Operation Manual

Veiligheid
02-1
Hoofdstuk 2: Veiligheid
2.1 Algemeen
Zorg voor voldoende ventilatie. Dek ingebouwde ventila-
tieroosters (dakluiken met ventilatierooster of dakventila-
toren in paddestoelvorm) nooit af. Houd ventilatieroosters
vrij van sneeuw en bladeren – verstikkingsgevaar!
Neem m.b.t. de inbouwapparatuur (koelkast, verwarming,
kooktoestel enz.) alsook m.b.t. het basisvoertuig de van
toepassing zijnde gebruiksaanwijzingen beslist in acht.
Door het aan- of inbouwen van accessoires en bij speciale
uitvoeringen kunnen de afmetingen, het gewicht en de rijei-
genschappen van de camper afwijken. Voor sommige toe-
gevoegde delen/elementen geldt een registratieplicht.
Gebruik uitsluitend banden en velgen die voor uw camper
zijn toegestaan. Zie voor specicaties m.b.t. de band- resp.
velgmaat het instructieboekje dat bij het voertuig hoort.
2.2 Brandveiligheid
Voorzorgsmaatregelen tegen brand
Laat geen kinderen zonder toezicht in de camper.
Houd brandbare materialen uit de buurt van alle verwar-
mings– en kooktoestellen.
Veranderingen aan de elektrische installatie, de gasinstalla-
tie of de inbouwapparatuur mogen uitsluitend worden aan-
gebracht door een erkend vakman.
Bevestig een brandblusser in de buurt van de toegangs-
deur.
Lees de aanwijzingen op de brandblusser, zodat u weet
hoe in noodgevallen te handelen.
Bewaar een branddeken in de buurt van het kooktoestel.
Houd alle vluchtwegen vrij.
Stel u op de hoogte van de veiligheidsmaatregelen die
gelden op het (kampeer)terrein waar u verblijft.
Wat te doen bij brand
Zorg ervoor dat alle inzittenden het voertuig onmiddellijk
verlaten.
Sluit de ventielen van de gasessen.
Schakel de stroomtoevoer af.
Sla alarm en bel de brandweer.
Bestrijd het vuur alleen zelf als dat zonder gevaar voor uzelf
mogelijk is.