Operation Manual

18/24
7 - WERKEN MET EFFECTEN
Een effect toepassen op een track die is geladen en die wordt afgespeeld
7.1 Selecteer FX-modus.
7.2 Druk op pad(s) 1, 2 en/of 3 om de bijbehorende effect(en) aan of uit te zetten. Druk op
pad 4 om MacroFx (een combinatie van effecten) aan of uit te zetten.
Druk op pads 5 tot en met 7 terwijl u de encoder verdraait om de effecten 1 tot en met 3 te
moduleren (= hoe sterk FX wordt toegepast).
Druk op pad 8 terwijl u de encoder verdraait om MacroFX te moduleren (= hoe sterk
MacroFX wordt toegepast).
Het bijbehorende effect wordt getoond in DJUCED™ 40° en wordt toegepast op de track
die wordt afgespeeld.
In de Mapping-tab in het SETTINGS-paneel van de DJUCED™ 40°-software kunnen de
verschillende mapping-configuraties worden gekozen die voor effecten en loops
beschikbaar zijn.
8 - WERKEN MET SAMPLES
Een sample afspelen op een track die is geladen en die wordt afgespeeld:
8.1 Selecteer SAMPLE-modus.
8.2 Tik op één of meerdere pads om de samples (een kort stukje muziek of geluid) te
activeren. Wanneer een sample wordt geactiveerd op een pad, blijft de pad even lang
verlicht als de sample duurt. Bijvoorbeeld 1 seconde voor een kort geluid als een
trommelslag of enkele seconden voor stukje muziek.