Operation Manual

31
Nederlands
NL
Activiteitsniveau Lichamelijke activiteit
1 Geen of weinig beweging.
2
Weinig: geringe en lichte lichamelijke inspanningen (bijvoorbeeld wandelen, lichte werkzaamheden in de tuin, gymnastiekoefe-
ningen).
3 Gemiddeld: lichamelijke inspanningen, minstens 2 tot 4 keer per week, telkens 30 minuten.
4 Hoog: lichamelijke inspanningen, minstens 4 tot 6 keer per week, telkens 30 minuten.
5
Heel hoog: intensieve lichamelijke inspanningen, intensieve training of zware lichamelijke arbeid, dagelijks, telkens minstens 1
uur.
Zodra u uw activiteitsniveau hebt gekozen, verschijnt END (i) op het scherm. De gebruikersgegevens zijn nu op de gekozen
opslagruimte voor de gebruiker opgeslagen.
(i)
Vervolgens verschijnt
0.0 (j) op het scherm. De personenweegschaal is klaar om te meten. Als u de weegschaal weer wilt
uitschakelen, drukt u op de AAN-/UIT-knop.
Als u 40 seconden op geen enkele toets drukt, schakelt de weegschaal zichzelf
ook uit.
(j)
5. Gewicht meten, lichaamsanalyse uitvoeren
De weegschaal inschakelen
Druk op de AAN-/UIT-knop.
Vervolgens verschijnt "0.0 kg" (a) op het scherm. De weegschaal is nu klaar om het gewicht te meten.
Lichaamsanalyse uitvoeren
Opslagruimte voor de gebruiker kiezen
Druk op de OMHOOG-toets
r
. Vervolgens verschijnt, bijvoorbeeld, P1 (b) op het scherm. Kies binnen 1,5 seconden met de OMHOOG-toets
r en de
OMLAAG-toets
s
de gewenste opslagruimte voor de gebruiker. Als u niet meer op een toets drukt, blijft de huidig ingestelde opslagruimte voor de
gebruiker staan.
Na 1,5 seconden verschijnt voor even het ideale gewicht (c) bij uw gebruikersgegevens.
Ga op de weegschaal staan
Vervolgens verschijnt
0.0
(d) op het scherm. De personenweegschaal is klaar om te gaan meten.
Stap met blote voeten op de weegschaal en zorg dat u er rustig en met uw gewicht gelijkmatig verdeeld op staat. Er klinkt een piepsignaal. Zorg dat
u met beide voeten op de gedeelten van de weegschaal staat waar de elektroden zijn.
Tijdens de meting knippert
0.0
(e) op het scherm.
Binnen 5 seconden ziet u vier vierkantjes over het bewegen gaan. Vervolgens verschijnen de gemeten waarden van het lichaamsgewicht en lichaams-
vet (BF) (f).
(a)
(b)
(c)
(d)
(e) (f)
Naast het lichaamsgewicht verschijnen in intervallen van telkens 5 seconden achtereenvolgens het lichaamsvocht (g), het spierpercentage (h), de bot-
massa (i) en de de energie verbruikt door fysieke activiteit in kcal (j).
(g)
(h)
(i)
(j)
Nadat de de energie verbruikt door fysieke activiteit is verschenen, worden opnieuw het gemeten lichaamsgewicht en lichaamsvet (f) weergegeven.
Vervolgens keert de weegschaal terug naar de beginstand en verschijnt 0.0 (c) op het scherm.
U kunt nu nog een meting uitvoeren voor dezelfde gebruiker of de weegschaal uitschakelen door op de AAN-/UIT-knop te drukken.
Nadat de meetre-
sultaten zijn weergegeven, hoort u enkele seconden lang 2 pieptonen en schakelt de weegschaal automatisch uit.