Operation Manual
86
87
6.1 ATM VC: (instelling DSL-modem)
Asynchronous Transfer
Mode (ATM) is een techniek
van gegevensoverdracht
waarbij de gegevens in
kleine pakketjes, gecodeerd
en asynchroon verstuurd
worden. Afhankelijk van de
DSL-aansluiting moeten de
volgende waarden ingevoerd worden.
Virtual Circuit: standaard wordt PVC0 geselecteerd.
Status: Activated (ingeschakeld) moet geselecteerd zijn!
VPI: 1
VCI: 32
Opmerking: deze waarden 1 en 32 zijn bijvoorbeeld alleen voor de DSL-aansluiting van de Duitse Telekom geldig. Als
u over een aansluiting van een andere fi rma beschikt of u woont niet in Duitsland, vraag deze waarden dan bij uw
DSL-provider aan.
Om uw instellingen op te slaan klikt u op de knop SAVE onder in uw venster.
6.2 Encapsulatie: (DSL-protocol)
Encapsulatie heeft als doel
andere protocollen in te
kapselen en in de vorm van
IP-tunnels te transporteren.
Voor Duitsland wordt bijna
uitsluitend het PPPoE-protocol gebruikt, daarom wordt in deze gebruiksaanwijzing ook alleen op dit protocol
ingegaan. Vraag bij uw internet-provider na, als u gebruik maakt van een ander protocol. Hij stelt u dan de
betreffende instelgegevens ter beschikking.
Om uw instellingen op te slaan klikt u op de knop SAVE onder in uw venster.
6.3 PPPoE/PPPoA: (protocol voor breedbandverbinding)
Het PPP over Ethernet
(PPPoE) is het gebruik van
het netwerkprotocol Point-
to-Point Protocol (PPP) via
een ethernet-verbinding. Het
PPPoE wordt tegenwoordig
bij ADSL-aansluitingen in
Duitsland gebruikt.
5 Interface Setup: (LAN-instellingen
configureren)
In dit venster kunt u de standaard LAN-
instellingen van de router wijzigen.
Selecteer in het Hoofdmenu de menuoptie
Interface Setup en vervolgens de suboptie
LAN.
5.1 Router local IP: (IP-adres van de router wijzigen)
De router is standaard op het IP-adres 192.168.2.1 ingesteld. Als u een ander adres voor de router wilt gebruiken
kunt u dit hier naar wens wijzigen. In het invoerveld, direct eronder wordt het betreffende IP-subnet mask (Subnet
Mask) ingevoerd. Alle andere opties zijn alleen voor zeer speciale toepassingsgebieden relevant, waarover hier
niet verder wordt uitgewijd. Het is aan te bevelen de standaardinstellingen te laten staan.
Om uw instellingen op te slaan klikt u op de knop SAVE onder in uw venster.
Attentie!! Nadat de computer opnieuw is opgestart is de nieuwe LAN-confi guratie geldig. Om de webinterface in
de browser op te roepen moet u dus een nieuw IP-adres gebruiken.
5.2 DHCP-server:
De geïntegreerde DHCP-server wijst automatisch IP-adressen voor
aangesloten clients toe. Als u binnen uw netwerk de IP-adressen handmatig toewijst en u heeft geen DHCP-server
nodig, selecteer dan Disabled (uitgeschakeld). Wilt u van de DHCP-server gebruik maken, selecteer dan Enabled
(ingeschakeld). De instelling voor de Lease Time geeft aan hoe lang het toegewezen IP-adres voor de client geldig
is. De IP-adressen, van waaruit de DHCP-server IP-adressen aan de clients mag toewijzen, worden door het start-
IP-adres en het end-IP-adres begrensd.
Om uw instellingen op te slaan klikt u op de knop SAVE onder in uw venster.
6 Advanced Setup: (uitgebreide internetinstellingen)
In dit scherm kunt u de parameter van het geïntegreerde ADSL2+ modem van de router wijzigen. Selecteer in het
Hoofdmenu de menuoptie Interface Setup en vervolgens de suboptie Internet. Vervolgens worden de belangrijkste
instellingen verklaard: