Operation Manual
41
INSTELLING menu
Item Beschrijving
KEYSTONE
Via de Ż/Ź knoppen wordt de horizontale keystone distortion gecorrigeerd.
Verklein de linkerkant van het beeld
Ù
Verklein het beeld aan de rechterkant
•
Het verstelbare bereik van deze functie zal variëren naargelang de invoertypes.
Voor sommige invoertypes zou deze functie minder goed kunnen werken.
•
Wanneer de zoomfunctie is ingesteld op TELE (telefoto focus), kan deze
functie overdreven werken. Deze functie moet worden gebruikt wanneer de
zoomfunctie is ingesteld op maximum WIDE (breedbeeldfocus) indien mogelijk.
• Wanneer de verticale lens shift niet volledig opwaarts is ingesteld
(niet volledig neerwaarts alleen voor het optionele lenstype USL-
801 (
51
)), zou deze functie minder goed kunnen werken.
•
Deze functie zal niet beschikbaar zijn wanneer de Transitie Detector staat op
(
64)
.
ECO STAND
Gebruik de Ÿ/ź knoppen om de eco-modus uit/in te schakelen.
NORMAAL
Ù
ECO
• Wanneer ECO is geselecteerd, worden akoestisch geluid en
schermhelderheid verminderd.
SPIEGEL
Via de Ÿ/ź knoppen wordt de mirrorstatus gewijzigd.
NORMAAL
Ù
H:INVERT
Ù
V:INVERT
Ù
H&V:INVERT
Als de Transitie Detector is SCHAKEL IN en de SPIEGEL status gewijzigd,
zal het Transitie Detector Alarm
(
64)
worden weergegeven wanneer de
projector wordt herstart nadat de power-knop is uitgeschakeld.
•
Als "SPIEGEL" op "V:INVERT" is ingesteld, zal het scherm
ondersteboven gedraaid worden nadat het dialoogvenster is verdwenen.
MONITOR
UITGANG
De combinatie van de beelden die op het scherm worden weergegeven
en de beeldsignalen die worden gereproduceerd via de
MONITOR OUT
MONITOR OUT
aansluiting kan via het menu worden ingesteld.
Het beeld dat binnenkomt via de bij (2) geselecteerde aansluiting wordt
gereproduceerd via de
MONITOR
MONITOR
OUT
OUT aansluiting terwijl het beeld dat
binnenkomt via de bij (1) geselecteerde aansluiting op het scherm wordt
weergegeven.
(1)
Kies de ingangsaansluiting voor beeldsignalen met de
Ÿ/ź
toetsen.
•
Kies STANDBY om in te stellen welk uitgangssignaal gereproduceerd moet
worden via de
MONITOR
MONITOR
OUT
OUT aansluiting wanneer het toestel uit (standby)
staat.
(2) Selecteer één van de
COMPUTER
COMPUTER
IN
IN of
BNC
BNC aansluitingen met de Ż/Ź
toetsen.
COMPUTER IN1
Ù
COMPUTER IN2
SCHAKEL UIT
Ù
BNC
• SCHAKEL UIT schakelt de
MONITOR
MONITOR
OUT
OUT aansluiting uit.










