDELEN AANZUIGSLANG WARTEL SLANGKOPPELING AFDICHTINGSRING SLANGKLEM ZEEF SLANGKLEM ZEEF AANZUIGSLANG (als optie leverbaar) (behalve WT-D40) 2.
6. CONTROLE VOORAF 1. Motorolie VOORZICHTIG: • • Motorolie is een belangrijke factor voor wat betreft motorvermogen en levensduur. Zorg ervoor dat tijdens het controleren de motor uit is en op een vlakke ondergrond staat. SAE 10W-30-olie voldoet aan de classificatie CC of CD zoals deze door Amerikaanse automobielfabrikanten wordt gehanteerd (de kwaliteit CC of CD is aangegeven op de verpakking). SAE 10W-30 is voorgeschreven voor algemeen gebruik bij alle temperaturen.
2. Brandstof Controleer het brandstofniveau op de brandstofmeter en vul de brandstoftank indien nodig bij. Gebruik diesel. Gebruik geen verontreinigde of gemengde diesel. Voorkom dat er vuil, stof of water in de tank komt. Draai de tankdop na het vullen goed dicht. WAARSCHUWING • • • • • Diesel is licht ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden explosief. Vul de tank bij in een goed geventileerde ruimte en met stilstaande motor.
3. Luchtfilter VOORZICHTIG: Laat de motor nooit draaien zonder luchtfilter. Dit zal leiden tot versnelde motorslijtage. 1. Controleer of het filterelement schoon is en in goede staat verkeert. Reinig of vervang het filterelement indien nodig (zie blz. 23). 2. Controleer de wervelkamer en reinig de wervelkamer als deze verstopt zit of overmatig vuil is (zie blz. 23). 3. Draai de vleugelmoeren na het controleren vast.
4. Voorvulwater Vul de pompkamer met water alvorens de pomp te starten. VOORZICHTIG: Zet de pomp niet aan zolang de pompkamer niet voorgevuld is met water, anders zal de pomp oververhit raken. Door langdurig droog ronddraaien kan de keerring van de pomp beschadigen. Als de pomp droog ronddraait, zet de motor dan meteen uit en laat de pomp afkoelen alvorens deze voor te vullen met water. VULDOP VOORVULWATER 5. Slangklem, wartel Controleer of de slangklem en de wartel goed vastzitten.
7. MOTOR STARTEN WAARSCHUWING De uitlaatgassen bevatten giftig gas. Adem de uitlaatgassen niet in. Laat de motor niet draaien in een afgesloten ruimte. 1. Zet de stophendel in de stand START. (Beweeg de hendel tot deze niet meer verder kan.) 2. Trek licht aan de handgreep van het startkoord tot een weerstand voelbaar STOPHENDEL START START is, en geleid het startkoord vervolgens terug.
3. Pak de handgreep nogmaals beet en geef een stevige ruk aan het startkoord. AANWIJZING: Herhaal stap 2 en 3 als de motor niet start. Laat de motor na het starten enkele minuten met stationair toerental draaien, zodat de motor op bedrijfstemperatuur kan komen. HANDGREEP STARTKOORD VOORZICHTIG: • • Laat het startkoord niet terugschieten. Geleid de handgreep terug om schade aan het startmechanisme te voorkomen. Blijf van de handgreep van het startkoord af als de pomp in werking is.
8. MOTOR UITZETTEN 1. Zet de stophendel in de stand STOP. STOPHENDEL STOP MOTOR UIT 2. Na gebruik, met name bij vorst, dienen de aftappluggen te worden verwijderd en moet al het water uit de pomp worden afgetapt. Als er water in de pomp achterblijft en bevriest, kan de behuizing beschadigd raken.
9. ONDERHOUD • Zorg ervoor dat de pomp tijdens het controleren uit is en op een vlakke ondergrond staat. Periodiek onderhoud en afstellingen zijn belangrijk om de pomp in optimale conditie te houden. Voer het onderhoud en de controles uit zoals in de volgende tabel is aangegeven. WAARSCHUWING Zet de motor uit alvorens hier werkzaamheden aan uit te voeren. Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is.
1. Verversen van de olie Tap de olie bij warme motor af, zodat het aftappen snel en volledig gebeurt. 1. 2. 3. 4. Verwijder de olievuldop en tap de olie af. Monteer de aftapplug en draai deze goed vast. Vul bij met olie (zie blz. 12) en controleer het olieniveau. Plaats de olievuldop.
2. Onderhoud oliefilter Een verstopt oliefilter kan tot ernstige schade aan de motor leiden. Het onderhoud dat aan het oliefilter moet worden uitgevoerd, is afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte olie en de frequentie van het onderhoud. Het is aan te bevelen om onderhoud aan het filter uit te voeren volgens het schema op bladzijde 16, of vaker indien nodig. (Reinigen) 1. Tap de motorolie af (zie blz. 20). 2. Verwijder het oliefilter uit de motor door de twee bouten (6 mm) te verwijderen. 3.
3. Luchtfilter 1. Verwijder de vleugelmoer en het luchtfilterdeksel. Verwijder de filterelementen en neem ze uit elkaar. Controleer beide elementen zorgvuldigop gaatjes en scheuren en vervang ze indien nodig. 2. Schuimrubber element: Was het element met een beetje allesreiniger in warm water en spoel het goed af of reinig het met een oplosmiddel met een hoog verdampingspunt. Laat het element goed drogen. Drenk het filterelement in schone motorolie en knijp erin om het teveel aan olie te verwijderen.
