Operation Manual
09-1
9. Gasinstallatie
9.1 Algemene veiligheidsregels voor het gebruik van
vloeibaargasinstallaties
Inspectie van de gasinstallatie
• Laat de vloeibaargasinstallatie vóór de eerste
ingebruikneming door een deskundige contro-
leren.
• Ook de gasdrukregelaar en afvoerleidingen
moeten gecontroleerd worden.
• Wij adviseren de gasdrukregelaar uiterlijk na
6 jaar te vervangen.
• De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het
laten uitvoeren van de inspectie.
Inbouwwerkzaamheden en wijzigingen
• Inbouwwerkzaamheden en wijzigingen aan
de gasinstallatie mogen uitsluitend door een
deskundige worden uitgevoerd.
• Er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt
van apparaten met een aansluitdruk van 30
mbar.
• Bij elk verandering van of aan de gasinstallatie
moet de installatie opnieuw gekeurd worden
door een erkend installateur en is een schrifte-
lijk keuringsrapport vereist.
Regelaar en ventielen
• Gebruik uitsluitend speciale drukregelaars met
veiligheidsventiel. Andere regelaars zijn niet
toegestaan en zijn niet berekend op de hoge
belasting.
De gaswerkdruk bedraagt 30 mbar.
De schroefverbindingen van de
gasdrukregelaar hebben een linkse
schroefdraad.