Operation Manual
39
INPUT menu
Onderdeel Beschrijving
RESOLUTIE
De resolutie voor de
COMPUTER IN1
COMPUTER IN1,
COMPUTER IN2
COMPUTER IN2 en
BNC
BNC
invoersignalen kunnen worden ingesteld op deze projector.
(1) Selecteer in het INPUT menu de RESOLUTIE d.m.v. de Ÿ/ź knoppen
en druk op de Ź knop.
Het RESOLUTIE menu zal worden
weergegeven.
(2) Selecteer in het RESOLUTIE menu de
resolutie die u wenst weer te geven d.m.v. de
Ÿ/ź knoppen.
Door AUTO te selecteren zal een geschikte
resolutie voor het invoersignaal worden
ingesteld.
(3) Door op de Ź of
ENTER
ENTER knop te drukken
bij het selecteren van een NORMAAL
resolutie, zullen de horizontale en verticale
posities, klokfase en horizontale grootte
automatisch worden aangepast.
Het INPUT-INFORMATIE- dialoogvenster
(
55) zal worden weergegeven.
(4)
Om een aangepaste resolutie in te stellen,
gebruik de Ÿ/ź knoppen om AANGEPAST te
selecteren en de AANGEPASTE RESOLUTIE
BOX zal worden weergegeven. Stel de
horizontale (HORIZONTAAL) en verticale
(VERTIKAAL) resoluties in d.m.v. de Ÿ/ź/Ż/Ź
knoppen.
Er bestaat geen garantie dat deze functie
correct zal werken voor elke resolutie.
(5) Om de instellingen te bewaren, plaats de
cursor op het uiterst rechtse cijfer en druk op
de Ź knop.
De horizontale en verticale posities, klokfase
en horizontale grootte zullen automatisch
worden aangepast.
Nadat het INPUT-INFORMATIE-
dialoogvenster (
55) ongeveer 10 seconden
is weergegeven, zal het scherm terugkeren
naar het RESOLUTIE menu waarin de
gewijzigde resolutie wordt weergegeven.
(6) Om terug te keren naar de vorige resolutie zonder de wijzigingen te
bewaren, plaats de cursor op het uiterst linkse cijfer en druk op de Ż knop.
Het scherm zal dan terugkeren naar het RESOLUTIE menu waarin de
vorige resolutie wordt weergegeven.
• Voor sommige beelden zou deze functie minder goed kunnen werken.










