Operation Manual
26 BEDIENING
Deze indicaties zijn de letters L/C/R/LS/RS/LFE in
de middelste vakjes van de luidspreker/kanaal
functie
P
in de display
Ú
op de voorzijde.
Wanneer een standaard stereosignaal of matrix
surround signaal gebruikt wordt zullen alleen de
indicaties ‘L’ en ‘R’ oplichten, aangezien analoge
signalen alleen respectievelijk een linker en een
rechter kanaal hebben. Dat geldt zelfs bij sur-
round opnamen, die de surround informatie
alleen in het linker en rechter kanaal dragen.
Digitale signalen daarentegen kunnen één tot
zes kanalen bevatten, e.e.a. afhankelijk van het
programmamateriaal, de uitzendmethode en de
manier waarop zij gecodeerd zijn. Wanneer een
digitaal signaal wordt afgespeeld zullen de let-
ters oplichten conform het signaal dat wordt ont-
vangen. Het is belangrijk op te merken dat hoe-
wel bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen
wordt als een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby
Digital DVD of audionummers op een DVD of
ander Dolby Digital materiaal gecodeerd zijn voor
5.1. Het is normaal dat voor een DVD met Dolby
Digital geluid alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties indi-
caties oplichten.
OPMERKING: Veel DVD’s zijn opgenomen met
zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde
materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt
wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD
afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal
op de schijf. De meeste discs geven deze infor-
matie in de vorm van een overzicht of symbool
op de hoes. Wanneer een disc meerdere syste-
men aanbiedt, zullen wellicht instellingen van de
DVD-speler veranderd moeten worden (meestal
via 'Audio Select' of vie een menu op de disc) om
een compleet 5.1 signaal naar de AVR 2550 te
zenden, of het gewenste geluid en de juiste taal
te kiezen ('2.0' audionummers kunnen afge-
speeld worden met alle Pro Logic II of VMAx
functies, zie Dolby Digital op pagina 26). Het is
ook mogelijk dat het type signaal verandert tij-
dens het afspelen van een DVD. In sommige
gevallen zullen de voorbeelden van speciaal
materiaal in 2.0 audio opgenomen zijn, terwijl
het hoofdprogramma beschikbaar is in 5.1 audio.
Zolang uw DVD-speler is ingesteld op 6-kanaals
uitgangssignaal zal de AVR 2550 automatisch de
veranderingen in de bitstream en het aantal
kanalen detecteren en dit met de indicaties aan-
geven. De letters zoals gebruikt bij de indicaties
luidsprekers/kanaal functie
P
knipperen
ook om aan te geven wanneer een bitstream
onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een
digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of
wanneer een digitale bron zoals een DVD op
pauze staat. De knipperende indicaties wijzen
erop dat het afspelen is onderbroken door de
afwezigheid van een digitaal signaal en niet door
een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale
weergave zal hervat worden zodra het afspelen
opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func-
tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen volle-
dig verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte
maximale piekniveaus, terwijl de zwakke signalen
1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Zo wordt verme-
den dat abrupt luide overgangen anderen storen,
zonder de impact van de digitale bron te beper-
ken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar wan-
neer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer
een Dolby Digital DVD speelt door op nachtfunc-
tie
A
op de afstandsbediening. Druk vervolgens
op
⁄/¤
C
om de gematigde of de volledige
compressie (medium of full) van de nachtfunctie te
kiezen. Om de nachtfunctie uit te schakelen drukt
u op
⁄/¤
C
tot de aanwijzing onderin de video
display en de display
M
D-ROFF aangeeft.
Wanneer de nachtfunctie actief is licht ook de
indicatie nachtfunctie
O
op. De nachtfunctie
kan ook gekozen worden om altijd op dat com-
pressieniveau te zijn, zodra de Dolby Digital func-
tie wordt geactiveerd via de opties in het nacht-
functie menu. Zie pagina 20 voor nadere informa-
tie over het gebruik van deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en
de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie
P
zullen knipperen. Dit is normaal en
wijst niet op een probleem met de AVR 2550 of
met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens
weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat
weer op afspelen staat, naar de normale digitale
weergave terugkeren.
