Operation Manual
BEDIENING 25
Bediening
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom-
primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt
wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS
Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde
DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR 2550
kunnen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge
kwaliteit en kunnen rechtstreeks worden verbon-
den met de digitale audio-uitgang van uw CD- of
LD-speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-program-
ma’s, voor Dolby Digital discs is een RF-adapter
nodig, zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de optisch of coax ingang
L9
op de achterzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren eerst
de ingang (b.v. CD) kiezen om het videosignaal
(indien aanwezig) naar de TV te voeren en een
analoog signaal te leveren voor opname.Druk
vervolgens op de digitale ingangskeuze
Ò
F
en gebruik vervolgens de
⁄
/
¤
C
op de
afstandsbediening of instellen
5
op het front-
paneel, tot de gewenste keuze OPTICAL of
COAX in de display
M
verschijnt. Druk op
instellen
Ó
E
om de gewenste keuze in te
voeren.
Wanneer een PCM bron speelt, zal de PCM-indica-
tie
A
oplichten. Tijdens PCM weergave kunt u elke
surroundfunctie kiezen als beschreven op pagina 24
en 25, uitgezonderd Dolby Digital of DTS.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een
digitale bron correct op de AVR 2550 te zijn aan-
gesloten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-
spelers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en
CD-spelers aan op de optisch of coax digitale
ingang
N9
op de achterzijde. Om ook analoog
te kunnen opnemen, dienen de analoge uitgangen
van de digitale bron te worden verbonden met de
juiste ingangen op de achterzijde van de AVR
2550 (voorbeeld: sluit de analoge stereo uitgang
van een DVD-speler aan op de DVD-ingang
5
op de achterzijde, naast de digitale uitgangen van
de bron).
Voor het afspelen van een digitale bron als DVD,
kiest u eerst de ingang via de afstandsbediening
of op de voorzijde, als in deze handleiding
beschreven, om het videosignaal (indien aanwe-
zig) naar de TV-monitor te sturen en het analoge
audiosignaal voor opname beschikbaar te hebben.
Wanneer de digitale ingang van de DVD-speler
niet automatisch wordt gekozen (als gevolg van
eerder gemaakte instellingen bij de configuratie
van het systeem, zie pagina 17), kies dan de digi-
tale bron met de digitale ingangskeuze
F
Ò
en gebruik
⁄
/
¤
C
op de afstandsbediening of
de insteltoetsen
5
op de voorzijde om de
OPTICAL of COAXIAL ingangen te kie-
zen, als aangegeven in de display
M
en de dis-
play indicaties
BE
.
Speelt een digitale bron, dan zal de AVR 2550
automatisch signaleren of het om een meerka-
naals Dolby Digital, DTS bron of een conventioneel
PCM signaal, het standaard signaal van CD-spelers
gaat. De signaaltype indicatie
A
licht op in de
display
Ú
ter bevestiging dat het digitale signaal
Dolby Digital, DTS of PCM is.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax)
gekoppeld blijft met de analoge ingang (b.v.
DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digita-
le signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden
telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoor-
beeld DVD, wordt gekozen.
Digitale status
Wanneer een digitale bron speelt, herkent de AVR
2550 het type bitstream data is. Gebruik makend
van deze informatie wordt de juiste surroundfunc-
tie automatisch gekozen. Voorbeeld: bij DTS bit-
stream activeert het apparaat de DTS-decoder en
bij Dolby Digital de Dolby Digital decoder. Bij bin-
nenkomst van PCM data van CD's en LD's en
sommige muziek DVD's of bepaalde nummers op
normale DVD's, kan de juiste surroundfunctie met
de hand worden gekozen. Daar de beschikbare
surroundfuncties worden bepaald van het type
digitale data, maakt de AVR 2550 gebruik van een
aantal indicaties waaraan u kunt zien om wat voor
signaal het gaat. Dit verheldert de keuze van func-
ties en ingangen afhankelijk van het materiaal op
de disc.
Wanneer een digitale bron speelt zal de bitstre-
am indicatie
A
oplichten ten teken om welk
signaal het gaat:
: Wanneer de Dolby D indicatie oplicht
wordt een Dolby Digital bitstream ontvangen.
Afhankelijk van het gekozen audionummer op de
speler en het aantal kanalen op de disc zijn ver-
schillende surroundfuncties mogelijk. Merk op
dat het mogelijk is dat er maar één kanaal zon-
der subwoofer, aangeduid als ‘1.0’ audio, kan
zijn opgenomen op digitale surround audionum-
mers, of juist alle vijf kanalen met subwoofer
(‘5.1’ audio), en alle denkbare tussenvormen.
Wanneer het Dolby Digital slechts uit twee kana-
len bestaat (‘2.0’), dan bevatten deze twee kana-
len (links en rechts) vaak Pro Logic surround
informatie. Bij zulke nummers schakelt de AVR
2550 automatisch naar Dolby Pro Logic II Movie
(naast de normale Dolby Digital functie), maar u
kunt ook de VMAx functie kiezen. Bevat het D.D.
2.0 signaal geen Pro Logic informatie, dan wordt
automatisch normaal Dolby Digital gekozen, hoe-
wel u zelf elke Pro Logic II functie kunt kiezen
(gebruik in dat geval alleen Music of Emulation)
of elke gewenste VMAx functie.
DTS: wanneer de DTS indicatie oplicht wordt
een DTS bitstream ontvangen. Wordt dit type
gegevens detecteert, dan kan alleen de DTS func-
tie gebruikt worden.
PCM: wanneer de PCM indicatie oplicht wordt er
een standaard Pulse Code Modulation of PCM sig-
naal ontvangen. Dit is het type digitale audio dat
gebruikt wordt op conventionele compact disc en
laserdisc opnamen. Wanneer een PCM bitstream
aanwezig is, dan zijn alle functies uitgezonderd
Dolby Digital en DTS, beschikbaar. Merk op dat het
PCM signaalformaat op de DVD-speler voor elke
audionummer kan worden, zelfs voor Dolby Digital
tracks (maar niet met Dolby Digital decodering).
Er kunnen, indien gekozen, zelfs ‘2.0’ DD audio-
nummers met alle surroundfuncties afgespeeld
worden, ook met het meest effectieve Logic 7.