Operation Manual

71
7. Elektrische installaties
Aardlekscakelaar
Uw voertuig is standaard uitgerust met een FI-aardlekschakelaar voor
de onderbreking van een stroomkring bij een eventuele foutstroom.
Bij een optredende storing onderbreekt de aardlekschakelaar de
volledige 230V-stroomkring.
Aan de aardlekschakelaarmogen geen reparaties wor
den uitgevoerd.
Een FI-veiligheidsschakelaar biedt geen bescher-
ming tegen het gevaar van een elektrische schok.
Hij beschermt niet tegen eventuele ongevallen met
stroom.
2
1
Aardlekschakelaar
j
en testknop
k
De aanspreektijd van de aardlekschakelaar met een 30
mA foutstroom bedraagt minder dan 0,1 seconden.
Na ingebruikneming van de elektrische installatie moet de werking
van de aardlekschakelaar worden gecontroleerd. De onder spanning
staande en ingeschakelde schakelaar
j
–standopI-ON–moetbij
het drukken op de testknop
k
worden geactiveerd. De wipschakelaar
m
(pagina 70) springt omlaag en moet na een controle weer omhoog
worden gezet in de “AAN”-stand.
Deze controle moet minstens eens per maand worden uitgevoerd om
te garanderen dat de aardlekschakelaar in geval van storing perfect
functioneert.
Apparaten waarvan de aardlekschakelaar tijdens bedrijf wordt ge-
activeerd vertonen een defect en moeten door een elektrotechnicus
worden gecontroleerd en gerepareerd.
Elk apparaat op netvoeding verliest bij activering van
de aardlekschakelaar (ook bij een test) zijn program-
mering en wordt gereset naar de fabrieksinstellingen.
Nadatdeveiligheidsschakelaarisgeactiveerd,moetkortetijd
worden gewacht met het weer inschakelen (dit geldt niet voor de
testfunctie).
- Als de veiligheidsschakelaar ingeschakeld blijft, was er slechts
sprake van overbelasting.
- Als de veiligheidsschakelaar nogmaals en plotseling omlaag
schiet, is er sprake van kort- of aardsluiting.
Meermaals inschakelen is zinloos. De veiligheidsscha-
kelaar wordt ook geactiveerd als de wipschakelaar
wordt vastgehouden.