2. Hoewel de AVR 2550 bijna alle DVD films, CD’s
en HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk
dat sommige toekomstige digitale formaten niet
door de AVR 2550 verwerkt kunnen worden.
3. Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde
programma’s en niet alle audionummers op een
DVD volledig 5.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma bij
uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type
audio op de disc is opgenomen. De AVR 2550 zal
automatisch het type digitale surround codering
detecteren, deze vervolgens aangeven in de
luidspreker/kanaal functie
P
indicatie en
instellingen maken ter verwerking.
4. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
is het mogelijk dat u onder bepaalde omstandig-
heden enkele van de analoge surroundfuncties
niet kunt kiezen, zoals Dolby Pro Logic II, Dolby
3, Stereo, Hall, Theater, 5-kanaals Stereo of Logic
7, tenzij u gebruik maakt van speciale audionum-
mers (zie indicatie ‘Dolby Digital’ op de voor-
gaande pagina) of gekozen data formaat (zie
‘PCM’ op voorgaande pagina).
5. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kan geen analoge opname worden gemaakt via de
Tape uitgangen
1
of Video 1
4
uitgangen,
wanneer de bron alleen is verbonden met een digi-
tale ingang op de AVR 2550. Maar het analoge
tweekanaals signaal van die bron, de ‘mixdown’
naar Stereo of Dolby Surround, kan worden opge-
nomen door de analoge audio uitgangen met de
juiste analoge ingangen (DVD bijvoorbeeld) van de
AVR 2550, ook wanneer de digitale ingang van de
AVR 2550 gekozen blijft. Bovendien worden de
digitale signalen worden doorgegeven naar de
digitale audio uitgangen
8
.
Opnemen
Bij normaal gebruik worden de audio en video sig-
nalen die op de AVR 2550 voor kijken en luisteren
zijn gekozen door gestuurd naar de opname uit-
gangen. Dat betekent dat elk programma waar u
naar kijkt of luistert simpelweg kan worden opge-
nomen door recorders aan te sluiten op de uitgan-
gen Tape Outputs
1
of Video 1
4
. Wordt een
digitale audiorecorder aangesloten op één van de
digital audio uitgangen
8
dan kunt u de digi-
tale signalen opnemen met CD-R, MiniDisc of
ander digitaal opnamesysteem. Denk er aan dat
alle digitale signalen doorgestuurd naar zowel de
coax als optisch digitale uitgangen, ongeacht het
type digitale ingang dat werd gekozen.
OPMERKINGEN:
• De AVR 2550 kan een analoog signaal omzet-
ten in een digitaal signaal. Op die manier kan het
analoge of digitale signaal op een CD-R worden
opgenomen via de digitale uitgang. Denk er aan
dat wijziging van het formaat (b.v. van Dolby
Digital naar PCM of omgekeerd) niet mogelijk is.
Bovendien dient de digitale recorder geschikt te
zijn voor het uitgangssignaal.
Voorbeeld: het PCM digitale signaal van een
CD-speler kan worden opgenomen op CD-R of
MiniDisc, maar Dolby Digital of DTS in digitale
vorm niet. Het Dolby Digital of DTS signaal opne-
men is niet mogelijk wanneer alleen de digitale
ingang van de AVR 2550 is aangesloten. Het ana-
loge signaal van zo'n bron kan echter wel worden
opgenomen.
• Een analoge opname te maken van een Dolby
Digital of DTS bron is niet mogelijk wanneer de
bron uitsluitend is aangesloten op een digitale
ingang van de AVR 2550. Een analoog tweeka-
naals signaal van deze bron kan wel opgenomen
worden (zie punt 5 ‘Belangrijk bij digitale weer-
gave’ op de voorgaande pagina).
Bediening