Operation Manual

60
010 5
010
5
10 5
010 5
0
10 5
010 5
0
0
10
5
1mm
Vlak-vandikteschaafmachine
A3-26 / A3-31 / A3-41
Systeemschaafmessen 260 310 410
Kobalt HS-staal – 3 stuk 500-07-011 500-07-002 500-07-005
Chroomstaal (SS) – 3 stuk 500-07-010 500-07-001 500-07-004
11.5 Schaafmes slijpen of vervangen
In geval van een slecht schaafbeeld, dienen de schaaf-
messen omgekeerd (systeem-schaafmessen), nageslepen
(stroken schaafmessen) of verwisseld te worden.
Schaafmessen controleren:
1. Twee mallen maken conform de afbeelding hiernaast.
2. Mallen bij “0” op de vlakschaaftafelrand aan de
afnamekant, aan het linker en het rechter einde van
de schaafas plaatsen.
3. Schaafas met de hand draaien.
4. Het schaafmes moet de mallen 2 tot 3 mm meenemen
(Fabrieksinstelling).
5. Als de instelling niet correct is:
zie hoofdstuk >8.3 Voeg instellen<
Voeginstelling controleren:
Na het wisselen van de schaafmessen omwille van slijta-
ge kan het nodig zijn om de instelling van het voegscha-
ven opnieuw in te stellen.
Zie hoofdstuk >8.3 Voeg instellen<
Aanwijzing:
Er mogen uitsluitend originele HAMMER-schaafmessen worden gebruikt!
Aanwijzing: Voeginstelling controleren
Bij een slecht schaaffbeeld moeten de schaaffmessen worden omgedraaid of vervangen.
zie hoofdstuk >8.3 Voeg instellen<!
Naslijpbare schaafmessen 260 310 410
Kobalt HS-staal – 1 stuk 500-07-006 500-07-007 500-07-008
Hardmetaal (HW) – 1 stuk 07.4.226 07.4.231 07.4.241
Afb. 11-1: Schaafmes controleren
Storingen