Operation Manual

4. Wielen, banden
26
Aandraaimomenten
- voor staalvelgen: 110 Nm
- voor aluminium velgen: 120 Nm
Voor wielbouten geldt
- Voor wielbouten geldt: controleer wielbouten voor het eerst na 50
km en daarna in het kader van de normale onderhoudsbeurten.
NB:
Wielbouten voor alle 13” + 14” stalen velgen en alle licht-
metalen velgen (incl. 15"): conisch
Wielbouten voor alle 15" stalen velgen: bolconisch
NB: Let bij vervanging van velgen (staal -> aluminium
/ aluminium -> staal) beslist op de bijbehorende
wielbouten!
Controleer aanhaalmomenten eens in de 5000 km of
minstens eenmaal per jaar.jährlich kontrollieren.
4.5 Het verwisselen van een wiel
Het verwisselen van een wiel voorbereiden
Zorg in de eerste plaats voor uw eigen veiligheid!
Verwissel het wiel zo mogelijk bij een aangekoppeld trekkend
voertuig.
Parkeer het voertuig op een zo vlak mogelijke en vaste ondergrond.
Bij bandenpech op de openbare weg: beveilig het weggedeelte
met gevarendriehoek resp. knipperlicht.
Trekkend voertuig: handrem aantrekken, wielen recht naar voren
zetten, in een versnelling schakelen of bij een automatische ver-
snellingsbak in de P-stand schakelen.
Caravan: handrem aantrekken, neuswiel in rijdende stand laten
staan, stabilisatie-inrichting deactiveren (let op: niet helemaal
openen!).
Haal
j
de onderlegwiggen uit de gaseskast (modelspeciek
deels rechts en links boven vastgeklemd).
Plaats de onderlegkeggen
j
vóór en achter het nog intacte wiel,
om het voertuig te borgen.
Draai vóór het opkrikken de wielbouten één slag los, maar draai
ze niet verder los.
1
1
1
Onderlegwiggen in de gaseskast
Onderlegwiggen onder het wiel plaatsen