Operation Manual

43
Al het instellen voor de netwerkverbinding
tussen de projector en de PC wordt handmatig
ingevoerd.
Selecteer >&RQ¿JXUH1HWZRUN6HWWLQJV
0DQXDOO\@+HWKDQGPDWLJFRQ¿JXUHUHQYDQ
de netwerkinstellingen).
+DQGPDWLJFRQÀJXUHUHQ
+DQGPDWLJHFRQ¿JXUDWLHYHUYROJ
De handmatig in te voeren informatie verschilt afhankelijk van hoe u de projecter
en de PC met elkaar wilt verbinden.
'LUHFWHYHUELQGLQJWXVVHQGHSURMHFWRUHQGH3&$G+RFPRGXV
44)

De projector is verbonden met een toegangspunt d.m.v. een LAN-kabel.
(45)

De projector is verbonden met een toegangspunt d.m.v. draadloze LAN.
(46)
Wanneer u een bedrade LAN gebruikt, ga dan naar (
47).
Wired LAN (Bedraad LAN.)
De vereiste informatie is afhankelijk van hoe u de verbinding tussen de projector
en PC maakt.
Draadloze LAN.
3. Het gebruik van de Live Modus