Operation Manual

16
Instellen
Uw apparaten aansluiten (vervolg)
(vervolgd op volgende pagina)
• Om netwerkfuncties van de projector te gebruiken, sluit u de LAN-poort aan op
de LAN-poort van de computer of een aansluitpunt dat via een draadloos LAN en
een LAN-kabel op de computer is aangesloten. Om de NETWERKBRUG-functie
te kunnen gebruiken, moet u ook de CONTROL-poort en een RS-232C-poort van
de externe apparatuur om als netwerkterminal te kunnen communiceren.
Zie de GebruiksaanwijzingNetwerkhandleiding voor details omtrent de
netwerkfuncties.
Zorg ervoor dat u de toestemming hebt van de
netwerkbeheerder voor u de projector op een netwerk aansluit.
Sluit de LAN-poort niet aan op een netwerk met een te hoge elektrische
spanning.
Voor het gebruik van de draadloos-netwerkfunctie van deze projector is de
aangewezen draadloze USB-adapter die wordt verkocht als optie vereist.
Gebruik, voor u het USB-opslagapparaat uit de poort van de projector
verwijdert, de functie VERWIJDER USB op het thumbnailscherm om uw
gegevens te beveiligen (
109).
Gebruik geen verlengkabel of apparaat wanneer u de adapter aansluit op
de projector. Voor u de draadloze USB-adapter in de projector plaatst of deze
eruit verwijdert, dient u de projector uit te schakelen en de stroomstekker uit
het stopcontact te halen. Raak de draadloze USB-adapter niet aan terwijl de
projector wisselstroom ontvangt.
Gebruik om zowel de LAN-kabel als het USB-apparaat aan te sluiten op de
projector een LAN-kabel die plat is aan de kant waar de draad van de stekker
zichtbaar is. Anders kunnen beide niet correct worden aangesloten, of kan de
kabel breken (storing).
VOORZICHTIG
USB-
opslagapparaat
RS-232C
USB TYPE A
LAN
Toegangspunt
Computer
Draadloze
USB-adapter
(los verkrijgbaar)