Operation Manual
24
Verbindingskabels
Een individuele afbeelding naar sub- en hoofd- brengen
1.
Verdeel het uitvoersignaal van uw beeldapparaat over twee apparaten met
een signaalverdeler.
2.
Verbind de uitvoerpoorten van het beelduitvoerapparaat met dezelfde invoer-
poorten als de hoofd- en subprojectors.
N.B. voor gewone stapeling
•
&20387(5,1 en ,1 kunnen worden
gebruikt als de invoerpoort voor de projector die
verbonden is met een computerkabel en haar
021,725287 poort. (
Gebruikershandleiding
→
INSTELLING menu) Als u andere
invoerpoorten wilt gebruiken, voert u het beeld
individueel van sub- naar hoofd- in.
Een afbeelding van hoofd- naar sub- brengen
1.
Verbind de 021,725287 poort met de
hoofd &20387(5,1 poort van sub- met
een computerkabel.
2.
Verbind het beelduitvoerapparaat met een
van de invoerpoorten van de hoofdprojector.
4.2 Signaalkabels verbinden
Er zijn twee manieren om het beeld van de subprojector te projecteren. (
18, 19)
- Beeld projecteren vanaf de 021,725287 poort van hoofd- naar sub.
- Een individuele afbeelding naar sub- en hoofd- brengen.
N.B. intellectuele stapeling
• &20387(5,1 en ,1 kunnen tijdens
intellectuele stapeling worden gebruikt als
invoerpoorten voor de hoofdprojector. Gebruik
geen andere poorten voor beeldinvoer.
- U kunt componentsignalen voor
&20387(5,1 en ,1 invoeren.
- U kunt videosignalen invoeren in de Y pin
van de componentvideo van &20387(5,1
en ,1.
N.B. intellectuele stapeling •
/$1, 86%7<3($ en 86%7<3(% kunnen
tijdens intellectuele stapeling niet worden gebruikt als invoerpoorten voor de hoofdprojector.
N.B. voor gewone stapeling •
De poorten die compatibel zijn met het signaal
kunnen worden gebruikt. Voer hetzelfde signaal individueel in bij de twee projectors.
9HUELQGLQJELMYRRUEHHOGLQ
,QWHOOHFWXHOH6WDSHOLQJ
6XE
+RRIG










