Operation Manual

71
Onderdeel Beschrijving
SERVICE
(vervolg)
TOETSENSLOT
(1) Gebruik de / knoppen om de bedieningshandelingen te
kiezen.
BEDIEN.PANEEL
Ù
AFSTAND.BEDIEN.
(2) Gebruik de / knoppen om
SCHAKEL IN of SCHAKEL UIT te
selecteren.
SCHAKEL IN
Ù
SCHAKEL UIT
Door bij Stap 2 SCHAKEL IN te selecteren worden de knoppen
vergrendeld behalve STANDBY, ON en STANDBY/ON op het
bedieningspaneel geselecteerd bij Stap 1. Door SCHAKEL UIT te
selecteren worden de bij Stap 1 vergrendelde knoppen van het
bedieningspaneel gedeblokkeerd.
• Gebruik dit om misbruik of per ongeluk aanraken te voorkomen.
• Het is niet mogelijk om beide opties tegelijk uit te schakelen.
AFSTAND. ONTVANGER
(1) Selecteer een afstandssensor d.m.v. de
/ knop.
VOOR
Ù
ACHTER
(2) Schakel het met de / knop.
SCHAKEL IN
Ù
SCHAKEL UIT
Als één sensor is uitgeschakeld, kan de andere niet worden
uitgeschakeld.
AFSTAND. FREQUENTIE
(1) Gebruik de / knop om de afstandssensor instelling van de
Projector te wijzigen (
4, 18).
1:NORMAAL
Ù
2:HOOG
(2) Gebruik de / knoppen om de
afstandsbedieningssensor van de projector in of
uit te schakelen.
SCHAKEL IN
Ù
SCHAKEL UIT
De standaardinstelling is voor beide 1:NORMAAL en 2:HOOG om
aan te staan. Als de afstandsbediening niet correct werkt, moet u
een van beide uitschakelen.
• Het is niet mogelijk om beide opties tegelijk uit te schakelen.
AFSTANDSBED. ID
Gebruik de / knoppen in het AFSTANDSBED. ID menu om een
ID te selecteren en druk dan op de knop.
ALLE
Ù
1
Ù
2
Ù
3
Ù
4
De projector wordt bediend door de afstandsbediening waarvan
de ID knop op hetzelfde nummer is ingesteld als dit nummer.
Wanneer ALLE wordt geselecteerd, kan de projector door elke
afstandsbediening worden bediend, ongeacht de ID instelling.
OPTIE menu
(vervolgd op volgende pagina)