Operation Manual

8/24 – Handleiding
nummer of fragment, schakelt de DJ door middel van een mix over naar de muziek op het tweede
deck, dat wil zeggen, hij laat de twee muziekstukken perfect in elkaar overvloeien.
Hieronder wordt dit nader uitgelegd. Lees die beschrijvingen aandachtig door en voor u het weet
kunt u aan de slag als DJ. In de online-help van elk van de meegeleverde programma’s vindt u
aanvullende informatie.
6.2. Een audiobron selecteren
Elk deck is voorzien van een knop voor het selecteren van de audiobron. Deze knop bevindt zich
naast de schuifregelaar voor het volume. Met behulp van deze knop kunt u kiezen welke
audiobron het deck moet gebruiken. De bijbehorende LED geeft aan in welke modus het deck
actief is.
- LED brandt niet: de modus Input is actief. Het deck gebruikt het signaal van de
corresponderende ingangen (1/2 voor deck A, 3/4 voor deck B). Dit is perfect als u bijvoorbeeld
op een van de ingangen een draaitafel hebt aangesloten en u met de tafel wilt scratchen.
- LED brandt: de modus Computer is actief. Het deck gebruikt het signaal afkomstig van uw
computer, zoals bijvoorbeeld MP3-bestanden. Kunt u het geluid wel manipuleren met de DJ
Console Mk2 (bijvoorbeeld mixen, scratchen en aanpassen van Bass, Medium en Treble). U
gebruikt een softwaretoepassing zoals VirtualDJ om uw playlist te selecteren, effecten toe te
voegen, loops en cue points ((posities in het nummer) in te stellen, enzovoort.
Voor informatie over het vergrendelen van een modus raadpleegt u sectie 6.3. Het
bedieningspaneel van de DJ Console.
6.3. Het bedieningspaneel van de DJ Console
Het bedieningspaneel stelt u in staat de verschillende instellingen van de DJ Console Mk2 te
beheren.
- Uitgangskanalen: dit zijn twee setjes schuifregelaars (1-2, 3-4) die het mastervolume regelen
voor de betreffende uitgangen. U kunt de balans (links/rechts) instellen met de schuifregelaars
boven de regelaars van de uitgangskanalen. De pictogrammen onder elk uitgangskanaal laten
zien of het betreffende deck in de modus Computer of Input staat. In Computer-modus wordt
een computersymbool weergegeven en in de Input-modus een draaitafelsymbool. U kunt een