Operation Manual

31
NEDERLANDS
BiJZondeRe FunCTieS
Het tweede cijfer geeft aan of er surround kanalen aanwezig zijn:
“0”
Geeft aan dat geen surround informatie aanwezig is.
“1”
Geeft aan dat een matrix signaal aanwezig is.
“2”
Geeft aan dat er discrete links en rechts surround signalen aanwezig zijn.
“3”
Wordt gebruikt met DTS-ES bitstreams en staat voor de aanwezigheid
van een discreet surround achter kanaal, naast de zij surround links en
rechts kanalen.
“4”
Wordt gebruikt met 7.1-kanalen digitale formaten die de aanwezigheid
aangeven van twee discrete zij surround kanalen en twee discrete
surround achter kanalen.
Het derde cijfer wordt gebruikt voor het LFE-kanaal:
“0”
Geeft aan dat er geen LFE-kanaal is.
“.1”
geeft aan dat er een LFE-kanaal aanwezig is.
De signalen van 6.1-kanalen – Dolby Digital EX en DTS-ES Matrix en Discrete
– hebben elk een merkteken dat de receiver aangeeft het surround achter
kanaal te decoderen, aangegeven als 3/2/.1 EX-ON voor Dolby Digital EX
materiaal en 3/3/.1 ES-ON voor DTS-ES materiaal.
Dolby Digital 2.0 signalen kunnen een Dolby Surround merkteken hebben
dat DS-ON of DS-OFF aangeeft, afhankelijk van de vraag of de 2-kanalen
bitstream alleen stereo informatie bevat of een mix van een meerkanalen
programma dat door de Dolby Pro Logic decoder van de AVR kan worden
gedecodeerd. Standaard worden deze signalen afgespeeld in de Dolby Pro
Logic IIx Movie functie.
Wanneer een PCM-signaal wordt ontvangen, verschijnt de PCM-aanwijzing
en de sampling rate (32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz of 96 kHz).
Zijn slechts twee kanalen aanwezig – links en rechts – kunnen de analoge
surround functies worden gebruikt om het signaal te decoderen naar de
resterende kanalen. Geeft u de voorkeur aan een ander surround formaat dan
de oorspronkelijke digitale codering, druk dan op OSB en kies met
K
of
L
“SURROUND SELECT”. Druk op OK en kies met
K
of
L
een van de surround
categorieën.
De optie Auto Select gebruikt altijd de oorspronkelijke digitale codering, b.v.
Dolby Digital, DTS, Dolby TrueHD of DTS-HD Master Audio. Voor 2-kanalen
materiaal, kiest de AVR standaard Logic 7 Movie. Geeft u de voorkeur aan een
ander surround formaat dan de oorspronkelijke digitale codering, kies dan
de surround categorie: Virtual Surround, Stereo, Movie, Music of Video Game.
Druk op OK om de functie te wijzigen.
Elke categorie is gekoppeld aan een standaard surround functie:
Virtual Surround:
•
Harman Virtual Speaker
Stereo:
•
7-kanalen stereo
Movie:
•
Logic 7 Movie
Music:
•
Logic 7 Music
Video Game:
•
Logic 7 Game
U kunt een andere functie kiezen. De keus van surround functies is afhankelijk
van het aantal luidsprekers in uw systeem.
Virtual Surround:
•
Harman Virtual Speaker
Stereo:
•
2-kanalen stereo, 5-kanalen stereo of 7-kanalen stereo
Movie:
•
Logic 7 Movie, DTS Neo:6 Cinema, Dolby Pro Logic II Movie, Dolby
Pro Logic IIx Movie
Music:
•
Logic 7 Music, DTS Neo:6 Music, Dolby Pro Logic II Music, Dolby
Pro Logic IIx Music
Video Game:
•
Logic 7 Game, Dolby Pro Logic II Game, Dolby Pro Logic
IIx Game
Heeft u eenmaal het gewenste type surround functie voor elk type audio
geprogrammeerd, kies dan de regel in het Surround Select menu om de
automatische surround functiekeuze van de AVR te passeren. De AVR zal
dan de volgende keer dat de bron wordt gekozen dezelfde surround functie
kiezen.
Raadpleeg Tabel A9 in de bijlage voor meer informatie over beschikbare
surround functies bij verschillende bitstreams.
Dolby Surround Instellingen
Er zijn een paar extra instellingen voor Dolby functies. Wanneer Dolby Pro
Logic II of IIx Music is gekozen, komen de Center Width, Dimension, Panorama
en Night Mode instellingen beschikbaar. Zie afbeelding 25.
Afbeelding 25 – Dolby Pro Logix II/IIx Music Instellingen
Center Width (center breedte):
deze instelling bepaalt hoe
stemmen klinken over de drie frontluidsprekers. Een hoger nummer (max. 7)
concentreert de stemmen scherp op de center luidspreker. Lagere nummers
maken de vocale ruimte breder. Instellen met
M N
.
Dimension (afmetingen):
dit heeft effect op de diepte van de surround
presentatie en het beweegt het klankbeeld naar voor of naar achter in de
kamer. De instelling “0” is de neutrale standaard positie. De instelling “F-03”
verschuift het geluid naar voren in de kamer en de instelling “R-03” verplaatst
het naar achter. Instellen met
M
en
N
.
Panorama:
met de Panorama functie ingeschakeld wordt een beetje
geluid van de front luidsprekers naar de surround luidsprekers verplaatst,
wat een omringend effect geeft. Telkens wanneer u op OK drukt schakelt u de
instelling in of uit.