Operation Manual
59
Oplossingen vinden
Fenomenen die gemakkelijk voor machinedefecten aangezien kunnen worden (vervolg)
Fenomeen Gevallen die geen machinedefecten betreffen
Referentiebladzijde
Er worden
geen beelden
weergegeven.
De signaalkabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten.
Sluit de verbindingskabels op de correcte wijze aan.
9
De helderheid is ingesteld op een uiterst laag niveau.
Stel HELDER in op een hoger niveau met de menu-functie.
25
De computer kan de de projector niet detecteren als
een plug-en-play-monitor.
Controleer of de computer een plug-en-play-monitor kan detecteren
door met een andere plug-en-play-monitor te testen.
10
Het BLANK scherm wordt weergegeven.
Druk op de BLANK-knop op het bedieningspaneel of de afstandsbediening.
20
Videoschermweergave
staat stil.
De BEVRIES-functie is ingeschakeld.
Druk op de knop FREEZE om het scherm weer naar
normaal te herstellen.
20
Kleuren hebben
vervaagd
voorkomen of
de kleurtoon is
zwak.
De kleurinstellingen staan niet juist ingesteld.
Voer beeldaanpassingen uit bij de instellingen
KLEURTEMP., KLEUR, TINT en/of KLEURVARIATIE
met behulp van de menufuncties.
26, 30
De KLEURVARIATIE-instelling is niet geschikt.
Wijzig de KLEURVARIATIE-instelling naar AUTO, RGB,
SMPTE240, REC709 of REC601.
30
(Vervolgd op volgende pagina)