4. Water aftappen uit de brandstoftank Het is belangrijk om regelmatig het water uit de brandstoftank af te tappen. Als dit niet gebeurt, kan de motor beschadigd raken. (Aftappen) 1. Draai de aftapplug ongeveer 2 tot 3 slagen om de aftapopening vrij te maken. 2. Tap het water via de aftapopening af totdat er brandstof uit de opening komt. 3. Draai de aftapplug goed vast. VOORZICHTIG: Draai de aftapplug niet verder los dan nodig om de aftapopening in de bodem van de brandstoftank vrij te maken.
5. Onderhoud pomphuis Reinig na elk gebruik de binnenkant van het pomphuis op de volgende manier: Verwijderen: 1. Verwijder de aftappluggen uit het pomphuis en het pompdeksel om het achtergebleven water af te tappen. 2. Draai de knop van het pompdeksel los en verwijder de vergrendeling van het pompdeksel. 3. Verwijder het pompdeksel met de wervelkamer uit het pomphuis en verwijder eventuele verontreinigingen. Plaatsen: 1.
10. TRANSPORT/OPSLAG WAARSCHUWING Gemorste brandstof en brandstofdampen kunnen ontbranden. Let op de volgende punten als het apparaat gedurende langere tijd wordt opgeslagen: 1. Zorg ervoor dat de opslagruimte niet te vochtig of stoffig is. 2. Reinig het inwendige van de pomp .... Spoel de pomp door met schoon water alvorens deze uit te zetten, anders kan de rotor beschadigd raken als de pomp weer wordt gestart. 3. Tap de brandstof af ....
11.
12.
Pomp Diameter aanzuigopening Diameter persopening Opvoerhoogte totaal Aanzuighoogte Opbrengst 28 80 mm (3 in) 100 mm (4 in) 80 mm (3 in) 100 mm (4 in) 27 m (88,6 ft) 28 m (91,9 ft) 8 m (26,2 ft) 8 m (26,2 ft)) 1.350 liter (357 US gal, 297 Imp gal)/min 2.
13. PLAATSEN VAN ACCESSOIRES Plaats de accessoires als volgt op de pomp. VOORZICHTIG: Werk met twee of meer mensen. Laat uw partner de pomp vasthouden of ondersteunen terwijl u de accessoires plaatst. Let goed op uw veiligheid. LIJST MET ACCESSOIRES NR.
MONTEREN (Monteer de volgende onderdelen voor ze op de pomp te plaatsen) • Wielen en draagbeugels 1) Plaats de wielen op de wielas, en plaats vervolgens de ringen op de as. 2) Steek de splitpennen in de as en maak de wielen en ringen vast door de uiteinden van de pennen naar de zijkant te buigen. SPLITPEN (2) WIEL (2) WIELAS RING (2) 3) Plaats de handgrepen op het uiteinde van de draagbeugels.
PLAATSEN DRAAGBEUGELS/WIELEN WAARSCHUWING Tap de motorolie en brandstof zorgvuldig af voordat de pomp voorover wordt gekanteld. • Plaatsen draagbeugels 1) Pak het frame vast aan de zijde met de bevestigingsopeningen voor de draagbeugels en kantel de pomp voorover. 2) Draai het uiteinde van de draagbeugel lichtjes vast met een bout met ring. 3) Plaats bus A in de beugel en bus B in het frame. 4) Draai de draagbeugel met de beugelhouders vast en draai de flensbouten en –moeren lichtjes vast.
• Plaatsen wielen 1) Breng de openingen in de bevestigingsbeugels in lijn met de openingen in het frame. 2) Draai de wielas met wielen vast met de vier bouten met ring. 3) Zet de pomp na het plaatsen van de draagbeugels en de wielen weer rechtop. WIELAS MET WIELEN BOUT MET RING (4) WAARSCHUWING Plaatsen van accessoires terwijl pomp is opgetakeld aan het hijsoog: • • • 32 Controleer of het hijsoog goed vastzit op het frame. Maak de kraan of takel vast aan het hijsoog en takel de pomp op.
14. ADRESSEN VAN HONDA-IMPORTEURS Voor Europa ADRES 470 London Road, Slough, Berkshire, SL38QY, United Kingdom Pole 45 Rue des Chataigniers Honda Europe Power 45140 Ormes Equipment S.A. France Sprendlinger, Landstraße 166 Honda Deutschland D-63069 Offenbach/Main GmbH. Germany Wijngaardveld 1, 9300 Aalst Honda Belgium H.V. Belgium Via della Cecchignola, 5/7 Honda Italia Industriale 00143 ROMA S.P.A. Route des Mouliéres 10 Honda (Suisse) S.A.
Voor Europa (vervolg) NAAM BEDRIJF OY Brandt AB TIMA PRODUCTS A/S Greens Automocion Canarias S.A. (AUCASA) The Associated Motors Company Ltd. Two Wheels Ltd. General Automotive Co., S.A. BG Technik s.r.o. Aries Power Equipment Ltd. MO.TOR.PEDO Ltd. 34 ADRES Tuupakantie 4 SF-01740, Vantaa Finland Tårnfalkevej 16, Postboks 511 DK 2650 Hvidovre Denmark Polig.