Operation Manual
13
Instellen
Uw apparaten aansluiten (vervolg)
(vervolgd op volgende pagina)
Computer
• Om netwerkfuncties van de projector te gebruiken, sluit u de LAN-poort aan op
de LAN-poort van de computer of een aansluitpunt dat via een draadloos LAN en
een LAN-kabel op de computer is aangesloten. Om de NETWERKBRUG-functie
te kunnen gebruiken, moet u ook de CONTROL-poort en een RS-232C-poort van
de externe apparatuur om als netwerkterminal te kunnen communiceren.
Zie de Gebruiksaanwijzing – Netwerkhandleiding voor details omtrent de
netwerkfuncties.
►Zorg ervoor dat u de toestemming hebt van de
netwerkbeheerder voor u de projector op een netwerk aansluit (60).
►Sluit de LAN-poort niet aan op een netwerk met een te hoge elektrische
spanning.
VOORZICHTIG
• Als een te groot USB-opslagapparaat de LAN-poort blokkeert, gebruikt u
een USB-verlengingskabel om het USB-opslagapparaat aan te sluiten.
N.B.
MIC
HDMI
USB
TYPE B
USB
TYPE A
DC5V 0.5A
LAN
COMPUTER IN1
COMPUTER
IN2
VIDEO
S-VIDEO CONTROL
MONITOR OUT
AUDIO
OUT
IN3
IN1
IN2
L
R
L
R
Y
Cb/Pb
Cr/Pr
RS-232C
LAN
Toegangspunt










