Operation Manual

03-4
3.4 Neuswiel
Omhoogdraaien en vastzetten
Koppel de caravan aan het trekkend voertuig
en richt daarbij het neuswiel
j
naar achteren
toe.
Draai de knevelschroef
k
los.
Trek de neuswielbuis
l
zo ver mogelijk om-
hoog.
Draai de knevelschroef
k
vast.
Draai m.b.v. de kruk
m
het neuswiel zo ver
mogelijk omhoog in de richting van de wijzers
van de klok en borg hem tegen verdraaien.
Zorg ervoor dat het neuswiel tijdens
het rijden altijd volledig omhoog is
gedraaid en geborgd.
Laten zakken
Draai de knevelschroef
k
los.
Laat de neuswielbuis
l
zo ver zakken totdat
het neuswiel ca. 70 mm afstand tot de bodem
heeft.
Draai de knevelschroef
k
vast.
Laat het neuswiel zakken door de kruk
m
te-
gen de wijzers van de klok in te draaien totdat
deze de bodem raakt.
Koppel de caravan van het trekkende voertuig
af en draai het neuswiel zo nodig verder uit.
4
3
2
1
2
3
4
5
Controle van het stabilisatiesysteem
Na het aankoppelen en activeren van het
stabilisatiesysteem kan de toestand van de
wrijvingselementen worden gecontroleerd:
- Bevindt de slijtage-indicatie
n
zich in de
groene OK-zone, zijn de frictievoeringen
geschikt om mee te rijden.
- Zodra de indicatie in de gele overgangszone
staat, moeten de wrijvingselementen
onmiddellijk worden vernieuwd.
- Als de indicatie zich in de rode STOP-zone
bevindt, is er geen sprake meer van een
stabilisatiefunctie. De geschiktheid voor
snelheden tot 100 km/uur vervalt.