Operation Manual

Nederlands
44
Tabel 4
Werk Suggesties
Boren
Steen
Gebruik een boor en dopsleutel die met de diameter van de schroef
overeenkomen.
Hout
Staal
Aluminium
Drijven
Kolomschroef Bohrespitze of Hülse dem Schraubendurchschnitt verwnden.
Houtschroef Gebruik na het voorboren van gat.
6. Kiezen van het aantrekkoppel en de draaisnelheid
Tabel 5
Toepassing
Koppelingsinstelling-
positie
Kiezen van het toerental (kapstand)
LOW (laag toerental) HIGH (hoog toerental)
Drijven
Kolomschroef 1 22
Voor schroevan met een diameter
van 4 mm of minder.
Voor schroevan met een diameter
van 6 mm of minder.
Houstschroef
1
Voor schroeven met een nominale
diameter van 8 mm of minder.
Voor schroeven met een nominale
diameter van 4,8 mm of minder.
Boren
Steen
Voor diameters van 13 mm
of minder.
Voor diameters van 8 mm of minder
(DV14DFL)
Voor diameters van 10 mm of
minder (DV18DFL)
Hout
Voor diameters van 32 mm of minder.
(DV14DFL)
Voor diameters van 18 mm of minder.
(DV14DFL)
Voor diameters van 38 mm of minder.
(DV18DFL)
Voor diameters van 22 mm of minder.
(DV18DFL)
Metaal
Voor boren met een staalboor.
––––––––
LET OP
Bovenstaande voorbeelden in Tabel 5 kunnen als
standaard gezien worden voor de verschillende types
schroeven en materialen, alhoewel verschillende
schroeven en materialen gebruikt worden in de praktijk.
Voor verschillende types dient het juiste draaikoppel te
worden gekozen.
Als u de slagboor-schroefmachine gebruikt om een
schroef met een
vierkante of zeskantige kop in te
schroeven, gebruik dan geen hoog toerental (HIGH). Dit
zou kunnen leiden tot beschadiging van de schroefkop of
van het bitje, daar het aandraaikoppel te groot is. Gebruik
de slagboor-schroefmachine met het lage toerental
ingeschakeld (LOW).
OPMERKING
Het gebruik van de BCL1415 en BCL1815 batterij bij
lage temperaturen (onder nul) kan soms een zwakker
aantrekkoppel en slechtere werking van het gereedschap
tot gevolg hebben. Dit is slechts tijdelijk en de werking
zal weer normaal zijn als de batterij weer op normale
temperatuur is.
7. Aanbrengen en verwijderen van het inzetstuk
(1) Steek de boor of het draaistuk enz.
in de
snelspanboorhouder, pak de ring stevig vast en houd
deze op zijn plaats terwijl u de klembus naar rechts draait
(klokwaarts, van voren af gezien) (Zie Afb. 8).
Mocht de klembus tijdens gebruik losraken, draai hem
dan nog iets vaster. Steviger aandraaien van de klembus
vergroot de kracht
van het apparaat.
(2) Verwijderen van een boor/draaistuk
Pak de ring stevig vast en houd deze op zijn plaats terwijl
u de klembus naar links draait (tegen de klok in, van
voren af gezien) (Zie Afb. 9).
LET OP
Wanneer de klembus niet losgeschroefd kan worden,
dient u het gereedschap in
een bankschroef vast te
zetten. Zet vervolgens de koppeling op 1–11 en draai de
klembus linksom terwijl u de koppeling bediend.
8. Kontroleer of de accu op de juiste manier aange
bracht is
9. Kontroleer de draairichting
De boor draait rechtsom (van achteren gezien) wanneer
de R-kant van de omzetschakelaar ingedrukt wordt.
De L-kant van de omzetschakelaar dient te worden
ingedrukt om de boor linksom te laten draaien (Zie
Afb. 9) (De
en de markeringen zijn op de behuizing
aangebracht).
LET OP
Gebruik deze machine altijd met de draairichting naar
rechts wanneer deze gebruikt wordt als klopboor.
10. Bediening van de schakellaar
De boor gaat draaien wanneer aan de trekker getrokken
wordt. Wanneer de trekker wordt losgelaten stopt de
boor.
De draaisnelheid van de
boor kunt u regelen door in
meer of mindere mate aan de trekschakelaar te trekken.
Wanneer u licht aan de trekschakelaar trekt, is de
snelheid laag en bij harder trekken wordt de snelheid
verhoogd.
OPMERKING
Een gezoem wordt gehoord als de motor begint te
draaien; dit is alleen geluid en duidt
geen defekt aan.
000Book_DV14DFL_Tha.indb 44000Book_DV14DFL_Tha.indb 44 2010/04/05 16:27:192010/04/05 16:27:19