Operation Manual
20 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
In het DOLBY SURROUND menu (afbeelding
4) kan gekozen worden uit Dolby Digital, Dolby
Pro Logic II en IIx Music, Dolby Pro Logic II en IIx
Cinema, Dolby Pro Logic II en Dolby 3 Stereo. De
Dolby Digital EX functie is alleen beschikbaar
wanneer het systeem is ingesteld op 6.1/7.1 wer-
king door de Surround Achter luidsprekers te con-
figureren op ‘klein’ (small) of ‘groot’ (large) als
beschreven op pagina 23. Wanneer een disc
speelt met een speciale code in de digitale audio
datastroom, wordt automatisch de EX functie
gekozen, maar deze kan ook gekozen worden via
dit menu of via het frontpaneel of de afstandsbe-
diening als aangegeven op pagina 31. Een volle-
dig overzicht van deze functies vindt u op pagina
29-30. Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is
gekozen er aanvullende instellingen beschikbaar
komen voor de Nacht Functie die alleen met sur-
round gekoppeld zijn, niet met de ingang.
Daarom hoeven deze instellingen slechts eenma-
lig gemaakt te worden en niet met elke gebruikte
ingang. In het volgende hoofdstuk worden deze
behandeld.
Afbeelding 4
Wanneer de ➞ cursor op de regel MODE (func-
tie) staat, drukt u op
‹
/
›
Navigatie
E
om
de gewenste Dolby functie te kiezen, wederom
rekening houdend met het feit dat de verschillen-
de functies waaruit kan worden gekozen, wordt
bepaald door het gebruikte programmamateriaal
en het aantal luidsprekers in uw systeem.
Wanneer Dolby Pro Logic II Music of Dolby Pro
Logic IIx Music als luisterfunctie is gekozen, zijn
drie speciale instellingen beschikbaar om het
klankbeeld geheel aan uw smaak en de luister-
omstandigheden aan te passen. Zijn andere Dolby
Surround functies gekozen, dan geven stippellij-
nen aan dat deze instellingen niet actief zijn.
• Center Width (breedte): deze instelling corri-
geert de balans van de stemmen verdeeld over
de links/rechts luidsprekers en de center luid-
spreker. De lagere instellingen spreiden het
geluid van het center kanaal meer over de
links/rechts luidsprekers. Een hogere instelling
(max. “7”) geeft een smallere presentatie van
het center kanaal.
• Dimension (afmetingen): deze instelling wijzigt
de perceptie van de diepte van het surround
klankbeeld door het ondieper te maken, waar-
door de geluiden dichter bij het front van de
kamer lijken, of juist een diepere presentatie
waarbij het centrum zich meer naar de achter-
zijde van de kamer lijkt te verplaatsen. De
instelling “0” is de neutrale standaardinstelling
met het “R-3” bereik voor een dieper naar ach-
ter georiënteerd beeld en “F-3” voor een ondie-
per, naar voor georiënteerd beeld.
• Panorama: schakel deze instelling in of uit om
een meer omringende weergave te krijgen die
vooral de perceptie van geluid van de zijwan-
den van de kamer versterkt.
Om deze parameters te wijzigen, drukt u op
⁄
/
¤
Navigatie
D
terwijl het DOLBY SUR-
ROUND menu in beeld staat tot de ➞ cursor op
de regel staat met de parameter die u wilt wijzi-
gen. Druk dan op
‹
/
›
Navigatie
E
om de
instelling naar wens te wijzigen.
Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen
er aanvullende instellingen beschikbaar komen
voor de Nacht Functie die alleen met surround
gekoppeld zijn, niet met de ingang.Vandaar dat
deze instellingen slechts één keer gemaakt wor-
den en niet voor elke ingang afzonderlijk.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital
die een speciale bewerking gebruikt om het dyna-
misch bereik en de verstaanbaarheid van het film-
geluid te behouden, terwijl het piekniveau
begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse-
ling pieken anderen storen, zonder dat de impact
van de digitale bron al te zeer wordt aangetast.
Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar is
bij weergave van Dolby Digital signalen.
