Operation Manual

User Manual of Network Video Recorder
166
Het interval voor tijdsynchronisatie kan worden ingesteld op een waarde van 1-10080 minuten. De
standaardwaarde is 60 minuten. Als de NVR is verbonden met een openbaar netwerk, moet u een NTP-server met
een functie voor tijdsynchronisatie gebruiken, zoals de server van het National Time Center (IP-adres:
210.72.145.44). Als de NVR is ingesteld in een verder aangepast netwerk, kan NTP-software worden gebruikt om
verbinding te maken met een NTP-server voor tijdsynchronisatie.
11.2.5 SNMP configureren
Doel:
U kunt het SNMP-protocol gebruiken om de apparaatstatus en aan parameters gerelateerde informatie op te halen.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Selecteer het tabblad SNMP om de interface met SNMP-instellingen te openen, zoals weergegeven in Figure
11. 15.
Figure 11. 15 Interface voor SNMP-instellingen
3. Schakel het selectievakje SNMP in om deze functie in te schakelen.
4. Configureer de volgende SNMP-instellingen:
Trap-adres: Het IP-adres van de SNMP-host.
Trap-poort: De poort van de SNMP-host.
5. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan en de interface te verlaten.
Voordat u SNMP instelt, moet u de SNMP-software downloaden en instellen om de apparaatinformatie te
ontvangen via de SNMP-poort. Door het trap-adres in te stellen, kunnen vanaf de NVR alarmgebeurtenissen en
uitzonderingsberichten naar het surveillancecentrum worden verzonden.
11.2.6 Externe alarmhost configureren
Doel:
Wanneer u een externe alarmhost hebt geconfigureerd, worden alarmgebeurtenissen en uitzonderingsberichten naar
de host verzonden wanneer een alarm wordt getriggerd. De software voor netwerkvideosurveillance moet op de
externe alarmhost zijn geïnstalleerd.
Stappen: