Operation Manual

!~ter
ici
~
Arrêter
ic~
iJi.
Arreter
ANFERTIGEN
YON
KNOPFLÖCHERN
1. Wählen Sie
entsprechend
der
gewünschten
Grö~
e des
Knopfloches
die
passende
Stichbreite
zwischen
"3"
und
"5"
aus.
2.
Nun
mu~
mit
Kreide
die Länge des
Knopfloches
mar
kiert
werden.
3.
Drehen
Sie
den
Programm-Selector
auf
A (das
Symbol
"[]
")
und
beginnen
Sie
damit,
die linke
Raupe
längs
der
Linie
zu
náhen
.
4.
Halten
Sie die Maschine
an,
wenn
sich die
Nadel
links
der
Raupe
befindet
( 1. Phase)
5. Stellen Sie die
Nadel
hoch
und
drehen
den
Selector
auf
B (das
Symbol
"
CJ
").
N
ahen
Sie
einige Riegelstiche ( 2. Phase)
6.
Drehen
Sie
nunn
den
Selector
auf
C
("
[)
")
und
nahen
Sie die
rechte
Knopflochraupe.
Fuhren
Sie
da
bei
den
S
toff
so,
dal:,
die
rechte
Raupe
parallel
zur
linken
verlauft
( 3. Phase)
7.
Drehen
Sie
jetzt
den
Selector
wieder
auf
B
("
C ")
und
nahen
Sie ein
Paar
Reigelstiche
zur
Verriegelung des
Knopfloches
( 4.
Phase
).
8.
Schneiden
Sie
nun
mit
dem
Trennmesser
das
Knopfloch
vorsichtig
auf,
ohne
die
Naht
dabei
zu
verletzen.
Urn dies
zu
vermeiden,
konnen
Sie
die
beiden
Riegel
vor
dem
Einschneiden
mit
Stecknadeln
schützen.
KNOOPSGAT
Naaivoet:
knoopsgatvoet
Steeklengte:
vrij
kort
(0,5-1)
Zigzag: 3-5
Naaldstand:
M ( + )
Transport
afschermingskapje:
niet
nodig
Steekkeuzeknop:
[]
C
[]
Gewenste
lengte
van
het
knoopsgat
op
de
stof
aftekenen.
Voordat
U
begint
te
naaien,
naald
laten
zakk~n
tot
op
de
hoogte
van
het
v.oetje
o~
te
controleren
of
de
naald
in
het
midden
van
het
voetje
staat.
Anders
aan
het
handwiel
draaien
tot
de
naald
weer
boven
staat.
In
geen geval
stand
van
zigzag
of
naald
veranderen.
. .
Nu
het
werk
onder
het
vóetje
leggen
en
de
naald
precies
aan
het
begrn
van
het
knoopsgat
msteken.
Eerste
cordon:
.
Vereiste
lengte
naaien
.
Naald
in
midden
van
het
voetje
insteken,
voetje
omhoog.
werk
draaien,
voetje
weer
naar
beneden.
Eerste
trens:
d
bb
1
d
b
dt
tt
.
en
Stoftransport
tegenhouden.
Trens
Naald
omhoog,
zigzag
op
u e e
cor
on
ree e ze ·
naaien.
Tweede
cordon:
.
Naald
omhoog,
zigzag
weer
op
enkele
cordonbreedte
zetten
en
cordon
naaien.
Tweede
trens:
Naald
omhoog,
zigzag
weer
op
dubbele
cordonbreedte
zetten,
werk
tegenhouden,
trens
naaien.
Afhechten:
Zigzag
op
0
zetten
en
5 à 6
steken
naaien.
23