Om de Nacht Functie vanuit het menu in te stel-
len drukt u op OSD
L
zodat het MASTER
(hoofd) menu verschijnt. Druk vervolgens op
¤
D
om het AUDIO SETUP menu te
openen en druk op Set
F
om het SUR-
ROUND SETUP
menu te kiezen. Druk op Set
F
om het DOLBY menu te kiezen (zie afb. 5).
Afbeelding 5
Om de Nacht Functie in te stellen kijkt u of de
cursor ➞ op
NIGHT in het DOLBY menu
staat. Druk dan op
‹
/
›
E
om te kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
OFF (uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
werkt de nachtfunctie niet.
MID (medium): wanneer MID (medium) gemar-
keerd is wordt een geringe compressie toegepast
worden.
MAX: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden
we u aan aanvankelijk de MID instelling (medium)
te kiezen en eventueel later, indien nodig, naar
MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment
direct gecorrigeerd kan worden wanneer de Dolby
Digital surround functie is geactiveerd door op
Night
B
te drukken. Wanneer u op de toets
drukt verschijnt
D-RANGE in het onderste
derde deel van het beeld en in de display
˜
.
Druk binnen drie seconden op de
⁄
/
¤
D
om
de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op
instellen
F
om de instelling te bevestigen.
The last option line in this menu is the setting to
turn the unit’s upsampling feature on or off. In
normal use, this feature is turned off, which
means that digital sources are processed at their
native sample rate. For example, a 48kHz digital
source will be processed at 48kHz. However, the
AVR 235 allows you to upsample the incoming
48kHz signals to 96kHz for added resolution.
To take advantage of this feature, press the
⁄/¤ Navigation Button n so that the ➞
cursor is next to the UPSAMPLING line and
press the
‹
/
›
Navigation Button
E
so
that ON is highlighted in reverse video. Note that
this feature is only available for the Dolby Pro
Logic II-Music, Dolby Pro Logic II-Movie, Dolby
Pro Logic and Dolby 3 Stereo modes.
In het
DTS menu worden de keuzes die gemaakt
zijn met
‹
/
›
E
op de afstandsbediening
bepaald door de combinatie van het soort DTS
programma materiaal dat wordt afgespeeld en of
het gaat om een 5.1 dan wel een 6.1/7.1 luid-
spreker configuratie.
Wanneer een 5.1 configuratie in gebruik is zal de
AVR automatisch de 5.1 versie van DTS kiezen
zodra een DTS data stream wordt ontvangen.
Wordt 6.1/7.1 gekozen dan zal DTS-ES Discrete
automatisch worden geactiveerd zodra een DTS
bron met de ES Discrete vlag wordt gebruikt, ter-
wijl de DTS-ES Matrix functie wordt geactiveerd
wanneer een ES Matrix gecodeerd audionummer
wordt ontvangen. In beide gevallen wordt desbe-
treffende surround functie aangegeven oop de
display
˜
en in beeld. In al die gevallen licht
DTS-ES op. Wordt een niet-DTS disc afgespeeld
en is 6.1/7.1 gekozen, dan zal het apparaat auto-
matisch DTS+NEO:6 kiezen voor een volledig 8
luidspreker surround weergave. Zie pagina 29
voor een overzicht van de DTS functies.
In het
LOGIC 7 menu wordt de keus met
‹
/
›
E
op de afstandsbediening bepaald door
de luidspreker configuratie 5.1 of 6.1/7.1 die in
gebruik is. In beide gevallen biedt de keus van
Logic 7 functie de Harman Kardon exclusieve
Logic 7 processor een volledig omringend, meer-
kanaals surround van een tweekanaals Stereo of
Matrix gecodeerd programma, zoals een VHS
cassette, laserdisc of televisieprogramma met
Dolby Surround.
In de 5.1 configuratie kunt u Logic 7/5.1 Music,
Cinema of Enhanced kiezen. Deze werken het
beste met tweekanaals muziek, surround geco-
deerde programma’s of standaard tweekanaals
* DOLBY SURROUND *
MODE:DOLBY DIGITAL
CENTER WIDTH:----
DIMENSION :----
PANORAMA :----
NIGHT :OFF
UPSAMPLING :-----
BACK TO SURROUND SELECT
** DOLBY SURROUND **
MODE: DOLBY PLII
MUSIC
CENTER WIDTH: 3
DIMENSION: 0
PANORAMA: OFF
NIGHT: -----
BACK TO SURR SELECT
→