Datasheet

40
Laat het persluchtgereedschap niet zonder toezicht aangesloten.
Draag altijd persoonlijke beschermingsmiddelen!
• Richt pneumatische gereedschappen
nooit op mensen, dieren of uzelf. Houd bij
gebruik van het gereedschap kinderen en
andere personen buiten het werkbereik.
• Laat het apparaat nooit zonder belasting
lopen. Gereedschappen zoals beitels etc.
kunnen afbreken en weggeslingerd worden
en de gebruiker of andere personen raken
die zich in het werkbereik bevinden.
• Pneumatische gereedschappen mogen
niet in contact met spanningsbronnen
komen.
• Let op de bedrijfsdruk!
Lees de max. luchtdruk in de desbetref-
fende handleidingen of gebruiksaanwij-
zingen na.
Het overschrijden van de toege-
stane
maximale druk van gereedschappen
en toebehoren kan explosies veroorzaken
en tot zwaar letsel leiden. De maximale
druk van de perslucht moet gelijk zijn aan
of lager liggen dan de toegestane drukbe
-
lastingsgegevens
van het pneumatische
gereedschap.
• Controleer de slangverbinding op goede
bevestiging. Gebruik geen bescha
-
digde, versleten of kwalitatief slechte
persluchtslangen
of koppelstukken.
Rondslaande persluchtslangen kunnen tot
zwaar letsel leiden.
• Koppel pneumatische gereedschap
-
pen alleen in drukloze toestand los.
Rondslaande persluchtslangen kunnen tot
zwaar letsel leiden.
• Gebruik uitsluitend droge, zuivere lucht.
Gebruik nooit zuurstof, kooldioxide of ande
-
re
in flessen gevulde gassen voor de aan-
drijving
van pneumatische gereedschap-
pen.
• Gebruik
alleen door de fabrikant goed-
gekeurde onderdelen, bevestigingen en
toebehoren.
• Transporteer
het gereedschap nooit aan
de persluchtslang.
• Transporteer het aangesloten gereed-
schap nooit met de vingers aan de bedie-
ningsknop.
• Voorkom
onbedoelde bediening.
• Houd grepen altijd droog, schoon, olie-
en vetvrij.
• Zorg voor een schoon, goed geventileerd
en altijd goed verlicht werkbereik.
• Gebruik het gereedschap nooit onder
invloed van alcohol en drugs.
• De identificatie van het apparaat moet
altijd goed leesbaar zijn.
• Pneumatische gereedschappen mogen
alleen door geïnstrueerde personen
bediend en onderhouden worden.
• Laat reparaties alleen door geautoriseerde
personen uitvoeren.
•
Pneumatische gereedschappen mogen
niet gemanipuleerd, geïmproviseerd of
voor andere niet-goedgekeurde doelein-
den worden gebruikt.
•
Grijp tijdens het gebruik van de
pneumati-
sche gereedschappen
niet in het werkbe-
reik.
•
Wanneer lekkages aan het apparaat of
andere bedrijfsstoringen optreden, moet
het apparaat onmiddellijk van de pers
-
luchttoevoer worden losgekoppeld en de
storingsoorzaak
worden verholpen.
• Gebruik snelkoppelingen nooit direct aan
het apparaat. De snelkoppeling moet door
een ten minste 20 cm lange luchtslang van
het apparaat gescheiden zijn.
• Vervang te bedienen gereedschappen
zoals beitels, spijkers, dopsleutelinzetten
etc. alleen bij losgekoppelde luchtslang.
• Koppel voor het oliën of het vervangen van de
te bedienen gereedschappen zoals beitels,
spijkers, dopsleutelinzetten etc. het pneuma
-
tische
gereedschap altijd van de perslucht-
toevoer
los.
• Let altijd op een onberispelijke toestand van
de te bedienen gereedschappen.
• Gebruik alleen voor het desbetreffende appa
-
raat
beoogde gereedschappen, zoals beitels
voor beitelhamers, schuurschijven en banden
voor pneumatische schuurapparaten etc.
• Houd rekening met reactiemomenten.
Houd rekening met reactiemomenten en
eventuele breuk van het gereedschap. Op
nauwe plekken kunnen reactiemomenten tot
letsel leiden. Tegen onverwachte reactiemo
-
menten
moeten tegenmaatregelen worden
genomen.
• Langdurige trillingen kunnen tot gezond
-
heidsschade
leiden.
• Let op een veilige afstand.
2
Voor uw veiligheid