Operation Manual
Bedieningsvoorschriften
24
3.3.13 Vrijloop
Om de rolstoel te kunnen duwen moet de parkeerrem uitgeschakeld worden.
Dit kunt u doen door de hendel aan de linker of aan de rechterkant van de rolstoel om te zetten in de richting van de pijl, zie Figuur
18 hieronder.
Houdt bij het duwen van de rolstoel 1 hand op de armleuning en de andere tegen de rugleuning van de rolstoel.
motorontgrendeling (= vrijloop)
Figuur 18
Waarschuwing!
• Bedien de vrijloophendel alleen als de rolstoel geduwd moet worden. In de vrijloop werken de
motoren en de automatische parkeerrem niet meer.
• Zet na het duwen de hendel meteen weer uit de vrijloopstand, zodat de automatische parkeerrem
weer werkt.
TIP
Schakel de rolstoel uit als de rolstoel geduwd moet worden: dit voorkomt dat de rolstoel heel zwaar loopt.
3.3.14 Neerklappen stuurkast
hendel
Figuur 19
Soms is het handig om de stuurkast neer te klappen, bijvoorbeeld als u met uw rolstoel aan een tafel wilt gaan zitten. Druk hiervoor
de hendel (zie Figuur 19 hierboven) in en duw de stuurkast omlaag.
U kunt de stuurkast weer in de rij-stand zetten door hem omhoog te bewegen totdat hij weer vergrendeld is.
TIP
Let op of de tafel hoog genoeg is om met uw rolstoel aan te zitten: bij erg lage tafels of tafels met een brede
rand kan de stuurkast zelfs in de lage stand beschadigd worden.