Operation Manual
92
93
8.1 ACL: (toegangscontrole voor bepaalde diensten)
Selecteer daarvoor in het
Hoofdmenu de menuoptie
Access Management en de
suboptie ACL.
Met de Access Control List
(ACL) kunt u nauwkeurig
defi niëren welke computer tot
welke dienst toegang heeft.
ACL: Activated betekent dat ACL ingeschakeld is.
Deactivated betekent dat ACL uitgeschakeld is.
ACL Rule Index: 1 t/m 16 zijn beschikbaar, d.w.z. dat er 16 verschillende ACL’s geconfigureerd kunnen worden.
Active: Yes betekent dat bijv. regel (Rule) 1 ingeschakeld is.
No betekent dat bijv. regel (Rule) 1 uitgeschakeld is. Het is dus mogelijk, naar wens
afzonderlijke regels (Rules) in of uit te schakelen.
Secure IP Address: vul hier het IP-adres van de computer in als bijv. regel (Rule) 1 alleen voor deze computer
moet gelden. Als de regel (Rule) voor alle computers die op de router zijn aangesloten moeten
gelden, vult u 0.0.0.0 in.
Application: geef aan voor welk protocol/welke toepassing de regel (Rule) moet gelden. U heeft de keuze uit
de volgende mogelijkheden: Web, FTP, Telnet, SNMP, Ping of ALL (alles).
Interface: selecteer een interface die voor de regel (Rule) moet gelden. U heeft de keuze uit de volgende
mogelijkheden: WAN, LAN en both (beide).
Om uw instellingen op te slaan klikt u op de knop SAVE onder in uw venster.
8.2 IP Filter (toegangscontrole via IP-adres)
Selecteer in het Hoofdmenu de menuoptie Access Management en de suboptie IP Filter.
Een pakketfi lter is een toepassing
die het binnenkomende en uitgaande
gegevensverkeer binnen een computer-
netwerk fi ltert. Hierdoor wordt het net over
het algemeen beschermd tegen aanvallen.
Minstens zo belangrijk als de bescherming
tegen aanvallen van buiten is de
bescherming tegen onbedoeld uitgaande
pakketten; op deze manier wordt het voor
de eigen computer bijv. moeilijker gemaakt
onbedoeld en ongemerkt virussen via het
internet te verspreiden.
IP Filter Set Index: u kunt maximaal 12
instellingen opslaan.
Interface: dezelfde instelling
als onder Interface
Setup/Lan/Virtual
Circuit,
overnemen
Direction: Incoming:
binnenkomende
pakketten worden
gefi lterd
Outgoing: uitgaande
pakketten worden gefi lterd
Both: binnenkomende en uitgaande pakketten worden aan de hand van vooraf ingestelde
regels (Rules) gefi lterd (gecontroleerd)
IP Rule Index: er kunnen 1 tot 6 regels (Rules) ingesteld worden
Active: Yes betekent dat de regel (Rule) ingeschakeld is. No betekent dat de regel (Rule) uitgeschakeld
is. Het is dus mogelijk, naar behoefte afzonderlijke regels (Rules) in of uit te schakelen.
Source IP Add: IP-adres van de computer die als bron fungeert. Als u 0.0.0.0 invult wordt deze instelling
genegeerd.
Subnet Mask: subnetmasker van de computer die als bron fungeert.
Port: nummer van de poort invullen die voor de regel (Rule) moet gelden. Als u 0 invult wordt deze
instelling genegeerd.
Destination IP Add: IP-adres van de computer die als doel fungeert. Als u 0.0.0.0 invult wordt deze instelling
genegeerd.