Operation Manual

10-13
10.6 Boiler
De boiler met een inhoud van ca. 14 liter ver-
warmt het water boven een gasbrander of
– afhankelijk van het model – tevens elektrisch
(optioneel) m.b.v. een geïntegreerd verwarming-
selement.
Zet voor het begin van elke reis de
schoorsteenkap op de uitgeschakelde
boiler.
Voordat u de boiler in gebruik neemt,
dient u de schoorsteenkap er beslist
af te halen.
Maak de boiler leeg bij vorstgevaar.
Zet de boiler nooit aan als er geen
water in zit.
Als uitsluitend gebruik wordt ge-
maakt van de koudwatervoorziening
zonder boiler, dan wordt de boilerke-
tel toch met water gevuld. Om vorst-
schade te vermijden, moet dit water
worden verwijderd, ook als de boiler
niet is gebruikt.
Boiler vullen
Sluit het overloopventiel in de toevoerleiding
van het koude water. Zet de hendel horizontaal.
Schakel de stroomvoorziening in m.b.v. de
hoofdschakelaar op het bedieningspaneel.
Open ten minste één waterkraan en laat die
open staan totdat de boiler door het verdringen
van de aanwezige lucht gevuld is en er water
begint te stromen.
Draai de kraan weer dicht.
Boiler aftappen
Schakel de stroomtoevoer uit via het bedie-
ningspaneel.
Open de kranen in de keuken en de badkamer.
Open het overloopventiel van de boiler. Zet de
hendel verticaal.
Het water stroomt direct naar buiten.