Operation Manual
41
INSTELLING menu
Onderdeel Beschrijving
ECO STAND
Gebruik de ▲/▼ knoppen om de Eco-modus uit/in te schakelen.
NORMAAL
Ù
ECO
• Wanneer ECO is geselecteerd, worden akoestisch geluid en
schermhelderheid verminderd.
•
Wanneer AUTO ECO STAND
(
40)
op SCHAKEL IN staat, blijft de projector
tijdens het opstarten altijd in de Ecomodus staan, ongeacht deze instelling.
SPIEGEL
Via de ▲/▼ knoppen wordt de mirrorstatus gewijzigd.
NORMAAL
Ù
H:INVERT
Ù
V:INVERT
Ù
H&V:INVERT
Als de Transitie Detector aan is en de SPIEGEL status wordt veranderd,
zal het TRANSITIE DETECTOR AAN alarm (
70) verschijnen wanneer
de projector opnieuw gestart wordt nadat de stroom uitgeschakeld was.
UIT(STANDBY)
Met de ▲/▼ knoppen kan de uit (standby) toestand heen en weer
worden geschakeld tussen NORMAAL en SPAARSTAND.
NORMAAL
Ù
SPAARSTAND
Wanneer SPAARSTAND is geselecteerd, wordt het stroomverbruik
wanneer het toestel uit (standby) staat verlaagd, maar gelden er
wel bepaalde functionele restricties:
• Wanneer SPAARSTAND is geselecteerd, wordt de bediening via
de RS-232C aansluiting uitgeschakeld behalve om de projector aan
te zetten en kan de netwerkfunctie niet worden gebruikt wanneer de
projector uit (standby) staat. Als het COMMUNICATIETYPE in het
COMMUNICATIE menu is ingesteld op NETWERKBRUG, zijn alle
RS-232C instructies uitgeschakeld (
57).
•
Wanneer SPAARSTAND is geselecteerd, is de STANDBY instelling voor
AUDIOBRON (
42) ongeldig en zal er geen signaal worden geproduceerd
via de AUDIO OUT-aansluiting wanneer het toestel uit (standby) staat.
MONITOR
UITGANG
Terwijl het beeldsignaal van de in stap (1) gekozen inputpoort wordt
geprojecteerd, is het beeldsignaal van de in stap (2) geselecteerde
inputpoort output naar poort MONITOR OUT.
(1)
Kies de ingangsaansluiting voor beeldsignalen met de ▲/▼ knoppen.
Kies STANDBY om de foto-output in de
standby-modus te selecteren.
(2) Selecteer één van de COMPUTER IN
aansluitingen met de ◄/► knoppen.
Selecteer SCHAKEL UIT om de poort
MONITOR OUT voor de inputpoort of
de in stap (1) geselecteerde standby-
modus uit te schakelen.
• U kunt niet COMPUTER IN1 in stap (1) en COMPUTER IN2 in
stap (2) selecteren en omgekeerd.
•
Indien u de STANDBY-instelling hebt gewijzigd, geldt dit alleen voor
de huidige standby-modus, NORMAAL of SPAARSTAND, die onder
UIT(STANDBY) werd geselecteerd, zonder dat de instelling van de
andere modus wordt gewijzigd. De fabrieksinstellingen zijn als volgt:
- COMPUTER IN1 voor de NORMAAL-modus van UIT(STANDBY)
- SCHAKEL UIT voor de SPAARSTAND-modus van UIT(STANDBY)










